Zeker, mijn ziel is stil voor God; van Hem is mijn heil. | Bij God ben ik veilig. Hij zal mij redden. |
Zeker, Hij is mijn rots en mijn heil, mijn veilige vesting; ik zal niet al te zeer wankelen. | Hij is de rots onder mijn voeten. Hij is de burcht waarin ik veilig ben. Ik zal niet verslagen worden door mijn vijanden. |
Zeker, mijn ziel, zwijg voor God, want van Hem is mijn verwachting. | Maar bij God ben ik veilig. Want ik vertrouw er op dat Hij me zal redden. |
Zeker, Hij is mijn rots en mijn heil, mijn veilige vesting; ik zal niet wankelen. | Hij is de rots onder mijn voeten. Hij is de burcht waarin ik veilig ben. Ik zal niet verslagen worden door mijn vijanden. |
In God is mijn heil en mijn eer; mijn sterke rots, mijn toevlucht is in God. | God zal mijn eer redden. Hij is de rots onder mijn voeten. Bij Hem ben ik veilig. |
Ook de goedertierenheid is van U, Heere, want U zult eenieder vergelden naar zijn werk. | U bent goed en liefdevol, Heer, U zal iedereen geven wat hij heeft verdiend met zijn daden. |
Gerelateerde onderwerpen
Redding
En de zaligheid is...
Rust
Kom naar Mij toe...
Ziel
Dan zult u daar...
Bescherming
Bekleed u met de...
Vertrouwen
Vertrouw op de HEERE...
Betrouwbaarheid
Maar de Heere is...