- Ik ben de deur: wanneer iemand door Mij binnenkomt zal hij gered worden; hij zal in en uit lopen, en hij zal weidegrond vinden.
- Een dief komt alleen om te roven, te slachten en te vernietigen, maar Ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid.
- Ik ben de goede herder. Een goede herder is bereid zijn leven te geven voor de schapen.
- Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit mijn hand roven. Wat mijn Vader Mij gegeven heeft gaat alles te boven, niemand kan het uit de hand van mijn Vader roven, en de Vader en Ik zijn één.