Verder zag ik van al het zwoegen en alle bekwaamheid bij het werk, dat het iemand afgunst oplevert van zijn naaste. Ook dat is vluchtig en najagen van wind. | Ik heb al het gezwoeg gezien, en vastgesteld dat alles wat een mens bereikt het resultaat is van zijn afgunst op een ander. Ook dat is enkel lucht en najagen van wind. |
Twee zijn beter dan één, want samen krijgen zij een goede beloning voor hun zwoegen. | Je kunt beter met zijn tweeën dan alleen zijn, want samen zwoegen loont. |
Want als zij vallen, helpt de één zijn metgezel overeind. Maar wee die ene die valt, terwijl er geen tweede is om hem overeind te helpen. | Wanneer twee vrienden samen zijn en een van beiden valt, helpt de ander hem weer overeind, maar wie alleen is en ten val komt is beklagenswaardig, want hij heeft niemand die hem op de been helpt. |
En als iemand de één overweldigt, zullen die twee tegen hem standhouden. Een drievoudig snoer wordt niet snel gebroken. | En iemand die alleen is kan zich niet verdedigen wanneer hij aangevallen wordt, maar met zijn tweeën houd je stand. Een koord dat uit drie strengen is gevlochten, is niet snel stuk te trekken. |