Bijbelteksten over 'Niet'
Als je niet van de broeders en zusters houdt, ken je God niet, want God is liefde. | Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde. |
Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Oordeel niet over andere mensen. Dan zal God ook niet over jullie oordelen." | Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt. |
En als je het kruis niet opneemt en Mij volgt, ben je Mij niet waard. | En wie zijn kruis niet opneemt en achter Mij gaat, is Mij niet waardig. |
Mensen die niet in de Zoon geloven, kennen ook de Vader niet. | Een ieder, die de Zoon loochent, heeft ook de Vader niet. Wie de Zoon belijdt, heeft ook de Vader. |
Oordeel niemand. Dan zul jij ook niet geoordeeld worden. Veroordeel niemand. Dan zul jij ook niet veroordeeld worden. Laat los, dan zul jij ook losgelaten worden. | En oordeelt niet en gij zult niet geoordeeld worden. En veroordeelt niet en gij zult niet veroordeeld worden; laat los en gij zult losgelaten worden. |
De liefde is geduldig en vriendelijk. Liefde wordt niet jaloers. Liefde schept niet op en vindt zichzelf niet vreselijk belangrijk. Liefde zegt of doet geen onaardige dingen en denkt niet alleen maar aan zichzelf. Liefde raakt niet verbitterd. Liefde vergeeft als een ander iets verkeerds heeft gedaan. | De liefde is lankmoedig, de liefde is goedertieren, zij is niet afgunstig, de liefde praalt niet, zij is niet opgeblazen, zij kwetst niemands gevoel, zij zoekt zichzelf niet, zij wordt niet verbitterd, zij rekent het kwade niet toe. |
Weten jullie het dan niet? Hebben jullie het dan niet gehoord? De Heer is de Maker van de hele aarde. Hij is een eeuwige God. Hij wordt niet moe en raakt niet uitgeput. Hij is zóveel wijzer dan wij, dat wij Hem niet kunnen begrijpen. | Weet gij het niet, hebt gij het niet gehoord? Een eeuwig God is de Here, Schepper van de einden der aarde. Hij wordt noch moede noch mat, zijn verstand is niet te doorgronden. |
Maar als jullie andere mensen niet vergeven, zal jullie Vader jullie ook niet vergeven. | Maar indien gij de mensen niet vergeeft, zal ook uw Vader uw overtredingen niet vergeven. |
Houd jezelf niet voor de gek, want God laat Zich ook niet voor de gek houden. Wat je zaait, zul je ook oogsten. | Dwaalt niet, God laat niet met Zich spotten. Want wat een mens zaait, zal hij ook oogsten. |
Hoe zit het dan? Is de wet dan iets slechts? Nee, helemaal niet. Want zonder de wet zou ik niet geweten hebben wat slecht is. Ik zou bijvoorbeeld niet geweten hebben dat jaloersheid verkeerd is, als de wet niet had gezegd dat je niet jaloers mag zijn. | Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Volstrekt niet! Ja, ik zou de zonde niet hebben leren kennen, tenzij door de wet; immers, ook van de begeerlijkheid zou ik niet geweten hebben, indien de wet niet zeide: gij zult niet begeren. |
Wij kunnen de Almachtige God niet zien en niet begrijpen. Hij is machtig en rechtvaardig. | De Almachtige, die wij niet begrijpen, is groot van kracht en recht; Hij, die groot is in gerechtigheid, buigt haar niet. |
Het is heerlijk als je niet luistert naar de raad van mensen die zich niets van God aantrekken, als je niet omgaat met slechte mensen, als je niet meedoet met mensen die lachen om God. | Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters. |
Iedereen die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld. Maar iedereen die níet gelooft, ís al veroordeeld. Want hij heeft niet geloofd in de enige Zoon van God. | Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld; wie niet gelooft, is reeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God. |
Wees vastberaden en vol vertrouwen. Wees niet bang voor hen. Want jullie Heer God zal Zelf met jullie meegaan. Hij zal jullie niet in de steek laten. | Weest sterk en moedig, vreest niet en siddert niet voor hen, want de Here, uw God, zelf gaat met u; Hij zal u niet begeven en u niet verlaten. |
God zal Zelf voor jullie uit gaan. Hij zal met jullie zijn. Hij zal jullie niet in de steek laten. Wees dus niet bang. | Want de Here zelf zal vóór u uit trekken, Hij zelf zal met u zijn, Hij zal u niet begeven en u niet verlaten; vrees niet en word niet verschrikt. |
Alles mag, maar niet alles is nuttig. Alles mag, maar niet alles is goed voor een ander. | Alles is geoorloofd, maar niet alles is nuttig. Alles is geoorloofd, maar niet alles bouwt op. |
Niet wij, Heer, moeten worden geprezen, maar U alleen, want U bent goed en trouw. | Niet ons, o Here, niet ons, maar uw naam geef eer, om uw goedertierenheid, om uw trouw. |
Als je wél vlees eet, mag je iemand die géén vlees eet niet veroordelen. En als je géén vlees eet, mag je iemand die wél vlees eet niet veroordelen. Want God houdt van jullie allebei. | Wie wèl eet, minachte hem niet, die niet eet, en wie niet eet, oordele hem niet, die wèl eet, want God heeft hem aanvaard. |
Houd niet van de wereld en van de dingen die van de wereld zijn. Als je van de wereld houdt, houd je niet werkelijk van de Vader. | Hebt de wereld niet lief en hetgeen in de wereld is. Indien iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem. |
Maar jullie moeten vooral niet zweren, broeders en zusters. Niet bij de hemel, niet bij de aarde, en niet bij iets anders. Jullie moeten helemaal niet zweren. Als jullie 'Ja' zeggen, moet dat gewoon 'ja' blijven. En als jullie 'Nee' zeggen, moet het gewoon 'nee' blijven. Zo zullen jullie niet worden veroordeeld. | Maar vooral, mijn broeders, zweert niet, noch bij de hemel, noch bij de aarde, noch welke andere eed ook. Laat ja bij u ja zijn en neen neen, opdat gij niet onder het oordeel valt. |
Wees één met elkaar. Verlang niet naar steeds belangrijkere taken, maar wees ook tevreden met eenvoudige taken. Wees niet eigenwijs. | Weest onderling eensgezind, niet zinnende op hoge dingen, maar voegt u in het eenvoudige. Weest niet eigenwijs. |
Maar Ik zeg dat jullie helemaal niet moeten zweren. Niet bij de hemel, omdat die de troon van God is. Niet bij de aarde, omdat die zijn voetenbankje is. Niet bij Jeruzalem, omdat daar de grote Koning woont. | Maar Ik zeg u, in het geheel niet te zweren: bij de hemel niet, omdat hij de troon van God is; bij de aarde niet, omdat zij de voetbank zijner voeten is; bij Jeruzalem niet, omdat het de stad van de grote Koning is. |
Jullie moeten niet denken dat Ik ben gekomen om vrede te brengen op de aarde. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar strijd. | Meent niet, dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. |
De Heer zegt: "Ik ben gevonden door mensen die niet naar Mij vroegen. Ik zei aldoor 'Kijk, hier ben Ik, hier ben Ik!' tegen het volk dat Mij niet aanbad." | Te raadplegen was Ik voor hen die naar Mij niet vroegen, te vinden voor hen die Mij niet zochten; Ik zeide tot een volk dat mijn naam niet aanriep: Hier ben Ik, hier ben Ik. |
Kijk eens naar de vogels. Ze zaaien niet, ze maaien niet en ze bewaren geen voorraden in schuren. Jullie hemelse Vader geeft ze te eten. Jullie zijn toch veel belangrijker dan de vogels? | Ziet naar de vogelen des hemels: zij zaaien niet en maaien niet en brengen niet bijeen in schuren, en toch voedt uw hemelse Vader die; gaat gij ze niet verre te boven? |
Gerelateerde onderwerpen
Veroordeling
Maar als jullie een...
Liefde
De liefde is geduldig...
Vader
Net zoals een vader...
Zonde
Weten jullie dan niet...
Rechtvaardigheid
Als je probeert om...
God
Je Heer God woont...