De zegen van de HEERE, die maakt rijk, Hij voegt er geen zwoegen aan toe. | Van hard werken alleen word je niet rijk, je hebt de zegen van de Heer nodig. |
Ik heb gemerkt dat er voor hen niets beter is dan zich te verblijden en het goede te doen in hun leven, ja ook, dat ieder mens eet en drinkt en het goede geniet van al zijn zwoegen. Dat is een gave van God. | Daarom zeg ik: Je kunt maar het beste vrolijk zijn en van het leven genieten. Als je lekker eet en drinkt en geniet van al je bezit, dan is dat een geschenk van God. |
Elk wapentuig dat tegen u wordt vervaardigd, zal niets uitrichten, en elke tong die in het gericht tegen u opstaat, zult u schuldig verklaren. Dit is het erfelijk bezit van de dienaren van de HEERE, en hun gerechtigheid is uit Mij, spreekt de HEERE. | Geen enkel wapen zal jou raken. En iedereen die jou aanklaagt, zal zelf gestraft worden. Jeruzalem, jij bent de stad van mijn dienaren. De stad waar ze goed en eerlijk met elkaar zullen leven. Jij bent de stad die ik hun beloofd heb. |
Wanneer de HEERE, uw God, u gezegend heeft, zoals Hij tot u gesproken heeft, dan zult u aan vele volken leningen verstrekken, maar zelf zult u niets hoeven te lenen; en u zult over vele volken heersen, maar over u zullen zij niet heersen. | Dan zal de Heer jullie rijk en gelukkig maken, zoals hij beloofd heeft. Dan lenen jullie geen geld meer van andere volken, maar vragen zij geld aan jullie. Dan heersen andere volken niet meer over jullie, maar dan heersen jullie over hen. |
Ik heb geen grotere blijdschap dan hierover dat ik hoor dat mijn kinderen in de waarheid wandelen. | Als ik hoor dat mijn leerlingen volgens Gods waarheid leven, geeft mij dat veel vreugde. Niets geeft mij meer vreugde dan dat! |
Vermaan de slaven dat zij hun eigen meester onderdanig zijn en dat zij hun in alles welbehaaglijk zijn, zonder tegen te spreken, dat ze niets ontvreemden, maar hun alle goede trouw bewijzen, opdat zij het onderwijs van God, onze Zaligmaker, in alles tot sieraad mogen strekken. | Slaven moeten hun meester altijd gehoorzamen. Ze moeten het hem naar de zin maken, en ze mogen zich niet tegen hem verzetten. Ze mogen niet van hem stelen, ze moeten juist altijd te vertrouwen zijn. Zo zorgen ze ervoor dat mensen respect hebben voor onze uitleg over God, onze redder. |
Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is. | Alles is door hem ontstaan. Zonder hem zou er niets zijn. |
Maar door de hulp die ik van God gekregen heb, sta ik tot op deze dag als een getuige tegenover klein en groot, en zeg ik niets anders dan wat de Profeten en Mozes gezegd hebben dat er gebeuren zou, namelijk dat de Christus moest lijden en dat Hij, als Eerste uit de opstanding van de doden, een licht zou aankondigen aan dit volk en de heidenen. | Maar God hielp me, zoals altijd. En dus vertel ik nog steeds aan iedereen over de messias. Mozes en de profeten hebben al gezegd wat er met de messias zou gebeuren. En ik vertel precies hetzelfde: De messias zou lijden en sterven, en als eerste opstaan uit de dood. En hij zou een boodschap van redding brengen aan alle volken. |
Hij zal uw voet niet laten wankelen, uw Bewaarder zal niet sluimeren. | De Heer zorgt ervoor dat jou niets overkomt. Hij beschermt je, hij slaapt niet. |
Ik stel mij de HEERE voortdurend voor ogen; omdat Hij aan mijn rechterhand is, wankel ik niet. | Steeds denk ik aan u, Heer. U bent altijd bij me, er kan met mij niets ergs gebeuren. |
Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen zijn nuttig. Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar ik zal mij niet onder de macht van ook maar iets laten brengen. | Jullie zeggen: ‘Wij mogen doen wat we willen.’ Maar ik zeg: Ja, maar niet alles is goed! Jullie zeggen: ‘Wij mogen doen wat we willen.’ Maar ik zeg: Laat je leven niet beheersen door slechte verlangens! |
Jonge leeuwen lijden armoede en honger, maar wie de HEERE zoeken, hebben geen gebrek aan enig goed. | Leeuwen kunnen doodgaan van de honger, maar mensen die hulp vragen aan de Heer, zullen altijd genoeg te eten hebben. |
De verwachting van de rechtvaardigen is blijdschap, maar de hoop van de goddelozen zal vergaan. | Goede mensen weten dat ze gelukkig zullen zijn, maar slechte mensen kunnen niets verwachten. |
Bezit aan vluchtigheid ontsproten, wordt minder, maar wie met zijn hand bijeenbrengt, vermeerdert zijn bezit. | Rijkdom die je zomaar krijgt, ben je snel weer kwijt, maar als je hard werkt voor je geld, word je steeds rijker. |
Bezit baat niet op de dag van de verbolgenheid, maar gerechtigheid redt van de dood. | Op de dag dat God zal straffen, heb je niets aan je geld. Alleen als je goed leeft, word je gered van de dood. |
De tong van de rechtvaardige is het beste zilver, het hart van de goddelozen is weinig waard. | De woorden van goede mensen zijn net zo kostbaar als zilver, maar de gedachten van slechte mensen zijn niets waard. |
Alles aan u is mooi, Mijn vriendin, er is geen enkel gebrek aan u. | Je bent mooi, mijn vriendin. Alles aan jou is mooi, je bent volmaakt! |
Wie Uw wet liefhebben, hebben diepe vrede; voor hen ligt er geen struikelblok. | Mensen die uw wet liefhebben, vinden vrede en geluk. Het gaat altijd goed met hen. |
Want de vrucht van de Geest bestaat in alle goedheid en rechtvaardigheid en waarheid. | Want alleen in dat licht kunnen goedheid, eerlijkheid en trouw groeien. |
Geniet op de dag van voorspoed van het goede, maar bedenk op de dag van tegenspoed dat God zowel de ene als de andere gemaakt heeft, zodat de mens niet kan doorgronden iets wat na hem zijn zal. | Wees blij op de dagen dat het goed met je gaat. Maar bedenk dat God ook de slechte dagen gemaakt heeft. En niemand weet wat er in de toekomst zal gebeuren. |
Ik doe de genade van God niet teniet; want als er gerechtigheid door de wet zou zijn, dan was Christus tevergeefs gestorven. | Wij konden niet gered worden door te leven volgens de wet. Het was dus nodig dat Christus voor ons stierf. We zijn blij dat God zo goed voor ons was. |
De HEERE is bij mij, ik ben niet bevreesd. Wat kan een mens mij doen? | De Heer is bij mij, daarom ben ik niet bang. Mensen kunnen me geen kwaad doen. |
De rechtvaardige heeft veel ellende, maar uit dat alles redt de HEERE hem. | Goede mensen hebben het vaak moeilijk. Maar de Heer redt hen steeds weer. |
Hij heeft u, mens, bekendgemaakt wat goed is. En wat vraagt de HEERE van u anders dan recht te doen, goedertierenheid lief te hebben en ootmoedig te wandelen met uw God. | Maar de Heer heeft jullie al verteld wat hij van jullie verlangt. Hij heeft al bekendgemaakt wat goed is. Hij vraagt alleen dit: Wees eerlijk, rechtvaardig en trouw. En denk niet alleen aan jezelf, maar leef dicht bij God. |
Voorzeker, hij zal voor eeuwig niet wankelen, de rechtvaardige zal eeuwig in gedachtenis blijven. | Er zal hun geen kwaad overkomen. Hun goedheid wordt nooit vergeten. |