Zingt Gode, psalmzingt zijn naam, baant de weg voor Hem die door de vlakten rijdt; Here is zijn naam, juicht dan voor zijn aangezicht. Hij is de vader der wezen en de rechter der weduwen, God in zijn heilige woning. | Zing voor God, bezing zijn naam, maak ruim baan voor Hem die door de vlakten rijdt. HEER is zijn naam! Jubel als Hij verschijnt: vader van wezen, beschermer van weduwen, God in zijn heilig verblijf. |
Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk (Gode) ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht. | Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie, een volk dat God zich verworven heeft om de grote daden te verkondigen van Hem die u uit de duisternis heeft geroepen naar zijn wonderbaarlijke licht. |
Zo iemand Gods tempel schendt, God zal hem schenden. Want de tempel Gods, en dat zijt gij, is heilig! | Als iemand Gods tempel vernietigt, zal God hem vernietigen, want Gods tempel is heilig – en die tempel bent u zelf. |
Want dit wil God: uw heiliging, dat gij u onthoudt van de hoererij, dat ieder uwer in heiliging en eerbaarheid zijn vat wete te verwerven, niet in hartstochtelijke begeerlijkheid, zoals ook de heidenen, die van God niet weten. | Het is de wil van God dat u een heilig leven leidt: dat u zich onthoudt van ontucht, dat ieder van u zijn lichaam heiligt en in eerbaarheid weet te beheersen en dat u niet zoals de heidenen, die God niet kennen, toegeeft aan uw hartstocht en begeerte. |
De Rots, wiens werk volkomen is, omdat al zijn wegen recht zijn; een God van trouw, zonder onrecht, rechtvaardig en waarachtig is Hij. | Hij is een rots, Hij staat voor recht; alles wat Hij doet is volmaakt. Trouw is God, rechtvaardig en zuiver, in Hem is geen spoor van kwaad. |