Want wie mij vindt, vindt het leven,
en ontvangt de gunst van de HEER.
en ontvangt de gunst van de HEER.
Als je mij zoekt en mij vindt, zul je leven. En de Heer zal van je houden.
Want wie Mij vindt, vindt het leven
en verkrijgt de goedgunstigheid van de HEERE.
en verkrijgt de goedgunstigheid van de HEERE.
Want wie mij vindt, heeft het leven gevonden,
hij heeft van de Here welgevallen verkregen.
hij heeft van de Here welgevallen verkregen.
Want als je mij vindt, heb je het leven gevonden.
De Heer zal blij met je zijn.
De Heer zal blij met je zijn.