Bijbelteksten over 'Ziel'
- Wees niet bang voor hen die wel het lichaam maar niet de ziel kunnen doden. Dan kun je beter bang zijn voor Hem die beide, ziel en lichaam, kan laten omkomen in de Gehenna.
- Prijs de HEER, mijn ziel,
prijs, mijn hart, zijn heilige naam. - Alleen bij God vindt mijn ziel haar rust,
van hem komt mijn redding. - Zoek rust, mijn ziel, bij God alleen,
van Hem blijf ik alles verwachten. - Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht.
- Een vriendelijk woord is een korf vol honing,
zoet voor de ziel en gezond voor het lichaam. - Hij antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand.’
- Zoals een hinde smacht
naar stromend water,
zo smacht mijn ziel
naar u, o God. - Ik zie uit naar de HEER,
mijn ziel ziet uit naar Hem
en verlangt naar zijn woord. - Toen ik door zorgen werd overstelpt,
was uw troost de vreugde van mijn ziel. - Bevrijd mijn ziel, HEER,
van lippen die liegen,
van de tong die bedriegt. - Luister, Israël: de HEER, onze God, de HEER is de enige! Heb de HEER, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw kracht.
- God, u bent mijn God, u zoek ik,
naar u smacht mijn ziel,
naar u hunkert mijn lichaam
in een dor en dorstig land, zonder water. - Mijn ziel dorst naar God,
naar de levende God,
wanneer mag ik nader komen
en voor God verschijnen? - De wetgeleerde antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf.’
- Maar ten slotte zult u de HEER, uw God, weer zoeken, en Hem ook vinden, als u Hem met hart en ziel zoekt.
- Jullie zullen mij zoeken en ook vinden, als jullie mij tenminste met hart en ziel zoeken.
- Geliefde broeder, ik hoop dat het u in alle opzichten goed gaat en dat u gezond bent. Dat het uw ziel goed gaat weet ik.
- Laat mij in de morgen uw liefde horen,
in U stel ik mijn vertrouwen,
wijs mij de weg die ik gaan moet,
mijn ziel verlangt naar U. - Wat ben je bedroefd, mijn ziel,
en onrustig in mij.
Vestig je hoop op God,
eens zal ik Hem weer loven,
mijn God, die mij ziet en redt. - Maar houd u altijd aan de geboden die hij u in zijn onderricht gegeven heeft: heb de HEER, uw God, lief en volg de weg die Hij u wijst, leef zijn geboden na, wees Hem toegedaan en dien Hem met hart en ziel.
- Het woord van God is levend en krachtig, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden.
- Israël, bedenk dus dat de HEER, uw God, niets anders van u vraagt dan dat u ontzag voor Hem toont, dat u de weg volgt die Hij u wijst, dat u Hem liefhebt, Hem met hart en ziel dient en zijn geboden en wetten, die ik u vandaag voorhoud, naleeft; dan zal het u goed gaan.
- U was het die mijn nieren vormde,
die mij weefde in de buik van mijn moeder.
Ik loof U om het ontzaglijke wonder van mijn bestaan,
wonderbaarlijk is wat U gemaakt hebt.
Ik weet het, tot in het diepst van mijn ziel. - Wie dorstig zijn, zal Ik verkwikken; wie uitgeput zijn, geef Ik kracht.
- Wie dorst had, gaf Hij te drinken,
wie honger had, volop te eten. - Zie wijsheid als de honing voor je leven.
Als je wijsheid vindt, heb je een toekomst,
je hoop gaat niet verloren. - Allen die tot geloof gekomen waren, leefden eendrachtig samen. Geen van hen beschouwde zijn bezittingen als zijn persoonlijk eigendom, want ze hadden alles gemeenschappelijk.
- Ik besef: mijn enig bezit is de HEER, al mijn hoop is op Hem gevestigd.
- Luister. Nu ik de weg moet gaan die ieder mens wacht, moet u tot in het diepst van uw hart beseffen dat geen van de beloften die de HEER, uw God, u heeft gedaan, onvervuld is gebleven. Hij heeft ze alle gestand gedaan en er niet één onvervuld gelaten.
- Ik strek mijn handen naar U uit,
dorstig als droge aarde. sela - Een gulle gever zal gedijen,
wie te drinken geeft, zal te drinken krijgen. - Wat heeft een mens eraan de hele wereld te winnen als dat ten koste gaat van zijn leven?
- Mijn lippen zullen juichen wanneer ik voor U zing,
ik zal jubelen omdat U mij hebt verlost. - De HEER redt het leven van zijn dienaren,
nooit zal boeten wie schuilt bij Hem. - Wie niet oprecht is kwijnt weg,
maar de rechtvaardige zal leven door zijn trouw. - Wat heeft een mens eraan de hele wereld te winnen als dat ten koste gaat van zijn leven? Wat kan hij geven in ruil voor zijn leven?
- De wet van de HEER is volmaakt:
levenskracht voor de mens.
De richtlijn van de HEER is betrouwbaar:
wijsheid voor de eenvoudige. - Wees niet eigenzinnig,
maar heb ontzag voor de HEER
en ga het kwaad uit de weg.
Het zal je sterken als een medicijn,
het verkwikt je lichaam. - De HEER behoedt je voor alle kwaad,
Hij waakt over je leven,
de HEER houdt de wacht
over je gaan en je komen
van nu tot in eeuwigheid. - Dit zegt de HEER:
Je staat op een kruispunt, kijk goed!
Vraag na hoe de oude wegen liepen.
Welke weg leidt naar het goede?
Sla die in, en vind rust.
Maar zij zeggen: “Dat doen wij niet.” - Zie, God is mijn helper,
de Heer is het die mijn leven draagt. - Alles wat leeft en beweegt zal jullie tot voedsel dienen; dit alles geef Ik je, zoals Ik je ook de planten heb gegeven. Maar vlees waarin nog leven is, waar nog bloed in zit, mag je niet eten.
- Ik zeg tot de HEER: ‘U bent mijn Heer,
mijn geluk, niemand gaat U te boven.’ - Ik vind grote vreugde in de HEER,
mijn hele wezen jubelt om mijn God.
Hij deed mij het kleed van de redding aan,
hulde mij in de mantel van de gerechtigheid,
zoals een bruidegom een kroon opzet,
zoals een bruid zich tooit met haar sieraden. - Wie zijn tong in toom houdt, waakt over zichzelf,
wie zijn lippen hun gang laat gaan, stort zichzelf in het verderf. - U die de HEER bemint: haat het kwade.
Hij behoedt het leven van wie Hem trouw zijn,
uit de greep van de goddelozen bevrijdt Hij hen. - Want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.
- Ook wij verlaten ons op U, HEER:
wij gaan de paden van uw recht.
Ons diepste verlangen is het
uw naam te noemen, U aan te roepen. - Zoals de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.