U bent het die mijn lamp doet schijnen,
U, HEER, mijn God, verlicht mijn duisternis.
U, HEER, mijn God, verlicht mijn duisternis.
Heer, mijn God, u brengt licht in mijn leven.
U helpt me als ik het moeilijk heb.
U helpt me als ik het moeilijk heb.
Want Ú doet mijn lamp schijnen, HEERE;
mijn God doet mijn duisternis opklaren.
mijn God doet mijn duisternis opklaren.
Gij toch doet mijn lamp schijnen,
de Here, mijn God, doet mijn duisternis opklaren.
de Here, mijn God, doet mijn duisternis opklaren.
U bent voor mij als een lamp, Heer,
want U brengt licht in mijn duisternis.
want U brengt licht in mijn duisternis.