Uit dezelfde mond klinkt zegen en vervloeking. Dat kan toch niet goed zijn, broeders en zusters?
Uit één mond komen dus mooie woorden, maar ook afschuwelijke woorden. Dat is niet goed, vrienden!
Uit dezelfde mond komen zegen en vervloeking voort. Dit behoort niet zo te zijn, mijn broeders.
Uit dezelfde mond komt zegening en vervloeking voort. Dit moet, mijn broeders, niet zo zijn.
We prijzen en vervloeken met dezelfde mond! Dat is niet goed, broeders en zusters!