En de God van de volharding en van de vertroosting moge u geven onderling eensgezind te zijn in overeenstemming met Christus Jezus. | Moge God, die ons doet volharden en ons troost geeft, u de eensgezindheid geven die Christus Jezus van ons vraagt. |
Ik heb de weg van de waarheid gekozen, Uw bepalingen heb ik mij voor ogen gesteld. | Ik heb de betrouwbare weg gekozen, met uw voorschriften voor ogen. |
Zo immers heeft de Heere ons geboden: Ik heb u tot een licht voor de heidenen gesteld, opdat u tot zaligheid zou zijn tot aan het uiterste van de aarde. | Want de Heer heeft ons het volgende opgedragen: “Ik heb je bestemd tot een licht voor alle volken, om redding te brengen tot aan de uiteinden van de aarde.” |
Al zou ik de talen van de mensen en van de engelen spreken, maar ik had de liefde niet, dan zou ik klinkend koper of een schallende cimbaal zijn geworden. | Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schallende cimbaal. |
En kleedt u zich boven alles met de liefde, die de band van de volmaaktheid is. | En bovenal, kleed u in de liefde, dat is de band die u tot een volmaakte eenheid maakt. |
De prikkel nu van de dood is de zonde, en de kracht van de zonde is de wet. | De angel van de dood is de zonde, en de zonde ontleent haar macht aan de wet. |
Ik onderwijs je in de weg van de wijsheid en laat je in de rechte sporen treden. | Ik heb je de weg van de wijsheid gewezen, op rechte paden heb ik je gevoerd. |
Gerechtigheid verhoogt een volk, maar zonde is een schandvlek voor de natiën. | Rechtvaardigheid verheft een volk, zonde maakt het te schande. |
De hand van de vlijtigen zal heersen, maar bedrog leidt tot herendienst. | Een vlijtig mens verwerft gezag, luiheid leidt tot slavernij. |
Van hem die zijn oor afkeert van het luisteren naar de wet, is zelfs zijn gebed een gruwel. | Als je geen gehoor geeft aan de wet, is zelfs je gebed de HEER een gruwel. |
De liefde doet de naaste geen kwaad. Daarom is de liefde de vervulling van de wet. | Liefde berokkent de naaste geen kwaad, dus de wet vindt zijn vervulling in de liefde. |
Want alles wat eertijds geschreven is, is tot onze onderwijzing eerder geschreven, opdat wij in de weg van volharding en vertroosting door de Schriften de hoop zouden behouden. | Alles wat vroeger is geschreven, is geschreven om ons te onderwijzen, opdat wij door te volharden en door troost te putten uit de Schriften zouden blijven hopen. |
Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde. In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de zonden. | Hij heeft ons gered uit de macht van de duisternis en ons overgebracht naar het rijk van zijn geliefde Zoon, die ons de verlossing heeft gebracht, de vergeving van onze zonden. |
De vreze des HEEREN is het beginsel van de kennis, dwazen verachten wijsheid en vermaning. | Het begin van alle kennis is ontzag voor de HEER; alleen een dwaas veracht wijsheid en wijst vermaning af. |
Want het einddoel van de wet is Christus, tot gerechtigheid voor ieder die gelooft. | De wet evenwel vindt zijn doel in Christus, zodat iedereen die gelooft rechtvaardig zal worden verklaard. |
Doe weg van jou valsheid van mond en houd bedrog van lippen ver van je verwijderd. | Neem nooit leugens in de mond, laat geen bedrog over je lippen komen. |
Het beginsel van wijsheid is: verwerf wijsheid, en bij alles wat je verwerft: verwerf inzicht! | Het begin van wijsheid is dat je wijsheid zoekt, inzicht najaagt met alles wat je bezit. |
De HEERE is goed, Hij is tot een vesting op de dag van de benauwdheid. Hij kent hen die tot Hem hun toevlucht nemen. | De HEER is goed, een vesting in tijden van nood, Hij kent wie bij Hem schuilen. |
Huis en bezit zijn een erfenis van de vaderen, maar een verstandige vrouw is van de HEERE. | Huis en have erf je van je voorouders, maar een vrouw met inzicht krijg je van de HEER. |
Als ik toch niet had geloofd dat ik de goedheid van de HEERE zou zien in het land van de levenden, ik was vergaan. | Mag ik niet verwachten de goedheid van de HEER te zien in het land van de levenden? |
Dood en leven zijn in de macht van de tong, wie hem liefheeft, zal de vrucht ervan eten. | Woorden hebben macht over leven en dood, wie zijn tong koestert, plukt daarvan de vruchten. |
HEERE, God van de legermachten, breng ons terug; doe Uw aangezicht lichten, dan zullen wij verlost worden. | HEER, God van de hemelse machten, keer ons lot ten goede, toon uw lichtend gelaat en wij zijn gered. |
U bent het licht van de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen zijn. | Jullie zijn het licht voor de wereld. Een stad die op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. |
Hij, Die Zijn opperzalen in de hemel bouwde en Zijn gewelf op de aarde grondvestte, Hij, Die het water van de zee riep en uitgoot over het aardoppervlak: HEERE is Zijn Naam. | Hij die in de hemel zijn verheven verblijf heeft gebouwd, Hij die het hemelgewelf op de aarde laat rusten, Hij die het water van de zee bijeenroept en het uitstort over de aarde – zijn naam is HEER. |
De gift van een mens maakt ruimte voor hem, en leidt hem in de tegenwoordigheid van groten. | Wie geschenken uitdeelt, opent deuren voor zichzelf, hij verschaft zich toegang tot de machtigen. |