Bijbelteksten over 'Oor'
Van hem die zijn oor afkeert van het luisteren naar de wet, is zelfs zijn gebed een gruwel. | Als je je niet houdt aan de wet, luistert de Heer niet naar je gebed. |
Laten wij dan niet langer elkaar oordelen, maar oordeel liever dit: de broeder geen aanstoot of oorzaak tot struikelen te geven. | Vrienden, we moeten elkaar niet meer veroordelen. Laten we afspreken dat we het andere gelovigen niet moeilijk maken. En dat we hun geloof niet in gevaar brengen. |
Daarom, al wat u in het duister gezegd hebt, zal in het licht gehoord worden en wat u in de binnenkamers in iemands oor gesproken hebt, zal op de daken gepredikt worden. | Nu is alles waarover jullie praten, nog geheim. Maar straks zal iedereen het te horen krijgen. |
Oordeel niet, opdat u niet geoordeeld wordt. | Veroordeel andere mensen niet, dan zal God jou ook niet veroordelen. |
Mijn zoon, sla acht op mijn woorden, neig je oor tot wat ik zeg. Laat ze niet wijken van je ogen, bewaar ze in het binnenste van je hart. | Luister goed! Luister aandachtig naar mijn woorden. Denk er altijd aan, bewaar ze in je hart. En doe wat ik je zeg. |
Ik heb de HEERE lief, want Hij hoort mijn stem, mijn smeekbeden. Want Hij neigt Zijn oor tot mij, daarom zal ik Hem al mijn dagen aanroepen. | Ik heb de Heer lief, want hij luistert naar mij. Als ik om hulp roep, geeft hij mij antwoord. Ik blijf tot hem bidden, mijn leven lang. |
Daarom bent u niet te verontschuldigen, o mens, wie u ook bent die anderen oordeelt, want waarin u de ander oordeelt, veroordeelt u uzelf. U immers die anderen oordeelt, doet dezelfde dingen. | Misschien zegt iemand: ‘Al die dingen gaan niet over mij.’ Maar dan zeg ik tegen hem: Luister, jij oordeelt over andere mensen en je hebt kritiek op hun gedrag. Maar de dingen waar jij kritiek op hebt, die doe je zelf ook. Zo laat je zelf zien dat je straf verdient. |
Maar het is zoals geschreven staat: Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, dat is wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben. | Het staat al in de heilige boeken: «Geen mens kent Gods wijze plan, geen mens heeft het bedacht of begrepen. Maar God heeft zijn plan bekendgemaakt aan de mensen die van hem houden. Zo wilde God het.» |
Open je mond, oordeel met rechtvaardigheid, en verschaf recht aan de ellendige en de arme. | Blijf niet zwijgen, geef een rechtvaardig oordeel, help arme mensen, help mensen die het moeilijk hebben. |
En als Die gekomen is, zal Hij de wereld overtuigen van zonde, van gerechtigheid en van oordeel. | De helper komt om alles duidelijk te maken. Hij maakt duidelijk wat zonde is: dat mensen niet in mij willen geloven. Hij maakt duidelijk wat Gods goedheid is: dat ik naar de Vader ga. (Daarom zullen jullie mij dus niet meer zien.) En hij maakt duidelijk wat het oordeel is: dat Satan, de heerser van deze wereld, gestraft wordt. |
Er is één Wetgever, namelijk Hij Die kan zalig maken én te gronde richten. Maar wie bent u, die over de ander oordeelt? | Maar er is er maar één die wetten maakt en als rechter een oordeel uitspreekt, en dat is God. Hij beslist over leven en dood. Wie zijn jullie dan, dat jullie oordelen over anderen en kritiek hebben op hun gedrag? |
Laat het huwelijk bij allen in ere zijn en het huwelijksbed onbevlekt, want ontuchtplegers en overspelers zal God oordelen. | Slaap alleen met de man of vrouw met wie je getrouwd bent. Wie verboden seks heeft of vreemdgaat, zal door God gestraft worden. |
Ook in de weg van Uw oordelen, HEERE, hebben wij U verwacht; naar Uw Naam en naar Uw gedachtenis gaat het verlangen van onze ziel uit. | Wij vertrouwen op u, Heer, en we houden ons aan uw wet. Wij verlangen naar u, steeds noemen we uw naam. |
O, diepte van rijkdom, zowel van wijsheid als van kennis van God, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen! | Zo geweldig is Gods wijsheid! Zo bijzonder zijn Gods beslissingen! Voor mensen zijn ze onbegrijpelijk, ongelofelijk, onvoorstelbaar. |
En toen Hij volmaakt was geworden, is Hij voor allen die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwige zaligheid geworden. | Toen Christus gestorven was, kreeg hij alle eer in de hemel. God heeft hem daar hogepriester voor altijd gemaakt. Dankzij Christus kunnen alle mensen die hem gehoorzaam zijn, voor altijd gered worden. |
En u, Bethlehem-Efratha, al bent u klein om te zijn onder de duizenden van Juda, uit u zal Mij voortkomen Die een Heerser zal zijn in Israël. Zijn oorsprongen zijn van oudsher, van eeuwige dagen af. | De Heer zegt: ‘Luister, Betlehem in Efrata. Jij bent één van de kleinste steden van Juda. Toch zal er uit Betlehem iemand komen die namens mij leider zal zijn van Israël. Hij zal afstammen van een heel oude familie.’ |
Maar Ik zeg u dat de mensen van elk nutteloos woord dat zij zullen spreken, rekenschap moeten geven op de dag van het oordeel. | Luister naar mijn woorden: God zal rechtspreken over de wereld. En dan bekijkt hij of mensen verkeerde dingen gezegd hebben. |
Oordeel niet en u zult niet geoordeeld worden; veroordeel niet en u zult niet veroordeeld worden; laat los en u zult losgelaten worden. | Veroordeel andere mensen niet, dan zal God jou ook niet veroordelen. Zeg niet dat andere mensen slecht zijn, dan zegt God dat ook niet over jou. Vergeef mensen als ze fouten maken, dan doet God dat ook. |
Al belegerde mij een leger, mijn hart zou niet vrezen; al brak er een oorlog tegen mij uit, toch vertrouw ik hierop. | Ik ben niet bang, ook niet als een heel leger mij aanvalt. Ik blijf op de Heer vertrouwen, ook als de strijd begint. |
Dan weet de Heere ook nu de godvruchtigen uit de verzoeking te verlossen, maar de onrechtvaardigen te bewaren tot de dag van het oordeel, om gestraft te worden. | Ook nu zal de Heer de mensen redden die eerbied voor hem hebben en die hun geloof niet verliezen. Maar slechte mensen zal hij gevangen houden tot de dag dat hij zal rechtspreken. Dan zal hij hen straffen. |
Wie bent u, dat u de huisslaaf van een ander oordeelt? Of hij staat of valt, gaat alleen zijn eigen heer aan. Hij zal echter staande gehouden worden, want God is bij machte hem staande te houden. | Wie beoordeelt of een slaaf zijn werk goed doet? Alleen zijn eigen meester. Net zo worden wij alleen door onze Heer beoordeeld. En hij zorgt ervoor dat ieder van ons vasthoudt aan zijn geloof. |
Met heel mijn ziel verlang ik naar U in de nacht, ja, met mijn geest diep in mij zoek ik U ernstig. Want wanneer Uw oordelen over de aarde komen, leren de bewoners van de wereld wat gerechtigheid is. | Wij verlangen naar u, dag en nacht verlangen we naar uw komst. Als u de aarde komt straffen, leren de mensen hoe ze moeten leven. |
De ogen van de HEERE rusten op de rechtvaardigen, Zijn oren zijn gericht op hun hulpgeroep. | De Heer helpt mensen die trouw zijn aan hem, hij hoort hen als ze om hulp roepen. |
Want het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart. | De woorden van de levende God zijn krachtig. Ze dringen diep door in ons hart, nog dieper dan een scherp zwaard. Want God weet wat ons van binnen bezighoudt. En hij beoordeelt onze gedachten en verlangens. |
Maar voor alle dingen, mijn broeders, zweer niet: niet bij de hemel, ook niet bij de aarde, en zweer ook geen enkele andere eed, maar laat uw ja ja zijn en uw nee nee, opdat u niet onder enig oordeel valt. | Vrienden, weten jullie wat het allerbelangrijkste is? Dat jullie nooit zeggen over iets: ‘Dat is zo zeker als de Heer leeft!’ En zeg ook nooit over iets: ‘Dat is zo zeker als de hemel bestaat’, of: ‘Dat is zo zeker als de aarde bestaat’. Zeg ja als het ja is en zeg nee als het nee is. Anders zal God jullie straffen. |
Gerelateerde onderwerpen
Veroordeling
Daarom bent u niet...
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en goedertierenheid...
Luisteren
Zo dan, mijn geliefde...
Wet
Deze woorden, die ik...
Spreken
Dood en leven zijn...
Gehoorzaamheid
Jezus antwoordde en zei...