Ten slotte, broeders en zusters, laat u leiden door al wat waar is, al wat edel, rechtvaardig, zuiver, beminnelijk en eervol is, kortom door al wat deugdzaam is en lof verdient.
God heeft de macht u te overstelpen met al zijn gaven, zodat u altijd en in alle opzichten voldoende voor uzelf hebt en ook nog ruimschoots kunt bijdragen aan allerlei goed werk.