Een rijke heeft macht over armen,
wie leent is de slaaf van zijn geldschieter.
wie leent is de slaaf van zijn geldschieter.
Rijke mensen hebben macht over arme mensen.
Mensen die geld uitlenen, zijn machtiger
dan mensen die zelf geld van iemand lenen.
Mensen die geld uitlenen, zijn machtiger
dan mensen die zelf geld van iemand lenen.
Een rijke heerst over armen,
en wie leent, wordt slaaf van de uitlener.
en wie leent, wordt slaaf van de uitlener.
De rijke heerst over de armen,
en de man die leent, is een knecht van de uitlener.
en de man die leent, is een knecht van de uitlener.
Een rijk mens heeft macht over arme mensen.
Als je leent, kom je in de macht van de man van wie je geleend hebt.
Als je leent, kom je in de macht van de man van wie je geleend hebt.