Mijn mond is vervuld van uw lof, de ganse dag van uw luister. | Ik zing over u, elke dag weer zing ik over uw macht. |
Mijn lippen zullen jubelen, wanneer ik U zal psalmzingen, en mijn ziel, die Gij hebt verlost. | Ik zal voor u juichen en zingen, want u zult mij bevrijden. |