Spreuken 2:6 (2/6)

De vreze des HEREN is het kwade te haten; hoogmoed en trots… Spreuken 8:13

De vreze des Heren is het kwade te haten; hoogmoed en trots en boze wandel en een mond vol draaierijen haat ik. Spreuken 8:13	De vreze des HEEREN is het kwade te haten; hoogmoed, trots en de verkeerde weg en een mond vol verderfelijke dingen haat Ik. ontzag trots kwaad
Want wie mij vindt, heeft het leven gevonden, hij heeft van de Here welgevallen verkregen. Spreuken 8:35	Want wie Mij vindt, vindt het leven en verkrijgt de goedgunstigheid van de HEERE. eeuwig leven God wijsheid
De vreze des Heren is het begin der wijsheid en het kennen van de Hoogheilige is verstand. Spreuken 9:10	Het beginsel van wijsheid is de vreze des HEEREN en de kennis van de heiligen is inzicht. ontzag wijsheid heiligheid
Een wijs zoon verheugt zijn vader, maar een dwaas zoon is een bekommering voor zijn moeder. Spreuken 10:1	Een wijze zoon verblijdt zijn vader, maar een dwaze zoon betekent verdriet voor zijn moeder. vreugde familie wijsheid
Schatten, door goddeloosheid verkregen, doen geen nut, maar gerechtigheid redt van de dood. Spreuken 10:2	Schatten aan goddeloosheid baten niet, maar gerechtigheid redt van de dood. eerlijkheid geld rechtvaardigheid
Zegeningen zijn op het hoofd des rechtvaardigen, maar de mond der goddelozen verbergt geweld. Spreuken 10:6	Zegeningen rusten er op het hoofd van de rechtvaardige, maar geweld overdekt de mond van de goddelozen. rechtvaardigheid spreken zegen
De gedachtenis des rechtvaardigen zal tot zegening zijn, maar de naam der goddelozen zal wegrotten. Spreuken 10:7	De herinnering aan de rechtvaardige is tot zegen, maar de naam van goddelozen zal wegteren. zonde rechtvaardigheid zegen
Wie wijs van hart is, neemt geboden aan, maar wie dwaas van lippen is, komt ten val. Spreuken 10:8	Wie wijs van hart is, neemt de geboden aan, maar wie dwaas van lippen is, komt ten val. wet wijsheid hart
Wie in oprechtheid wandelt, gaat veilig, maar wie zijn wegen verdraait, wordt doorzien. Spreuken 10:9	Wie in oprechtheid zijn weg gaat, gaat een veilige weg, maar wie kromme wegen gaat, zal opgemerkt worden. zonde veiligheid leven
Haat verwekt krakelen, maar liefde bedekt alle overtredingen. Spreuken 10:12	Haat wekt twisten op, maar liefde bedekt alle overtredingen. liefde boosheid kwaad
Een pad ten leven is hij, die de vermaning in acht neemt, maar wie de terechtwijzing veracht, doet dwalen. Spreuken 10:17	Het pad ten leven is voor hem die vermaning in acht neemt, maar wie bestraffing achter zich laat, doet dwalen. gehoorzaamheid leven luisteren
Wie haat verbergt, is een leugenlip; wie laster verbreidt, is een dwaas. Spreuken 10:18	Wie haat toedekt, heeft valse lippen, en wie een kwaad gerucht verspreidt, die is een dwaas. spreken roddelen liegen
In veelheid van woorden ontbreekt de overtreding niet, maar wie zijn lippen bedwingt, is verstandig. Spreuken 10:19	In de veelheid van woorden ontbreekt de overtreding niet, maar wie zijn lippen inhoudt, is verstandig. zonde spreken
Uitgelezen zilver is de tong des rechtvaardigen; het hart der goddelozen is weinig waard. Spreuken 10:20	De tong van de rechtvaardige is het beste zilver, het hart van de goddelozen is weinig waard. waardevol rechtvaardigheid spreken
De zegen des Heren, die maakt rijk, zwoegen voegt er niets aan toe. Spreuken 10:22	De zegen van de HEERE, die maakt rijk, Hij voegt er geen zwoegen aan toe. geld zegen afhankelijkheid
De verwachting der rechtvaardigen is vreugde, maar de hoop der goddelozen gaat teniet. Spreuken 10:28	De verwachting van de rechtvaardigen is blijdschap, maar de hoop van de goddelozen zal vergaan. rechtvaardigheid hoop geduld
De weg des Heren is een beschutting voor de oprechten, maar onheil voor de bedrijvers van ongerechtigheid. Spreuken 10:29	De weg van de HEERE is kracht voor de oprechte, maar de ondergang voor hen die onrecht bedrijven. zonde betrouwbaarheid wet
De lippen van de rechtvaardige weten wat welgevallig is, maar de mond der goddelozen is enkel valsheid. Spreuken 10:32	De lippen van de rechtvaardige weten wat aangenaam is, maar de mond van de goddelozen alleen verderfelijke dingen. waarheid rechtvaardigheid spreken
Als overmoed komt, komt schande mee, maar wijsheid is bij de ootmoedigen. Spreuken 11:2	Komt overmoed, dan komt ook schande, maar bij de ootmoedigen is wijsheid. nederigheid wijsheid trots
De rechtschapenheid der oprechten leidt hen, maar de verkeerde zin der trouwelozen is hun ten verderve. Spreuken 11:3	De oprechtheid van de oprechten leidt hen, maar de verkeerdheid van de trouwelozen verwoest henzelf. betrouwbaarheid eerlijkheid
Rijkdom baat niet ten dage des toorns, maar gerechtigheid redt van de dood. Spreuken 11:4	Bezit baat niet op de dag van de verbolgenheid, maar gerechtigheid redt van de dood. geld rechtvaardigheid materialisme
Met de mond stort de godvergetene zijn naaste in het verderf, maar door kennis worden de rechtvaardigen gered. Spreuken 11:9	De huichelaar richt zijn naaste met zijn mond te gronde, maar door kennis worden de rechtvaardigen gered. rechtvaardigheid spreken wijsheid
Wie met laster omgaat, verraadt geheimen; maar wie betrouwbaar van geest is, houdt een zaak verborgen. Spreuken 11:13	Wie al lasterend zijn weg gaat, openbaart geheimen, maar wie betrouwbaar van geest is, bedekt een zaak. betrouwbaarheid spreken roddelen
De goddeloze maakt winst die niet gedijt, maar wie gerechtigheid zaait, heeft blijvend gewin. Spreuken 11:18	De goddeloze doet een bedrieglijk werk, maar wie gerechtigheid zaait, oogst betrouwbaar loon. zonde rechtvaardigheid beloning
De zegenende ziel wordt overvloedig verkwikt, wie laaft, wordt ook zelf gelaafd. Spreuken 11:25	Een zegenende ziel wordt verzadigd, en wie te drinken geeft, die zal ook te drinken krijgen. vrijgevigheid voedsel geven