Timoteüs, jij bent een christen, en je moet geen slechte dingen doen. Doe je best om het goede te doen, om te leven als gelovige, en om op God te vertrouwen. Houd van de mensen, en wees geduldig en vriendelijk. | Gij daarentegen, o mens Gods, ontvlucht deze dingen, doch jaag naar gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtzinnigheid. |
Toen we op de wereld kwamen, hadden we niets bij ons. En als we de wereld verlaten, kunnen we ook niets meenemen. We hebben eten en kleren. Laten we daar tevreden mee zijn. | Want wij hebben niets op de wereld medegebracht; wij kunnen er ook niets uit medenemen. Als wij echter onderhoud en onderdak hebben, dan moet ons dat genoeg zijn. |
Mensen die rijk willen worden, laten zich verleiden om slechte dingen te doen. Met hun dwaze en verkeerde verlangens brengen ze zichzelf in gevaar. Het loopt verkeerd met hen af, ze verliezen uiteindelijk hun leven. | Maar wie rijk willen zijn, vallen in verzoeking, in een strik, en in vele dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang. |
Iemand die niet wil zorgen voor zijn familie, en zelfs niet voor zijn eigen ouders, die is geen christen. Zo iemand leeft nog slechter dan een ongelovige. | Maar indien een vrouw voor de haren, en nog wel voor haar huisgenoten, niet zorgt, dan heeft zij haar geloof verloochend en is zij erger dan een ongelovige. |
Blijf strijden voor het geloof! Zorg dat je het eeuwige leven krijgt, waarvoor God je uitgekozen heeft. Denk aan wat je beloofd hebt: dat je alles overhebt voor het geloof. Alle christenen waren erbij toen je dat hardop beloofde. | Strijd de goede strijd des geloofs, grijp het eeuwige leven, waartoe gij geroepen zijt en de goede belijdenis afgelegd hebt voor vele getuigen. |
Het verlangen naar geld is de oorzaak van alles wat slecht is. Sommige christenen wilden zo graag rijk worden, dat ze het geloof kwijtgeraakt zijn. En zo brengen ze zichzelf in grote problemen. | Want de wortel van alle kwaad is de geldzucht. Door daarnaar te haken zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben zich met vele smarten doorboord. |
Dit is de waarheid: Er is maar één God. En de enige die mensen bij God kan brengen, is de mens Jezus Christus. | Want er is één God en ook één middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus. |
Het geloof brengt inderdaad grote rijkdom voor iedereen die tevreden is. | Nu brengt inderdaad de godsvrucht grote winst, (indien zij gepaard gaat) met tevredenheid. |
Vertel de rijke mensen van deze wereld dat ze niet trots moeten zijn. Ze moeten niet vertrouwen op rijkdom, want die kun je makkelijk verliezen. Ze moeten vertrouwen op God. Hij geeft ons meer dan genoeg om van te genieten. | Hun, die rijk zijn in de tegenwoordige wereld, moet gij bevelen niet hooghartig te zijn, en hun hoop gevestigd te houden niet op onzekere rijkdom, doch op God, die ons alles rijkelijk ten gebruike geeft. |
Je bent nog jong. Maar zorg ervoor dat iedereen je toch serieus neemt. Wees een voorbeeld voor andere gelovigen door wat je zegt en door hoe je leeft. Wees een voorbeeld door je liefde en je geloof, en door te leven zoals God het wil. | Niemand schatte u gering om uw jeugdige leeftijd, maar wees een voorbeeld voor de gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in geloof en in reinheid. |