En wees daders van het Woord en niet alleen hoorders. Anders bedriegt u uzelf. | Vergis u niet: alleen horen is niet genoeg, u moet wat u gehoord hebt ook doen. |
Wees sterk en moedig, wees niet bevreesd en schrik niet voor hen terug, want het is de HEERE, uw God, Die met u meegaat. Hij zal u niet loslaten en u niet verlaten. | Wees vastberaden en standvastig. Wees niet bang en laat u niet afschrikken, want het is de HEER, uw God, die met u meegaat. Hij zal niet van uw zijde wijken en u niet verlaten. |
Verblijd u in de hoop. Wees geduldig in de verdrukking. Volhard in het gebed. | Wees verheugd door de hoop die u hebt, wees standvastig wanneer u tegenspoed ondervindt, en bid onophoudelijk. |
Wees niet bevreesd, want Ik ben met u, wees niet verschrikt, want Ik ben uw God. Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met Mijn rechterhand, die gerechtigheid werkt. | Wees niet bang, want Ik ben bij je, vrees niet, want Ik ben je God. Ik zal je sterken, Ik zal je helpen, je steunen met mijn bevrijdende rechterhand. |
Wacht op de HEERE, wees sterk en Hij zal uw hart sterk maken; ja, wacht op de HEERE. | Wacht op de HEER, wees dapper en vastberaden, ja, wacht op de HEER. |
Ieder die Ik liefheb, wijs Ik terecht en bestraf Ik. Wees dan ijverig en bekeer u. | Iedereen die Ik liefheb wijs Ik terecht en bestraf Ik. Zet u dus volledig in en kom tot inkeer. |
En wees niet bevreesd voor hen die het lichaam doden en de ziel niet kunnen doden, maar wees veeleer bevreesd voor Hem Die zowel ziel als lichaam te gronde kan richten in de hel. | Wees niet bang voor hen die wel het lichaam maar niet de ziel kunnen doden. Dan kun je beter bang zijn voor Hem die beide, ziel en lichaam, kan laten omkomen in de Gehenna. |
En het einde van alle dingen is nabij; wees daarom bezonnen en nuchter in de gebeden. | Het einde van alles is nabij. Kom daarom tot bezinning en wees helder van geest, zodat u kunt bidden. |
Wees niet bevreesd, kleine kudde, want het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te geven. | Wees niet bang, kleine kudde, want jullie Vader heeft jullie in zijn goedheid het koninkrijk geschonken. |
Want Ik ben de HEERE, uw God, Die uw rechterhand vastgrijpt en tegen u zegt: Wees niet bevreesd, Ik help u. | Want Ik ben de HEER, je God, Ik neem je bij je rechterhand en zeg je: Wees niet bang, Ik zal je helpen. |
Wees niemand iets schuldig dan elkaar lief te hebben; want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld. | Wees elkaar niets schuldig, behalve liefde, want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld. |
Maar toen Jezus dat hoorde, antwoordde Hij hem: Wees niet bevreesd, geloof alleen, en zij zal behouden worden. | Maar Jezus hoorde het en zei: ‘Wees niet bang, maar geloof, dan zal ze worden gered.’ |
En laat de vrede van God heersen in uw harten, waartoe u ook in één lichaam geroepen bent; en wees dankbaar. | Laat de vrede van Christus heersen in uw hart, want daartoe bent u geroepen als de leden van één lichaam. Wees ook dankbaar. |
En de engel zei tegen hen: Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal. | De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen dat grote vreugde betekent voor heel het volk.’ |
Maar wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft. | Wees goed voor elkaar en vol medeleven; vergeef elkaar zoals God u in Christus vergeven heeft. |
Maar wees op uw hoede voor de valse profeten, die in schapenvacht naar u toe komen maar van binnen roofzuchtige wolven zijn. | Pas op voor valse profeten, die in schaapskleren op jullie afkomen maar in wezen roofzuchtige wolven zijn. |
Wees nuchter en waakzaam; want uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden. | Wees waakzaam, wees op uw hoede, want uw vijand, de duivel, zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi. |
Wees dan niet bezorgd over de dag van morgen, want de dag van morgen zal voor zichzelf zorgen; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad. | Maak je dus geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad. |
En Hij zei tegen hen: Kijk uit en wees op uw hoede voor de hebzucht. Immers, al heeft iemand overvloed, zijn leven behoort niet tot zijn bezit. | Hij zei tegen hen: ‘Pas op, hoed je voor iedere vorm van hebzucht. Want ook al heeft een mens nog zoveel, zijn leven bezit hij niet.’ |
Omgord daarom de lendenen van uw verstand, wees nuchter en hoop volkomen op de genade die u gebracht wordt in de openbaring van Jezus Christus. | Laat uw geest daarom voortdurend paraat zijn, wees waakzaam en vestig al uw hoop op de genade die u ontvangen zult wanneer Jezus Christus zich openbaart. |
Wees niet wijs in je eigen ogen: vrees de HEERE en keer je af van het kwade. Het zal een medicijn zijn voor je navel en verfrissing voor je beenderen. | Wees niet eigenzinnig, maar heb ontzag voor de HEER en ga het kwaad uit de weg. Het zal je sterken als een medicijn, het verkwikt je lichaam. |
Maar zoals Hij Die u geroepen heeft, heilig is, word zo ook zelf heilig in heel uw levenswandel, want er staat geschreven: Wees heilig, want Ik ben heilig. | Leid een leven dat in alle opzichten heilig is, zoals Hij die u geroepen heeft heilig is. Er staat immers geschreven: ‘Wees heilig, want Ik ben heilig.’ |
Maar hij zei tegen hen: Wees niet ontdaan. U zoekt Jezus de Nazarener, de Gekruisigde. Hij is opgewekt! Hij is hier niet; zie de plaats waar ze Hem gelegd hadden. | Maar hij zei tegen hen: ‘Wees niet bang. Jullie zoeken Jezus van Nazaret, die gekruisigd is. Hij is opgewekt uit de dood, Hij is niet hier; kijk, dat is de plaats waar Hij was neergelegd.’ |
Maar als u ook zou moeten lijden vanwege de gerechtigheid, dan bent u zalig. En wees niet bevreesd zoals zij bevreesd zijn, laat u niet in verwarring brengen. | Maar zelfs als u zou lijden omwille van de gerechtigheid, dan bent u toch gelukkig te prijzen. Wees daarom niet bang voor de mensen en laat u door niets in verwarring brengen. |
Ten slotte, broeders, verblijd u, laat u terechtbrengen, laat u aansporen, wees eensgezind, leef in vrede. En de God van de liefde en de vrede zal met u zijn. | Tot slot, broeders en zusters, wees verheugd. Beter uw leven, neem mijn vermaningen ter harte, wees eensgezind, leef in vrede met elkaar – dan zal de God van de liefde en de vrede met u zijn. |