Maar Hij kent de weg die ik ga. Laat Hij mij beproeven – ik zal er als goud uitkomen. Mijn voet heeft zich aan Zijn spoor gehouden; aan Zijn weg heb ik mij gehouden, ik ben er niet van afgeweken. | Want Hij weet, hoe mijn wandel is; toetste Hij mij, ik kwam als goud te voorschijn. Mijn voet bleef vast in zijn spoor, ik hield zijn weg zonder af te buigen. |
Het gebod van Zijn lippen heb ik niet weggedaan; de woorden van Zijn mond heb ik verborgen, meer dan het mij toegewezen deel. | Het gebod zijner lippen deed ik niet wijken, in mijn binnenste verborg ik de woorden van zijn mond. |
Gerelateerde onderwerpen
Volmaaktheid
Hij die oprecht wandelt...
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en goedertierenheid...
Wet
Deze woorden, die ik...
Spreken
Dood en leven zijn...
Gehoorzaamheid
Jezus antwoordde en zei...
Woord van God
Want het Woord van...