Woorden uit de mond van een wijze zijn innemend, maar de lippen van een dwaas verslinden hemzelf. | Als een wijs mens iets zegt, dan krijgt hij waardering. Maar als een dwaas iets gaat zeggen, dan brengt hij zichzelf in de problemen. |
Belijdt daarom elkander uw zonden en bidt voor elkander, opdat gij genezing ontvangt. Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, doordat er kracht aan verleend wordt. | Vertel elkaar wat je verkeerd gedaan hebt. En bid voor elkaar. Dan zullen jullie gered worden. Want als goede en eerlijke mensen tot God bidden en hem om iets vragen, zullen ze het zeker krijgen. |
Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem. | Mijn dood brengt redding. Als je dat gelooft, dan is het alsof je mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt. Dan ben ik in je, en dan hoor je voor altijd bij mij. |
Wij weten nu, dat God alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben, die volgens zijn voornemen geroepenen zijn. | God zorgt ervoor dat al ons lijden uiteindelijk het goede brengt: onze eeuwige redding. Dat is zeker, want God houdt van ons. God heeft ons uitgekozen volgens zijn plan. |
Opdat, gelijk de zonde als koning heerste in de dood, zo ook de genade zou heersen door rechtvaardigheid ten eeuwigen leven door Jezus Christus, onze Here. | Zolang de zonde macht had over de mensen, moesten alle mensen sterven. Maar nu wordt ons leven bepaald door Gods goedheid. Nu ziet God ons als goede mensen en wil hij ons het eeuwige leven geven, dankzij Jezus Christus, onze Heer. |
Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn. Want de wet van de Geest des levens heeft u in Christus Jezus vrijgemaakt, van de wet der zonde en des doods. | De mensen die bij Jezus Christus horen, zijn bevrijd van Gods straf. Wij waren in de macht van de zonde en de dood. Maar de heilige Geest heeft ons uit die macht bevrijd. En dankzij Jezus Christus krijgen we het eeuwige leven. |
Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood, maar de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Here. | Wie gehoorzaam is aan de zonde, krijgt als beloning de dood. Maar wie bij God hoort, krijgt het geschenk dat God ons wil geven: het eeuwige leven, dankzij onze Heer Jezus Christus. |
Indien dan uw rechteroog u tot zonde zou verleiden, ruk het uit en werp het van u, want het is beter voor u, dat één uwer leden verloren ga en niet uw gehele lichaam in de hel geworpen worde. | Stel dat je rechteroog iets slechts ziet. Iets dat jou weghaalt bij God. Ruk je oog dan uit en gooi het weg. Je verliest dan een deel van je lichaam. Maar anders kom je met je hele lichaam in de hel terecht. |
Maar de wijsheid van boven is vooreerst rein, vervolgens vreedzaam, vriendelijk, gezeggelijk, vol van ontferming en goede vruchten, onpartijdig en ongeveinsd. | Nee, echte wijsheid krijg je van onze God. Je laat zien dat je wijs bent als je leeft zoals God het wil. Wijze mensen leven namelijk in vrede met iedereen. Ze zijn geduldig en gehoorzaam. Ze zijn goed voor anderen. Ze behandelen alle mensen gelijk, en ze zijn altijd eerlijk. Ze doen alleen maar goede dingen. |
En Hem lief te hebben uit geheel het hart en uit geheel het verstand en uit geheel de kracht, en de naaste lief te hebben als zichzelf, is meer dan alle brandoffers en slachtoffers. | En wij moeten van hem houden met ons hele hart, met ons hele verstand en met al onze kracht. En van de mensen om ons heen moeten we evenveel houden als van onszelf. Die regels zijn veel belangrijker dan alle offers in de tempel. |
Maar wie zich verdiept in de volmaakte wet, die der vrijheid, en daarbij blijft, niet als een vergeetachtige hoorder, doch als een werkelijk dader, die zal zalig zijn in zijn doen. | Je moet je altijd laten leiden door Gods wet. Want die wet is volmaakt, en geeft je vrijheid. Je moet niet alleen maar naar Gods wet luisteren, en Gods woorden meteen weer vergeten. Nee, je moet ook doen wat God van je vraagt. Dan zul je gelukkig zijn! |
Als tegenbeeld daarvan redt u thans de doop, die niet is een afleggen van lichamelijke onreinheid, maar een bede van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus. | Nu worden jullie ook uit een slechte wereld gered door water. Want door het water van de doop kun je gaan leven zoals God het wil. Het water van de doop wast niet het vuil van je lichaam, maar laat zien dat je bij Christus hoort. |
Doet alles zonder morren of bedenkingen, opdat gij onberispelijk en onbesmet moogt zijn, onbesproken kinderen Gods te midden van een ontaard en verkeerd geslacht, waaronder gij schijnt als lichtende sterren in de wereld, het woord des levens vasthoudende. | Doe alles zonder te klagen, en zonder ruzie te maken. Dan zullen jullie volmaakte kinderen van God zijn, zuiver en zonder fouten. Dan vallen jullie op tussen alle slechte en oneerlijke mensen, als sterren die schitteren in de nacht. Houd vast aan het goede nieuws, dan krijg je het eeuwige leven. |
Zij zullen niet meer hongeren en niet meer dorsten, ook zal de zon niet op hen vallen, noch enige hitte, want het Lam, dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en hen voeren naar waterbronnen des levens; en God zal alle tranen van hun ogen afwissen. | Ze zullen geen honger of dorst meer hebben. Ze zullen geen last hebben van de hete wind en de brandende zon. Want het lam, dat vlak bij Gods troon staat, zal hen beschermen. Het lam brengt hen naar een bron met water dat eeuwig leven geeft. En dan zal God al hun tranen drogen. |
Maar van het begin der schepping heeft Hij hen als man en vrouw gemaakt; daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten, en die twee zullen tot één vlees zijn. Zo zijn zij niet meer twee, maar één vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet. | Maar al bij de schepping maakte God een man en een vrouw. Zo komt het dat een man niet bij zijn vader en moeder blijft. Hij gaat met zijn vrouw leven en ze worden samen helemaal één. Ze zijn niet langer twee, maar ze zijn samen één geheel. En wat God bij elkaar brengt, mag een mens niet scheiden. |
Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten des harten. | De woorden van de levende God zijn krachtig. Ze dringen diep door in ons hart, nog dieper dan een scherp zwaard. Want God weet wat ons van binnen bezighoudt. En hij beoordeelt onze gedachten en verlangens. |
Hij antwoordde en zeide: Hebt gij niet gelezen, dat de Schepper hen van den beginne als man en vrouw heeft gemaakt? En Hij zeide: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen en die twee zullen tot één vlees zijn. Zo zijn zij niet meer twee, maar één vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet. | Maar Jezus zei: ‘Jullie weten best dat God bij de schepping een man en een vrouw maakte. En God zei erbij: ‘Een man blijft niet bij zijn vader en moeder. Hij gaat met zijn vrouw leven en ze worden samen helemaal één.’ Ze zijn niet langer twee, maar ze zijn samen één geheel. En wat God bij elkaar brengt, mag een mens niet scheiden.’ |
Gerelateerde onderwerpen
Lichaam
Of weet gij niet...
Zonde
Of weet gij niet...
Eeuwig leven
En Ik geef hun...
Hel
Ook de rijke stierf...
Wijsheid
Want de HERE geeft...
Liefde
De liefde is lankmoedig...