Jullie moeten blij zijn, omdat jullie bij de Heer horen. Ik zeg het nog eens: Wees altijd blij. | Verblijdt u in de Here te allen tijde! Wederom zal ik zeggen: Verblijdt u! |
Laat iedereen merken dat jullie vriendelijk zijn. En bedenk goed: de Heer is dicht bij ons. | Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend. De Here is nabij. |
Maak je geen zorgen, maar vraag God alles wat je nodig hebt. Bid tot God, wat er ook gebeurt. En dank hem altijd. Dan zal God zijn vrede aan jullie geven. Dat is een vrede die geen mens ooit gekend heeft. Die vrede zal jullie gevoel en jullie gedachten beschermen tegen al het kwaad. Want jullie horen bij Jezus Christus. | Weest in geen ding bezorgd, maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God. En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten behoeden in Christus Jezus. |
Vrienden, tot slot wil ik zeggen waar jullie je mee bezig moeten houden. Houd je bezig met alles wat waar is, alles wat respect verdient, alles wat goed is en zuiver, alles wat het waard is om van te houden en alles wat eer verdient. Dat betekent in het kort: doe wat goed is en waarvoor je respect krijgt. | Voorts, broeders, al wat waar, al wat waardig, al wat rechtvaardig is, al wat rein, al wat beminnelijk, al wat welluidend is, al wat deugd heet en lof verdient, bedenkt dat. |
Houd je aan alles wat ik jullie geleerd heb. Doe alles wat ik jullie verteld heb en wat ik aan jullie heb laten zien. Dan zal God zijn vrede aan jullie geven. | Wat u geleerd en overgeleverd is, wat gij van mij gehoord en gezien hebt, breng dat in toepassing en de God des vredes zal met u zijn. |
Ik wil niet klagen dat ik het zo moeilijk heb. Want ik heb geleerd om in alle situaties tevreden te zijn. | Niet dat ik dit zeg, als zou ik gebrek lijden; want ik heb geleerd met de omstandigheden, waarin ik verkeer, genoegen te nemen. |
Ik weet hoe het is om arm te zijn, en ik weet hoe het is om rijk te zijn. Ik heb alle situaties meegemaakt: Soms had ik veel te eten, en soms had ik honger. Soms was ik rijk, en soms had ik helemaal niets. | Ik weet wat armoede is en ik weet wat overvloed is. In elk opzicht en in alle dingen ben ik ingewijd, zowel in verzadigd worden als in honger lijden, zowel in overvloed als in gebrek. |
Ik kan alles verdragen, omdat de Heer mij kracht geeft. | Ik vermag alle dingen in Hem, die mij kracht geeft. |
Mijn God zal jullie alles geven wat jullie nodig hebben. Hij zal zijn hemelse rijkdom met jullie delen, dankzij Jezus Christus. | Mijn God zal in al uw behoeften naar zijn rijkdom heerlijk voorzien, in Christus Jezus. |
Alle eer aan onze God en Vader, voor altijd en eeuwig! Amen. | Onze God en Vader nu zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid! Amen. |
Ik wens jullie toe dat de Heer Jezus Christus goed voor jullie is. | De genade van de Here Jezus Christus zij met uw geest. |