Wie de volmaakte weg gaat en doet wat goed is,
wie oprecht de waarheid spreekt.
Hij doet aan lasterpraat niet mee,
hij benadeelt een ander niet
en drijft niet de spot met zijn naaste.
wie oprecht de waarheid spreekt.
Hij doet aan lasterpraat niet mee,
hij benadeelt een ander niet
en drijft niet de spot met zijn naaste.
Mensen die eerlijk leven,
mensen die doen wat goed is
en zeggen wat waar is.
Ze spreken geen kwaad over anderen.
Ze behandelen iedereen goed,
en ze beledigen niemand.
mensen die doen wat goed is
en zeggen wat waar is.
Ze spreken geen kwaad over anderen.
Ze behandelen iedereen goed,
en ze beledigen niemand.
Hij die oprecht wandelt en gerechtigheid beoefent,
die met zijn hart de waarheid spreekt.
Die met zijn tong niet lastert,
zijn vrienden geen kwaad doet
en geen smaad jegens zijn naaste op de lippen neemt.
die met zijn hart de waarheid spreekt.
Die met zijn tong niet lastert,
zijn vrienden geen kwaad doet
en geen smaad jegens zijn naaste op de lippen neemt.
Hij, die onberispelijk wandelt en doet wat recht is
en waarheid spreekt in zijn hart,
die met zijn tong niet lastert,
die zijn metgezel geen kwaad doet
en geen smaad op zijn naaste laadt.
en waarheid spreekt in zijn hart,
die met zijn tong niet lastert,
die zijn metgezel geen kwaad doet
en geen smaad op zijn naaste laadt.
Iemand die zijn best doet om te leven zoals U het wil,
die van de waarheid houdt
en geen slechte dingen zegt over anderen
en die zijn vrienden geen kwaad doet.
die van de waarheid houdt
en geen slechte dingen zegt over anderen
en die zijn vrienden geen kwaad doet.