Jezus keek hen aan en zei: "Bij mensen is dat onmogelijk, maar niet bij God. Want bij God zijn alle dingen mogelijk." | Jezus keek hen aan en zei: ‘Als het van mensen afhangt, kan niemand gered worden. Maar het hangt van God af. En voor God is alles mogelijk.’ |
Daarbij moeten we alleen op Jezus letten, want Hij is onze Leider. Hij wijst ons de weg en gaat voor ons uit. Hij is ons voorbeeld in het geloof. Hij verdroeg de dood aan het kruis en alle schande, omdat Hij wist hoe blij Hij daarna zou zijn. Nu zit Hij naast God op de troon. | Laten we daarbij steeds blijven denken aan Jezus. Hij zorgde ervoor dat we gingen geloven, en hij maakt ons geloof volmaakt. Hij is voor ons aan het kruis gestorven. Hij vond het niet erg dat hij op die manier vernederd werd. Want hij dacht aan de beloning die hij in de hemel zou krijgen. En nu zit hij naast God, aan de rechterkant van Gods troon. |
Jezus zei tegen haar: "Ik heb je toch gezegd dat je, als je Mij gelooft, zal zien hoe goed en machtig God is?" | Toen zei Jezus tegen haar: ‘Denk aan wat ik je gezegd heb! Als je gelooft, zul je Gods hemelse macht zien.’ |
Als iemand hardop erkent dat Jezus de Zoon van God is, mag hij er zeker van zijn dat God in hem woont en dat hij in God is. | Iedereen die gelooft dat Jezus de Zoon van God is, hoort voor altijd bij God. En God blijft voor altijd in hem. |
Wees net zo bescheiden als Jezus Christus was. | Bedenk wat Jezus Christus gedaan heeft. Daaraan zien jullie hoe jullie met elkaar om moeten gaan. |
En Ik geef hun het eeuwige leven. Ze zullen tot in eeuwigheid niet verloren gaan. Ze zijn van Mij en niemand zal ze uit mijn handen kunnen roven. Mijn Vader heeft hen aan Mij gegeven. Hij is machtiger dan wie dan ook. Niemand kan iets uit de handen van mijn Vader roven. Ik en de Vader zijn helemaal één. | Ik zorg ervoor dat ze gered worden, ik geef hun het eeuwige leven. En niemand kan hen bij mij weghalen. Want mijn Vader heeft mij de hoogste macht gegeven. De Vader en ik zijn samen één. En niemand kan God, de Vader, iets afnemen. |
Híj werd mishandeld vanwege ónze ongehoorzaamheid aan God. Híj werd geslagen omdat wíj zoveel slechte dingen deden. Híj kreeg de straf, zodat wíj vrede met God zouden kunnen hebben. Zíjn lichaam werd stukgeslagen met de zweep, zodat wíj genezing zouden kunnen krijgen van onze ziekten. | Maar God heeft hem gestraft voor ons. Gods dienaar is mishandeld voor onze fouten, hij is gedood voor onze zonden. Want wij luisterden niet meer naar God, we leken wel verdwaalde schapen. En Gods dienaar moest onze schuld dragen. Omdat hij gestraft werd, hebben wij nu vrede. Omdat hij geslagen is, zijn wij genezen. |
Niemand anders dan Hij kan de mensen redden. Er is op aarde niemand anders door wie de mensen gered kunnen worden. | Hij is de redder die God gestuurd heeft. Er is niemand anders op de wereld die ons kan redden. |
We hebben gezien dat God van ons houdt: Hij heeft zijn enige Zoon naar de aarde gestuurd om ons eeuwig leven te geven. | God heeft zijn liefde aan ons laten zien door zijn enige Zoon naar de wereld te sturen. Dankzij zijn Zoon krijgen wij het eeuwige leven. |
Want als twee of drie mensen die bij Mij horen, bij elkaar zijn, dan ben Ik daar Zelf ook. | Want overal waar twee of meer gelovigen bij elkaar zijn, daar ben ik ook. |
Hij zei tegen hen: "Wat voor mensen niet mogelijk is, is voor God wél mogelijk." | Jezus zei: ‘Als het van mensen afhangt, kan niemand gered worden. Maar het hangt van God af. En dan kan het wel.’ |
Maar prijs God, Hij heeft ons de overwinning gegeven door onze Heer Jezus Christus. | Maar onze Heer Jezus Christus zal voor ons de dood overwinnen. Laten we God daarvoor danken! |
Ik geef jullie de opdracht om net zoveel van elkaar te houden als dat Ik van jullie houd. | Ik geef jullie deze regel: Houd van elkaar, net zoals ik van jullie houd. |
Want als je met je mond hardop zegt dat Jezus de Heer is, en met je hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft teruggeroepen en levend heeft gemaakt, ben je gered. | Met onze mond eren we Jezus als onze Heer. En met heel ons hart geloven we dat God hem uit de dood heeft laten opstaan. Daarom zullen we gered worden. |
En als je het kruis niet opneemt en Mij volgt, ben je Mij niet waard. | Je kunt alleen bij mij horen als je met mij meegaat en samen met mij lijdt. |
Mijn God zal jullie in alles overvloedig geven wat jullie nodig hebben. Want Hij geeft overvloedig omdat Hij Zelf overvloedig bezit. Hij geeft ons in Jezus Christus van zijn rijkdom. | Mijn God zal jullie alles geven wat jullie nodig hebben. Hij zal zijn hemelse rijkdom met jullie delen, dankzij Jezus Christus. |
Ik bid dat de Heer Jezus Christus in alles goed voor je zal zijn. | Ik wens jou en alle anderen toe dat onze Heer Jezus Christus goed voor jullie zal zijn. |
Want er is maar één God en er is ook maar één persoon die voor de mensen opkomt bij God: de mens Jezus Christus. | Dit is de waarheid: Er is maar één God. En de enige die mensen bij God kan brengen, is de mens Jezus Christus. |
Houd van elkaar, net zoals Christus van ons houdt. Want omdat Hij zoveel van ons houdt, heeft Hij zijn leven voor ons geofferd. En God was blij met zijn offer. | En leef met elkaar in liefde. Zo leefde Christus ook. Hij hield van ons, en hij is voor ons gestorven. Hij gaf zijn leven als offer, en dat was een geschenk dat God graag aannam. |
Vertrouw met je hele hart op de Heer God. Wees altijd bereid om aan iedereen die er meer over wil weten, te vertellen over de zekerheid die jullie hebben. Maar doe dat wel vriendelijk en met respect. | Eer Christus met heel je hart. Vertel iedereen dat hij je Heer is, en dat je op hem vertrouwt. Geef altijd antwoord als iemand je daar iets over vraagt. |
Ik bid dat onze Heer Jezus Christus in alles goed voor jullie zal zijn. | Ik wens jullie toe dat de Heer Jezus Christus goed voor jullie is. |
Jezus begon weer les te geven. Hij zei: "IK BEN het licht voor de mensen. Iemand die Mij volgt, hoeft nooit meer in het donker te leven. Hij zal wandelen in het licht dat leven geeft." | Later sprak Jezus opnieuw tegen de mensen. Hij zei: ‘Ik ben het licht voor de wereld. Als je mij volgt, leef je niet meer in het donker. Dan hoor je bij het licht dat leven geeft.’ |
Jezus Christus is gisteren, vandaag en voor eeuwig Dezelfde. | Want Jezus Christus blijft dezelfde, vroeger, nu, en altijd. |
Want God heeft ons gemaakt. En Hij heeft ook Zelf in Jezus Christus nieuwe mensen van ons gemaakt. Nu kunnen we voor Hem de goede dingen doen die Hij van tevoren al voor ons had bedacht. | God heeft nieuwe mensen van ons gemaakt. Want door Jezus Christus zijn wij mensen geworden die goed leven. Dat was Gods bedoeling, daarvoor heeft hij ons bestemd. |
Wij dachten dat Hem dat allemaal overkwam omdat Hij door God werd gestraft! Maar Hij heeft ónze ziekten op zich genomen en ónze pijn weggedragen. | Gods dienaar heeft pijn gehad, hij heeft voor ons geleden. Hij heeft onze ziektes en onze pijn gedragen. Wij dachten dat God zijn dienaar liet lijden om hem te straffen. |