Zelfs een dwaas die zwijgt, wordt wijs geacht, wie zijn lippen op elkaar houdt, verstandig. | Zelfs een dwaas die zijn mond houdt, lijkt wijs. Zolang hij niets zegt, lijkt hij verstandig. |
In de veelheid van woorden ontbreekt de overtreding niet, maar wie zijn lippen inhoudt, is verstandig. | Als je veel praat, zeg je vaak dingen die je niet had mogen zeggen. Maar als je je mond beheerst, ben je verstandig. |
Wie is wijs en verstandig onder u? Laat hij uit zijn goede levenswandel zijn werken laten zien, in zachtmoedige wijsheid. | Vinden jullie jezelf zo wijs en verstandig? Laat dat dan maar eens zien door jullie manier van leven: wees wijs en vriendelijk in alles wat jullie doen. |
Een dwaas verwerpt de vermaning van zijn vader, maar wie de bestraffing in acht neemt, is schrander. | Een dwaas luistert niet naar de goede raad van zijn vader. Maar een verstandig mens doet er iets mee. |
Daarom, ieder die deze woorden van Mij hoort en ze doet, die zal Ik vergelijken met een verstandig man, die zijn huis op de rots gebouwd heeft. | Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Lúister niet alleen naar wat Ik zeg, maar dóe het ook. Dan lijk je op een verstandig man die zijn huis op rotsgrond bouwde." |
Wie is zo wijs, dat hij deze dingen begrijpt, en zo verstandig dat hij ze kent? De wegen van de HEERE zijn immers recht. De rechtvaardigen zullen daarop wandelen, maar de overtreders zullen erop struikelen. | Hosea zegt: "Wie wijs is, zal naar deze woorden luisteren. Wie verstandig is, zal ze begrijpen. Want wat de Heer doet is altijd eerlijk en rechtvaardig. Met mensen die leven zoals Hij het wil, zal het goed gaan. Maar met mensen die zich niets van Hem aantrekken, zal het slecht aflopen." |
Wie verstandig omgaat met het woord, zal het goede vinden, en wie op de HEERE vertrouwt: welzalig is hij. | Als je leeft zoals God het wil, zal het goed met je gaan. Het is heerlijk voor je als je op de Heer vertrouwt. |
De toorn van de dwaas wordt dezelfde dag bekend, maar wie schrander is, bedekt schande. | Een dwaas laat het onmiddellijk merken als hij kwaad is. Maar een verstandig mens verbergt het. |
Evenzo, mannen, woon met begrip met haar samen; geef de vrouw, als de zwakkere, haar eer; u bent immers ook mede-erfgenamen met haar van de genade van het leven; opdat uw gebeden niet verhinderd worden. | En mannen, daarom moeten jullie ook verstandig met je vrouw omgaan, zoals je voorzichtig bent met een breekbare kruik. Jullie moeten respect voor je vrouw hebben. Want ook de vrouwen zullen, samen met jullie, het eeuwige leven erven. Als jullie geen respect voor je vrouw hebben, zal God niet naar jullie gebeden luisteren. |
En het einde van alle dingen is nabij; wees daarom bezonnen en nuchter in de gebeden. | Het einde van alle dingen komt al bijna. Wees dus verstandig en houd je hoofd erbij. En blijf vooral bidden. |
Een schrandere ziet het kwaad en verbergt zich, maar onverstandigen gaan door en zullen daarvoor boeten. | Een verstandig mens ziet moeilijkheden aankomen en zorgt dat hij in veiligheid komt. Maar slechte mensen gaan maar door en worden gestraft. |
Dit boek met deze wet mag niet wijken uit uw mond, maar u moet het dag en nacht overdenken, zodat u nauwlettend zult handelen overeenkomstig alles wat daarin geschreven staat. Dan immers zult u uw wegen voorspoedig maken en dan zult u verstandig handelen. | Houd de woorden van dit wetboek altijd in je gedachten. Denk er dag en nacht over na. Want alleen dan zul je precies kunnen doen wat er in staat. En dan zul je altijd succes hebben. Alles wat je doet, zal lukken. |
Wees nuchter en waakzaam; want uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden. | Wees verstandig en let goed op. Jullie vijand, de duivel, loopt rond als een brullende leeuw die een prooi zoekt. Hij zoekt wie hij kan verslinden. |
De HEERE geeft immers wijsheid, uit Zijn mond komen kennis en inzicht. | Want de Heer geeft wijsheid. Alles wat Hij zegt, is wijs en verstandig. |
Mijn zoon, als je hart wijs is, zal mijn hart zich verblijden, ja, het mijne! | Mijn zoon, als je wijs en verstandig bent, zal ik daar blij over zijn. |
Wie verstand verwerft, heeft zijn leven lief, wie inzicht bewaart, vindt het goede. | Wees verstandig – dat beschermt je leven. Wees wijs – dan vind je geluk. |
Welzalig is de mens die wijsheid vindt, de mens die inzicht verkrijgt. | Het is heerlijk als je wijsheid vindt. Het is heerlijk als je verstandig wordt. |
Vervul je taak ten behoeve van de HEERE, je God, door in Zijn wegen te gaan, en door Zijn verordeningen, Zijn geboden, Zijn bepalingen en Zijn getuigenissen in acht te nemen, zoals geschreven staat in de wet van Mozes, opdat je verstandig zult handelen bij alles wat je doet, bij alles waar je je op richt. | Dien je Heer God en leef zoals Hij het wil. Houd je aan al zijn wetten en leefregels zoals die staan opgeschreven in de wet van Mozes. Want dan zal het goed met je gaan in alles wat je doet. |
Zeg niet: Hoe komt het dat de dagen van vroeger beter waren dan deze? Want niet uit wijsheid zou u dat vragen. | Vraag niet: "Hoe komt het dat het vroeger beter was dan nu?" Want dat is geen wijze vraag. |
Verwerf wijsheid, verwerf inzicht, vergeet niet een van de woorden van mijn mond en wijk er niet van af. | Zorg dat je wijs en verstandig wordt. Vergeet mijn woorden niet, maar doe wat ik je heb geleerd. |
Wie vermaning liefheeft, heeft kennis lief, maar wie bestraffing haat, is onverstandig. | Je bent verstandig als je naar een waarschuwing luistert. Maar als je dat niet doet, ben je onverstandig. |
Het beginsel van wijsheid is de vreze des HEEREN en de kennis van de heiligen is inzicht. | Als je wijs wil worden, begin dan met ontzag te hebben voor de Heer. Als je de heilige God kent, word je verstandig. |
Wandel met wijsheid bij hen die buiten zijn, en buit de geschikte tijd uit. Laat uw woord altijd aangenaam zijn, met zout smakelijk gemaakt, opdat u weet hoe u iedereen moet antwoorden. | Wees wijs ten opzichte van de mensen die niet bij de gemeente horen. Grijp elke kans om hun het goede nieuws te vertellen. Alles wat jullie zeggen, moet altijd verstandig en wijs zijn. Zorg ervoor dat jullie altijd aan iedereen een goed antwoord kunnen geven. |
Want door de genade die mij gegeven is, zeg ik ieder onder u niet hoger te denken dan hij moet denken, maar laat hij denken in bescheidenheid, naar de mate van geloof zoals God die aan ieder heeft toebedeeld. | God heeft mij de taak gegeven om jullie geloof op te bouwen. Daarom zeg ik tegen jullie allemaal: vind jezelf niet belangrijker dan je bent. Wees bescheiden. Gedraag je op een manier die past bij de hoeveelheid geloof die God jou op dit moment heeft gegeven. Die hoeveelheid is bij iedereen verschillend. |
De vreze des HEEREN is het beginsel van wijsheid, allen die ernaar handelen, hebben een goed inzicht; Zijn lof houdt voor eeuwig stand. | Als je wijs wil worden, heb dan ontzag voor de Heer. Dat is het begin van alle wijsheid. De Heer moet voor eeuwig geprezen worden. |