Bijbelteksten over 'Niet'
- Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt.
- Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde.
- Wie wèl eet, minachte hem niet, die niet eet, en wie niet eet, oordele hem niet, die wèl eet, want God heeft hem aanvaard.
- En oordeelt niet en gij zult niet geoordeeld worden. En veroordeelt niet en gij zult niet veroordeeld worden; laat los en gij zult losgelaten worden.
- En wie zijn kruis niet opneemt en achter Mij gaat, is Mij niet waardig.
- De liefde is lankmoedig,
de liefde is goedertieren,
zij is niet afgunstig,
de liefde praalt niet,
zij is niet opgeblazen,
zij kwetst niemands gevoel,
zij zoekt zichzelf niet,
zij wordt niet verbitterd,
zij rekent het kwade niet toe. - Weest sterk en moedig, vreest niet en siddert niet voor hen, want de Here, uw God, zelf gaat met u; Hij zal u niet begeven en u niet verlaten.
- Hij zal niet toelaten, dat uw voet wankelt,
uw Bewaarder zal niet sluimeren. - Niet ons, o Here, niet ons,
maar uw naam geef eer,
om uw goedertierenheid, om uw trouw. - Want de Here zelf zal vóór u uit trekken, Hij zelf zal met u zijn, Hij zal u niet begeven en u niet verlaten; vrees niet en word niet verschrikt.
- Dwaalt niet, God laat niet met Zich spotten. Want wat een mens zaait, zal hij ook oogsten.
- Ziet naar de vogelen des hemels: zij zaaien niet en maaien niet en brengen niet bijeen in schuren, en toch voedt uw hemelse Vader die; gaat gij ze niet verre te boven?
- Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Volstrekt niet! Ja, ik zou de zonde niet hebben leren kennen, tenzij door de wet; immers, ook van de begeerlijkheid zou ik niet geweten hebben, indien de wet niet zeide: gij zult niet begeren.
- Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet.
- Maar indien gij de mensen niet vergeeft, zal ook uw Vader uw overtredingen niet vergeven.
- Weet gij het niet, hebt gij het niet gehoord? Een eeuwig God is de Here, Schepper van de einden der aarde. Hij wordt noch moede noch mat, zijn verstand is niet te doorgronden.
- Verwerf wijsheid, verwerf inzicht, vergeet niet
en wijk niet af van de woorden mijns monds. - Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld; wie niet gelooft, is reeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God.
- Alles is geoorloofd, maar niet alles is nuttig. Alles is geoorloofd, maar niet alles bouwt op.
- Want mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen zijn niet mijn wegen, luidt het woord des Heren.
- Welzalig de man die niet wandelt
in de raad der goddelozen,
die niet staat op de weg der zondaars,
noch zit in de kring der spotters. - Wat dan? Zullen wij zondigen, omdat wij niet onder de wet, maar onder de genade zijn? Volstrekt niet!
- Weest onderling eensgezind, niet zinnende op hoge dingen, maar voegt u in het eenvoudige. Weest niet eigenwijs.
- Te raadplegen was Ik voor hen die naar Mij niet vroegen, te vinden voor hen die Mij niet zochten; Ik zeide tot een volk dat mijn naam niet aanriep: Hier ben Ik, hier ben Ik.
- Tob u niet af voor rijkdom,
zie van uw voornemen af. - De Almachtige, die wij niet begrijpen,
is groot van kracht en recht;
Hij, die groot is in gerechtigheid, buigt haar niet. - Want de geboden: gij zult niet echtbreken, gij zult niet doodslaan, gij zult niet stelen, gij zult niet begeren en welk ander gebod er ook zij, worden samengevat in dit woord: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.
- Hebt de wereld niet lief en hetgeen in de wereld is. Indien iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem.
- Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u; niet gelijk de wereld die geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd of versaagd.
- Zegent wie u vervolgen, zegent en vervloekt niet.
- Zij, die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen.
- Meent niet, dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard.
- Heb Ik u niet geboden: wees sterk en moedig? Sidder niet en word niet verschrikt, want de Here, uw God, is met u, overal waar gij gaat.
- Zeg niet: Hoe komt het, dat de vroegere tijden beter waren dan deze? Want niet uit wijsheid zoudt gij aldus vragen.
- Maar Ik zeg u, in het geheel niet te zweren: bij de hemel niet, omdat hij de troon van God is; bij de aarde niet, omdat zij de voetbank zijner voeten is; bij Jeruzalem niet, omdat het de stad van de grote Koning is.
- Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik kom tot u.
- Wanneer gij door het water trekt, ben Ik met u; gaat gij door rivieren, zij zullen u niet wegspoelen; als gij door het vuur gaat, zult gij niet verteren en zal de vlam u niet verbranden.
- Smakelijke spijze at ik niet, vlees noch wijn kwamen in mijn mond en ik zalfde mij in het geheel niet, tot er drie volle weken verlopen waren.
- Neig mijn hart tot uw getuigenissen
en niet tot winstbejag. - Want als de bereidvaardigheid aanwezig is, is zij welkom naar hetgeen zij heeft, niet naar hetgeen zij niet heeft.
- Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn.
- Gij zult de naam van de Here, uw God, niet ijdel gebruiken, want de Here zal niet onschuldig houden wie zijn naam ijdel gebruikt.
- Waakt dan, want gij weet niet, op welke dag uw Here komt.
- Sta op, Here! o God, hef uw hand op,
vergeet de ellendigen niet. - Ik haast mij en aarzel niet
om uw geboden te onderhouden. - Maar in uw grote barmhartigheid hebt Gij niet voorgoed met hen afgerekend en hen niet verlaten, want Gij zijt een genadig en barmhartig God.
- Als de Here het huis niet bouwt,
tevergeefs zwoegen de bouwlieden daaraan;
als de Here de stad niet bewaart,
tevergeefs waakt de wachter. - Een ieder, die de Zoon loochent, heeft ook de Vader niet. Wie de Zoon belijdt, heeft ook de Vader.
- Neen, zeg Ik u, maar als gij u niet bekeert, zult gij allen evenzo omkomen.
- Meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen.
Gerelateerde onderwerpen
Wet
Wat ik u heden...
Veroordeling
Daarom zijt gij, o...
Zonde
Of weet gij niet...
Liefde
De liefde is lankmoedig...
God
De HERE, uw God...
Betrouwbaarheid
Maar wèl getrouw is...