Bijbelteksten over 'Zegen'
- Zegen uw vervolgers; zegen hen, vervloek hen niet.
- Bij U, HEER, is redding,
uw zegen rust op uw volk. sela - Alleen de zegen van de HEER maakt rijk,
zwoegen voegt daar niets aan toe. - Vergeld geen kwaad met kwaad, en als u wordt uitgescholden, scheld dan niet terug; zegen juist, opdat u ook zelf zegen ontvangt, want daartoe bent u geroepen.
- De herinnering aan een rechtvaardige strekt tot zegen,
de naam van goddelozen vergaat. - Ik zal dat hele gebied en het land rondom mijn heuvel zegenen, en Ik zal de regen op gezette tijden doen neerdalen. Het zal regen zijn die zegen geeft.
- Uit dezelfde mond klinkt zegen en vervloeking. Dat kan toch niet goed zijn, broeders en zusters?
- Tegen jullie die naar Mij luisteren zeg Ik: heb je vijanden lief, wees goed voor wie jullie haten, zegen wie jullie vervloeken, bid voor wie jullie slecht behandelen.
- Stel Mij maar eens op de proef – zegt de HEER van de hemelse machten. Breng alle tienden naar mijn voorraadkamer, zodat er voedsel in mijn tempel is, en zie dan of Ik niet de sluizen van de hemel voor jullie open en zegen in overvloed op je land laat neerdalen.
- Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons in de hemelsferen, in onze eenheid met Christus, met talrijke geestelijke zegeningen heeft gezegend.
- Toen ze verder aten nam Jezus een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood en gaf de leerlingen ervan met de woorden: ‘Neem, eet, dit is mijn lichaam.’
- Moge God ons zegenen
opdat de einden der aarde
ontzag hebben voor Hem. - Hij nam hen mee de stad uit, tot bij Betanië. Daar hief Hij zijn handen op en zegende hen. En terwijl Hij hen zegende, ging Hij van hen heen en werd opgenomen in de hemel.
- De HEER zal macht aan zijn volk verlenen,
de HEER zal zijn volk zegenen met vrede. - U zegent de rechtvaardigen, HEER,
als een schild beschut hen uw genade. - God zegende de zevende dag en heiligde die, want op die dag rustte Hij van heel zijn scheppingswerk.
- Vereer de HEER, jullie God, dan zal Hij je voedsel en je water zegenen en jullie vrijwaren van ziekten.
- Jezus nam de vijf broden en de twee vissen, keek omhoog naar de hemel en sprak er het zegengebed over uit. Daarna brak Hij het brood en gaf het met de vissen aan zijn leerlingen om aan de menigte uit te delen. De mensen aten en allen werden verzadigd; de stukken brood die overbleven werden opgehaald, twaalf manden vol.
- Ach HEER, red ons toch,
HEER, geef ons voorspoed.
Gezegend wie komt in de naam van de HEER.
Wij zegenen u vanuit het huis van de HEER. - Laat ons uw genade zien, Heer, onze God.
Bevestig het werk van onze handen,
het werk van onze handen, bevestig dat. - Voor wie onberispelijk zijn weg gaat is de HEER een vesting,
wie onrecht doet, vernietigt Hij. - Laten we daarom het goede doen, zonder op te geven, want als we niet verzwakken zullen we oogsten wanneer de tijd daarvoor gekomen is.
- God heeft zijn dienaar allereerst voor u laten opstaan en Hem naar u gezonden om ieder van u die zich afkeert van zijn slechte daden te zegenen.
- Dit zeg Ik daarover: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen.
- Moge de HEER u zegenen en u beschermen,
moge de HEER het licht van zijn gelaat over u doen schijnen en u genadig zijn,
moge de HEER u zijn gelaat toewenden en u vrede geven.
Bijbeltekst van de dag
Hij alleen is mijn rots en mijn redding,mijn burcht, ik zal niet wankelen.
Willekeurige Bijbeltekst
Al bezwijkt mijn hart en vergaat mijn lichaam,de rots van mijn bestaan, al wat ik heb,
is God, nu en altijd.Volgende tekst!Met afbeelding