U was het die mijn nieren vormde,
die mij weefde in de buik van mijn moeder.
Ik loof U om het ontzaglijke wonder van mijn bestaan,
wonderbaarlijk is wat U gemaakt hebt.
Ik weet het, tot in het diepst van mijn ziel.
die mij weefde in de buik van mijn moeder.
Ik loof U om het ontzaglijke wonder van mijn bestaan,
wonderbaarlijk is wat U gemaakt hebt.
Ik weet het, tot in het diepst van mijn ziel.
U maakte mij in de buik van mijn moeder.
Elk deel van mijn lichaam hebt u gevormd.
Ik dank u daarvoor.
Want het is een wonder,
zoals ik gemaakt ben.
Alles wat u maakt, is een wonder.
Dat weet ik heel goed.
Elk deel van mijn lichaam hebt u gevormd.
Ik dank u daarvoor.
Want het is een wonder,
zoals ik gemaakt ben.
Alles wat u maakt, is een wonder.
Dat weet ik heel goed.
Want Ú hebt mijn nieren geschapen,
mij in de schoot van mijn moeder geweven.
Ik loof U omdat ik ontzagwekkend wonderlijk gemaakt ben;
wonderlijk zijn Uw werken,
mijn ziel weet dat zeer goed.
mij in de schoot van mijn moeder geweven.
Ik loof U omdat ik ontzagwekkend wonderlijk gemaakt ben;
wonderlijk zijn Uw werken,
mijn ziel weet dat zeer goed.
Want Gij hebt mijn nieren gevormd,
mij in de schoot van mijn moeder geweven.
Ik loof U, omdat ik gans wonderbaar ben toebereid,
wonderbaar zijn uw werken;
mijn ziel weet dat zeer wel.
mij in de schoot van mijn moeder geweven.
Ik loof U, omdat ik gans wonderbaar ben toebereid,
wonderbaar zijn uw werken;
mijn ziel weet dat zeer wel.
U heeft mij gemaakt,
mij in de buik van mijn moeder gevormd.
Ik prijs U, want het is een wonder
hoe U mij heeft gemaakt.
Alles wat U heeft gemaakt, is bijzonder.
Ik weet dat heel goed.
mij in de buik van mijn moeder gevormd.
Ik prijs U, want het is een wonder
hoe U mij heeft gemaakt.
Alles wat U heeft gemaakt, is bijzonder.
Ik weet dat heel goed.