Maar hij zei tegen hen: Wees niet ontdaan. U zoekt Jezus de Nazarener, de Gekruisigde. Hij is opgewekt! Hij is hier niet; zie de plaats waar ze Hem gelegd hadden. | Maar hij zei tegen hen: ‘Wees niet bang. Jullie zoeken Jezus van Nazaret, die gekruisigd is. Hij is opgewekt uit de dood, Hij is niet hier; kijk, dat is de plaats waar Hij was neergelegd.’ |
En Hij zei tegen hen: Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen. | En Hij zei tegen hen: ‘Trek heel de wereld rond en verkondig het goede nieuws aan alle schepselen.’ |
Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden, maar wie niet geloofd zal hebben, zal verdoemd worden. | Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered, maar wie niet gelooft zal worden veroordeeld. |
De Heere dan is, nadat Hij tot hen gesproken had, opgenomen in de hemel en heeft Zich gezet aan de rechterhand van God. | Nadat Hij dit tegen hen had gezegd, werd de Heer opgenomen in de hemel en nam Hij plaats aan de rechterhand van God. |