Halleluja. Welzalig de man, die de Here vreest, die van harte lust heeft in zijn geboden. | Halleluja! Welzalig de man die de HEERE vreest, die grote vreugde vindt in Zijn geboden. |
Voorspoedig is de man die zich ontfermt en uitleent, die zijn zaken recht behartigt. | Goed gaat het een man die zich ontfermt en uitleent, hij behartigt zijn zaken volgens het recht. |
Want hij zal nimmer wankelen, tot eeuwige gedachtenis zal de rechtvaardige zijn. | Voorzeker, hij zal voor eeuwig niet wankelen, de rechtvaardige zal eeuwig in gedachtenis blijven. |