Als je 'ja' zegt, moet dat ook 'ja' zijn. En als je 'nee' zegt, moet het ook 'nee' zijn. Alles wat je daaraan toevoegt, komt van de duivel. | Laat het ja, dat gij zegt, ja zijn, en het neen, neen; wat daar bovenuit gaat, is uit den boze. |
Het is heerlijk voor je als je wordt vervolgd omdat je leeft zoals God het wil. Want je zal het Koninkrijk van God mogen binnengaan. | Zalig de vervolgden om der gerechtigheid wil, want hunner is het Koninkrijk der hemelen. |
Want er staat in de Boeken: "Als je van het leven houdt en gelukkig wil zijn, zorg er dan voor dat je geen slechte dingen zegt en dat je nooit liegt. Blijf bij het kwaad vandaan en doe wat goed is. Doe je best om de vrede te bewaren en om vrede te brengen." | Want: wie het leven wil liefhebben en goede dagen zien, weerhoude zijn tong van het kwade, en zijn lippen van bedrog te spreken; hij wijke af van het kwade en doe het goede, hij zoeke de vrede en jage die na. |
Hij laat dingen zien die tot dan toe verborgen waren. Hij weet wat er in het donker verborgen is, want bij Hem is alles licht. | Hij openbaart ondoorgrondelijke en verborgen dingen, Hij weet wat in het duister is, en het licht woont bij Hem. |
Laat ons alstublieft zien dat U van ons houdt, onze Heer God. Zegen alles wat we doen. Als U het zegent, zal het goed zijn. | De liefelijkheid van de Here, onze God, zij over ons, en bevestig Gij het werk onzer handen over ons, ja, het werk onzer handen, bevestig dat. |
Doe je uiterste best voor het geloof. Grijp het eeuwige leven. Want daarvoor ben je geroepen en daarvoor heb je tegen heel veel mensen duidelijk over het geloof gesproken. | Strijd de goede strijd des geloofs, grijp het eeuwige leven, waartoe gij geroepen zijt en de goede belijdenis afgelegd hebt voor vele getuigen. |
Daarom zal alles wat jullie in het donker hebben gezegd, in het licht worden gehoord. En alles wat jullie achter gesloten deuren in een oor hebben gefluisterd, zal van de daken worden geroepen. | Daarom, al wat gij in het donker gesproken hebt, zal in het licht gehoord worden en wat gij aan het oor gezegd hebt, in de binnenkamer, zal van de daken gepredikt worden. |
Let goed op jezelf. Sta stevig in het geloof. Wees volwassen en sterk! | Blijft waakzaam, staat in het geloof, weest manlijk, weest sterk! |
Alle dingen zijn door het Woord gemaakt. Werkelijk alles wat er is, bestaat doordat het Woord het heeft gemaakt. | Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is. |
Aan de hemel is te zien hoe machtig God is. Het heelal vertelt dat God alles heeft gemaakt. Elke volgende dag spreekt daarover. Elke volgende nacht laat dat weer zien. | De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk zijner handen; de dag doet sprake toestromen aan de dag, en de nacht predikt kennis aan de nacht. |
Het is fijn om een goed antwoord te geven. Wat heerlijk is het juiste woord op de juiste tijd! | Iemand heeft vreugde, als hij een gepast antwoord geeft, en hoe goed is een woord op zijn tijd! |
Zorg er dan voor dat je geen verkeerde dingen zegt. Vertel geen leugens. | Bewaar uw tong voor het kwade en uw lippen voor het spreken van bedrog. |
Als de Heer het huis niet bouwt, heeft het geen zin dat de bouwers hard zwoegen. Als de Heer de stad niet beschermt, heeft het geen zin dat de wachtposten de stad bewaken. | Als de Here het huis niet bouwt, tevergeefs zwoegen de bouwlieden daaraan; als de Here de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter. |
Nadat Job voor zijn vrienden had gebeden, zorgde de Heer ervoor dat het weer goed ging met Job. Hij gaf hem het dubbele van wat hij vroeger had gehad. | En de Here bracht een keer in het lot van Job, toen hij voor zijn vrienden gebeden had, en de Here gaf Job het dubbele van al wat hij bezeten had. |
U kent elk woord van mij, nog voordat ik het heb gezegd. | Want er is geen woord op mijn tong, of, zie, Here, Gij kent het volkomen. |
Op het Pinksterfeest waren ze allemaal bij elkaar. Plotseling was er een geluid alsof er een stormwind door het hele huis waaide. | En toen de Pinksterdag aanbrak, waren allen tezamen bijeen. En eensklaps kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het gehele huis, waar zij gezeten waren. |
Maak je nergens zorgen over. Niet of je wel te eten zal hebben. Ook niet of je wel kleren zal hebben om aan te trekken. Het leven is toch belangrijker dan het eten? En het lichaam is toch belangrijker dan de kleding? | Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij zult eten of over uw lichaam, waarmede gij u zult kleden. Want het leven is meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding. |
Verbeeld je niet dat je heel erg wijs bent. Heb diep ontzag voor de Heer en blijf ver bij het kwaad vandaan. Dat zal goed zijn voor je ziel en je lichaam. Het zal goed met je gaan. | Wees niet wijs in eigen ogen, vrees de Here en wijk van het kwaad; het zal medicijn wezen voor uw vlees, en lafenis voor uw gebeente. |
Wees niet bang, mijn kleine kudde! Want jullie Vader heeft besloten jullie het Koninkrijk te geven. | Wees niet bevreesd, gij klein kuddeke! Want het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te geven. |
Want een lichaam is één geheel, maar bestaat wel uit verschillende lichaamsdelen. Al die lichaamsdelen vormen samen één lichaam. Zo is het ook met Christus. | Want gelijk het lichaam één is en vele leden heeft, en al de leden van het lichaam, hoe vele ook, één lichaam vormen, zo ook Christus. |
IK BEN de Eerste en de Laatste, het Begin en het Einde. IK BEN Hij die is en die was en die komt, de Almachtige God, zegt de Heer. | Ik ben de alfa en de omega, zegt de Here God, die is en die was en die komt, de Almachtige. |
Het geloof is de zekerheid dat de dingen die we verwachten, ook werkelijkheid zullen worden. Het is het bewijs van de dingen die we nog niet zien. | Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet. |
Maar als je een bedelaar iets geeft, zorg er dan voor dat je linkerhand niet weet wat je rechterhand doet. Zo is het geheim wat je gedaan hebt. En je Vader, die de verborgen dingen ziet, zal je er openlijk voor belonen. | Maar laat, als gij aalmoezen geeft, uw linkerhand niet weten wat uw rechter doet, opdat uw aalmoes in het verborgene zij, en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden. |
IK BEN dat levende brood dat uit de hemel gekomen is. Als je van dit brood eet, zul je eeuwig leven. Dat brood is mijn lichaam. Ik geef mijn lichaam om aan alle mensen leven te geven. | Ik ben het levende brood, dat uit de hemel nedergedaald is. Indien iemand van dit brood eet, hij zal in eeuwigheid leven; en het brood, dat Ik geven zal, is mijn vlees, voor het leven der wereld. |
Alle twee zijn aantrekkelijk: ik wil graag uit dit leven vertrekken om bij Christus te kunnen zijn. Dat is voor mij het allerbeste. Maar nog blijven leven is beter voor júllie. | Van beide zijden word ik gedrongen: ik verlang heen te gaan en met Christus te zijn, want dit is verreweg het beste; maar nog in het vlees te blijven is nodiger om uwentwil. |