Welzalig ieder die de Here vreest, die in zijn wegen wandelt. | Gelukkig ieder die ontzag heeft voor de HEER en de weg gaat die hij wijst. |
Dit bedoel ik: wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees. | Ik zeg u dus: laat u leiden door de Geest, dan zult u niet toegeven aan aardse begeerten. |
Wie in oprechtheid wandelt, gaat veilig, maar wie zijn wegen verdraait, wordt doorzien. | Wie onberispelijk leeft, gaat een veilige weg, wie op kronkelpaden gaat, wordt ontmaskerd. |
Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters. | Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen, die de weg van zondaars niet betreedt, bij spotters niet aan tafel zit. |
Mijn Geest zal Ik in uw binnenste geven en maken, dat gij naar mijn inzettingen wandelt en naarstig mijn verordeningen onderhoudt. | Ik zal jullie mijn geest geven en ervoor zorgen dat jullie je aan mijn bepalingen houden en mijn regels naleven. |
Ziet dus nauwlettend toe, hoe gij wandelt, niet als onwijzen, doch als wijzen, u de gelegenheid ten nutte makende, want de dagen zijn kwaad. | Let er dus goed op welke weg u bewandelt, gedraag u niet als dwazen maar als verstandige mensen. Gebruik uw dagen goed, want we leven in een slechte tijd. |
Want gij waart vroeger duisternis, maar thans zijt gij licht in de Here; wandelt als kinderen des lichts. | Want eens was u duisternis maar nu bent u licht, nu u de Heer toebehoort. Ga de weg van de kinderen van het licht. |
Hij, die onberispelijk wandelt en doet wat recht is en waarheid spreekt in zijn hart, die met zijn tong niet lastert, die zijn metgezel geen kwaad doet en geen smaad op zijn naaste laadt. | Wie de volmaakte weg gaat en doet wat goed is, wie oprecht de waarheid spreekt. Hij doet aan lasterpraat niet mee, hij benadeelt een ander niet en drijft niet de spot met zijn naaste. |
En wandelt in de liefde, zoals ook Christus u heeft liefgehad en Zich voor ons heeft overgegeven als offergave en slachtoffer, Gode tot een welriekende reuk. | En ga de weg van de liefde, zoals Christus deed, die ons heeft liefgehad en zich voor ons gegeven heeft als offer, als een geurige gave voor God. |
Indien gij in mijn inzettingen wandelt en mijn geboden nauwgezet in acht neemt, dan zal Ik u te rechter tijd uw regens geven, zodat het land zijn opbrengst geeft en het geboomte des velds zijn vrucht draagt. | Als jullie mijn bepalingen opvolgen, je aan mijn geboden houden en ze naleven, zal Ik jullie op gezette tijden regen schenken, zodat het land opbrengst geeft en de bomen vrucht dragen. |
Maar dit gebod heb Ik hun gegeven: Hoort naar mijn stem, dan zal Ik u tot een God en zult gij Mij tot een volk zijn, en wandelt op de ganse weg die Ik u gebied, opdat het u welga. | Wat Ik hun geboden heb, is dit: “Wees Mij gehoorzaam, dan zal Ik jullie God zijn en zullen jullie mijn volk zijn. Volg steeds de weg die Ik jullie wijs, en het zal jullie goed gaan.” |
Ik ben de Here, uw God, wandelt naar mijn inzettingen en onderhoudt naarstig mijn verordeningen. Heiligt mijn sabbatten, dan zullen deze een teken zijn tussen Mij en u, opdat gij weet, dat Ik, de Here, uw God ben. | Ik, de HEER, ben jullie God: houd je aan mijn bepalingen en regels, en leef ze na. Vier mijn sabbat als een heilige dag; dat zal voor jullie en Mij het teken zijn waaraan te zien is dat Ik, de HEER, jullie God ben. |