Een dwaas laat heel zijn geest de vrije loop, maar een wijze houdt die in toom. | Een dwaas geeft uiting aan al zijn gevoelens, een wijze houdt ze in toom. |
Een wijze zoon verblijdt zijn vader, maar een dwaze zoon betekent verdriet voor zijn moeder. | Een wijze zoon geeft zijn vader veel vreugde, een dwaze zoon bezorgt zijn moeder verdriet. |
Woorden uit de mond van een wijze zijn aangenaam, maar de lippen van een dwaas verslinden hemzelf. | De woorden die de wijze in de mond neemt, geven hem respect; wat er van de lippen van de dwaas komt, stort hem in het ongeluk. |
De vader van een rechtvaardige zal zich buitengewoon verheugen, wie een wijze zoon verwekt heeft, zal zich over hem verblijden. | De vader van een rechtvaardige verheugt zich, wie een wijze heeft verwekt, verblijdt zich over hem. |
Moge de Heere van de vrede Zelf u voortdurend vrede geven op allerlei wijze. De Heere zij met u allen. | Moge de Heer van de vrede u altijd en op elke wijze vrede geven. De Heer zij met u allen. |
Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde. | Want deze hogepriester kan met onze zwakheden meevoelen omdat Hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld, maar dan zonder te zondigen. |
De Koning nu der eeuwen, de onvergankelijke, de onzichtbare, de alleen wijze God, zij eer en heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. | Aan de koning der eeuwen, de onvergankelijke, onzichtbare en enige God, zij de eer en glorie tot in alle eeuwigheid. Amen. |
Maar ik oefen mijn lichaam op harde wijze en maak het dienstbaar, opdat ik niet misschien, na anderen gepredikt te hebben, zelf verwerpelijk word. | Ik hard mezelf en oefen me in zelfbeheersing, want ik wil niet aan anderen de spelregels opleggen om uiteindelijk zelf te worden gediskwalificeerd. |
Want als wij geloven dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal ook God op dezelfde wijze hen die in Jezus ontslapen zijn, terugbrengen met Hem. | Want als wij geloven dat Jezus is gestorven en is opgestaan, moeten wij ook geloven dat God door Jezus de doden bij zich zal halen, samen met Jezus zelf. |
Wie met wijzen omgaat, zal wijs worden, maar wie omgaat met dwazen, zal het slecht vergaan. | Wie met wijzen omgaat wordt zelf wijs, wie met dwazen verkeert, ondervindt schade. |
En toen zij, terwijl Hij van hen wegging, hun ogen naar de hemel gericht hielden, zie, twee mannen stonden bij hen in witte kleding, die ook zeiden: Galilese mannen, waarom staat u omhoog te kijken naar de hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze terugkomen als u Hem naar de hemel hebt zien gaan. | Terwijl Hij zo van hen wegging en zij nog steeds naar de hemel staarden, stonden er opeens twee mannen in witte gewaden bij hen. Ze zeiden: ‘Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken? Deze Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie Hem naar de hemel hebben zien gaan.’ |
Wie is wijs en verstandig onder u? Laat hij uit zijn goede levenswandel zijn werken laten zien, in zachtmoedige wijsheid. | Wie van u kan wijs en verstandig genoemd worden? Laat hij het daadwerkelijk bewijzen door een onberispelijk leven en door wijze zachtmoedigheid. |
Wie wijs van hart is, neemt de geboden aan, maar wie dwaas van lippen is, komt ten val. | Een wijze laat zich gezeggen, een blaaskaak komt ten val. |
Leer ons zó onze dagen tellen, dat wij een wijs hart verkrijgen. | Leer ons zo onze dagen te tellen dat wijsheid ons hart vervult. |
Laat niemand u op enigerlei wijze misleiden. Want die dag komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is en de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderf, geopenbaard is, de tegenstander, die zich ook verheft boven al wat God genoemd of als God vereerd wordt, zodat hij als God in de tempel van God gaat zitten en zichzelf als God voordoet. | Laat u door niemand misleiden, op geen enkele manier. De dag van de Heer breekt niet aan voordat velen zich van het geloof hebben afgekeerd en de wetteloze mens verschenen is, de mens die gedoemd is verloren te gaan. Hij zal alles wat goddelijk en heilig is bestrijden en zich erboven verheffen, om in Gods tempel plaats te nemen op de troon en zich voor te doen als God zelf. |
Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op Zijn schouder. En men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst. | Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven; de heerschappij rust op zijn schouders. Deze namen zal hij dragen: Wonderbare raadsman, Sterke God, Eeuwige vader, Vredevorst. |
Mijn zoon, neem het gebod van je vader in acht en veronachtzaam het onderricht van je moeder niet. | Mijn zoon, houd je vaders richtlijnen vast, verwerp de lessen van je moeder niet. |
Zeg niet: Hoe komt het dat de dagen van vroeger beter waren dan deze? Want niet uit wijsheid zou u dat vragen. | En vraag jezelf niet af waarom het vroeger beter was dan nu. Het getuigt van weinig wijsheid als je daarnaar vraagt. |
Komt overmoed, dan komt ook schande, maar bij de ootmoedigen is wijsheid. | Hoogmoed leidt tot schande, wijsheid maakt een mens bescheiden. |
Huis en bezit zijn een erfenis van de vaderen, maar een verstandige vrouw is van de HEERE. | Huis en have erf je van je voorouders, maar een vrouw met inzicht krijg je van de HEER. |
Wie vermaning liefheeft, heeft kennis lief, maar wie bestraffing haat, is onverstandig. | Wie vermaning liefheeft, wil graag leren, wie berispingen haat is dom. |
Een dwaas vindt geen vreugde in inzicht, maar alleen in het blootgeven van zijn hart. | Een dwaas hecht geen belang aan inzicht, hij wil alleen zijn eigen mening kwijt. |
Ik zeg u: Nee, maar als u zich niet bekeert, zult u allen evenzo omkomen. | Zeker niet, zeg Ik jullie, maar als jullie niet tot inkeer komen, zul je allemaal op dezelfde wijze omkomen. |
De toorn van de dwaas wordt dezelfde dag bekend, maar wie schrander is, bedekt schande. | Een dwaas toont onmiddellijk zijn woede, wie verstandig is, zwijgt als hij beledigd wordt. |
Mijn zoon, vergeet mijn onderricht niet, en laat je hart mijn geboden in acht nemen, want lengte van dagen en jaren van leven en vrede zullen ze voor jou vermeerderen. | Mijn zoon, vergeet mijn lessen niet, houd in je hart mijn richtlijnen vast. Ze vermeerderen de dagen van je leven, geven je vele jaren van geluk. |