Ach HEER, red ons toch,
HEER, geef ons voorspoed.
Gezegend wie komt in de naam van de HEER.
Wij zegenen u vanuit het huis van de HEER.
HEER, geef ons voorspoed.
Gezegend wie komt in de naam van de HEER.
Wij zegenen u vanuit het huis van de HEER.
Heer, help ons en red ons.
Heer, maak ons gelukkig!
Wij bidden om vrede en geluk
voor alle mensen die naar de tempel komen
omdat ze vertrouwen op de Heer.
Heer, maak ons gelukkig!
Wij bidden om vrede en geluk
voor alle mensen die naar de tempel komen
omdat ze vertrouwen op de Heer.
Och HEERE, breng toch heil;
och HEERE, geef toch voorspoed.
Gezegend wie komt in de Naam van de HEERE!
Wij zegenen u vanuit het huis van de HEERE.
och HEERE, geef toch voorspoed.
Gezegend wie komt in de Naam van de HEERE!
Wij zegenen u vanuit het huis van de HEERE.
Och Here, geef toch heil,
och Here, geef toch voorspoed!
Gezegend hij, die komt in de naam des Heren;
wij zegenen u uit het huis des Heren.
och Here, geef toch voorspoed!
Gezegend hij, die komt in de naam des Heren;
wij zegenen u uit het huis des Heren.
Heer, red ons alstublieft!
Heer, zorg er alstublieft voor dat het goed met ons gaat!
Gezegend is de man die namens de Heer komt.
In het heiligdom van de Heer bidden we dat God goed voor jullie zal zijn.
Heer, zorg er alstublieft voor dat het goed met ons gaat!
Gezegend is de man die namens de Heer komt.
In het heiligdom van de Heer bidden we dat God goed voor jullie zal zijn.