Bijbelteksten over 'Bent'
- U, HEER, bent een schild om mij heen,
U bent mijn eer, U houdt mij staande. - Dus wij zijn medewerkers van God en u bent zijn akker.
U bent een bouwwerk van God. - U bent mijn rots, mijn vesting,
U zult mijn gids zijn, mij leiden, tot eer van uw naam. - Ik zeg tot de HEER: ‘U bent mijn Heer,
mijn geluk, niemand gaat U te boven.’ - U, Heer, bent goed en tot vergeving bereid,
uw trouw is groot voor ieder die U aanroept. - HEER, hoor mijn gebed,
luister naar mijn smeken,
antwoord mij, u bent trouw en rechtvaardig. - Bij U schuil ik, U bent mijn schild,
in uw woord stel ik mijn hoop. - Wijs mij de weg van uw waarheid en onderricht mij,
want U bent de God die mij redt,
op U blijf ik hopen, elke dag weer. - Want door dit geloof bent u allen kinderen van God, in Christus Jezus. U allen die door de doop één met Christus bent geworden, hebt u met Christus omkleed.
- Leer mij uw wil te volbrengen,
U bent mijn God,
laat uw goede geest mij leiden
over geëffende grond. - Hoe zou ik aan uw aandacht ontsnappen,
hoe aan uw blikken ontkomen?
Klom ik op naar de hemel – U tref ik daar aan,
lag ik neer in het dodenrijk – U bent daar. - En u, wie u ook bent, met uw oordeel al klaar: u bent evenmin te verontschuldigen. Het oordeel dat u over anderen velt, velt u over uzelf, want de dingen die u veroordeelt doet u zelf ook.
- Nog voor de bergen waren geboren,
voor U aarde en land had gebaard –
U bent, o God, van eeuwigheid tot eeuwigheid. - U weet toch dat u een tempel van God bent en dat de Geest van God in uw midden woont?
- Jij bent zo kostbaar in mijn ogen,
zo waardevol, en Ik houd zo veel van je
dat Ik de mensheid geef in ruil voor jou,
ja alle volken om jou te behouden. - Al gaat mijn weg
door een donker dal,
ik vrees geen gevaar,
want U bent bij mij,
uw stok en uw staf,
zij geven mij moed. - U, HEER, bent groots en machtig, vol luister, roem en majesteit. Alles in de hemel en op aarde behoort U toe, HEER, U bezit het koningschap en de heerschappij.
- Maar nu bent u, die eens ver weg was, in Christus Jezus dichtbij gekomen, door zijn bloed.
- Toen vroeg Hij hun: ‘En jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben?’
‘U bent de messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus. - Geliefde broeder, ik hoop dat het u in alle opzichten goed gaat en dat u gezond bent. Dat het uw ziel goed gaat weet ik.
- Daarom bent U groot, HEER, mijn God. Het is zoals ons altijd is voorgehouden: zoals U is er geen, er bestaat geen andere god dan U.
- En Ik zeg je: jij bent Petrus, en op die rots zal Ik mijn kerk bouwen; de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen.
- Geef iedereen wat hem toekomt: belasting aan wie u belasting verschuldigd bent, accijns aan wie u accijns verschuldigd bent, ontzag aan wie ontzag toekomt, eerbied aan wie eerbied toekomt.
- HEER, U bent mijn God.
Hoog zal ik U prijzen, uw naam loven.
Want wonderbaarlijk zijn uw daden,
sinds mensenheugenis hebt U uw plannen uitgevoerd,
trouw en betrouwbaar. - God, door wie u geroepen bent om één te zijn met zijn Zoon Jezus Christus, onze Heer, is trouw.