In heel Judea en Galilea en Samaria leefde de gemeente in vrede en kwam tot bloei. De gelovigen leefden in ontzag voor de Heer, en dankzij de bijstand van de heilige Geest nam hun aantal steeds meer toe. | Overal in Judea, Galilea en Samaria konden de volgelingen van Jezus nu in vrede leven. Met hulp van de heilige Geest gingen er steeds meer mensen geloven. De kerk groeide, en alle gelovigen leefden zoals de Heer het wilde. |
En iedereen die kwaadspreekt van de Mensenzoon zal vergeving ontvangen. Maar wie kwaadspreekt van de heilige Geest zal geen vergeving ontvangen, noch in deze wereld, noch in de komende. | Als iemand slechte dingen zegt over de Mensenzoon, kan hij vergeving krijgen. Maar als iemand slechte dingen zegt over de heilige Geest, krijgt hij geen vergeving. Niet nu in deze wereld, en ook niet straks in Gods nieuwe wereld. |
In de morgen, HEER, hoort U mijn stem, in de morgen wend ik mij tot U en wacht. | Elke ochtend hoort u mijn stem, Heer. Elke ochtend bid ik tot u, en dan wacht ik op antwoord. |
Span u in om door de samenbindende kracht van de vrede de eenheid te bewaren die de Geest u geeft. | De heilige Geest heeft ervoor gezorgd dat jullie een eenheid zijn. Doe je uiterste best om die eenheid te bewaren, door in vrede met elkaar te leven. |
Draag de verlossing als helm en Gods woord als zwaard, dat u van de Geest ontvangt. | Vertrouw erop dat God je zal redden, want dat vertrouwen beschermt je als een helm. En de boodschap van God is je zwaard. De heilige Geest zal je helpen om die boodschap kracht te geven. |
Hij is niet hier, Hij is uit de dood opgewekt. Herinner je wat Hij jullie gezegd heeft toen Hij nog in Galilea was: de Mensenzoon moest worden uitgeleverd aan zondaars en moest gekruisigd worden en op de derde dag opstaan. | Jezus is hier niet. Hij is opgestaan uit de dood. Weten jullie nog wat hij in Galilea gezegd heeft? Hij zei: ‘Ik, de Mensenzoon, zal door slechte mensen gevangengenomen worden. Ze zullen mij aan het kruis laten sterven. Maar drie dagen later zal ik opstaan uit de dood.’ |
Een mens maakt allerlei plannen, wat wordt uitgevoerd, is het plan van de HEER. | Mensen bedenken zelf wat ze willen doen, maar de Heer bepaalt wat er gebeurt. |
Wanneer ze dus tegen jullie zeggen: “Kom mee, hij is in de woestijn,” ga er dan niet heen, of als ze zeggen: “Kijk, hij is daarbinnen,” geloof dat dan niet. Want zoals de bliksem de hemel van oost tot west verlicht, zo zal de Mensenzoon komen. | In die tijd zullen mensen tegen jullie zeggen dat de messias in de woestijn is. Of dat hij ergens in een huis is. Geloof dat niet, en ga er niet heen. Want als de Mensenzoon komt, zal iedereen hem zien. Net zoals iedereen de bliksem in de lucht kan zien. |
De bevelen van de HEER zijn eenduidig: vreugde voor het hart. Het gebod van de HEER is helder: licht voor de ogen. | De opdrachten van de Heer zijn goed, ze geven mensen vreugde. De regels van de Heer zijn duidelijk, ze geven mensen nieuwe kracht. |
We zijn nu op weg naar Jeruzalem, waar de Mensenzoon zal worden uitgeleverd aan de hogepriesters en de schriftgeleerden, die Hem ter dood zullen veroordelen. Ze zullen Hem uitleveren aan de heidenen, en die zullen Hem bespotten, geselen en kruisigen. Maar op de derde dag zal Hij worden opgewekt uit de dood. | We zijn op weg naar Jeruzalem. Daar zal de Mensenzoon uitgeleverd worden aan de priesters en de wetsleraren. Zij zullen besluiten dat hij gedood moet worden. Ze zullen hem uitleveren aan de ongelovigen. Die zullen hem bespotten, en hem met de zweep slaan. Daarna zullen ze hem aan het kruis hangen. Maar drie dagen later zal hij opstaan uit de dood. |
De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de eenheid met de heilige Geest zij met u allen. | Ik wens jullie allemaal toe dat de Heer Jezus Christus goed voor jullie is, dat God jullie zijn liefde geeft, en dat de heilige Geest een eenheid van jullie maakt. |
Toen zei de HEER God: ‘Nu is de mens aan Ons gelijk geworden, nu heeft hij kennis van goed en kwaad. Nu wil Ik voorkomen dat hij ook vruchten van de levensboom plukt, want als hij die zou eten, zou hij eeuwig leven.’ Daarom stuurde Hij de mens weg uit de tuin van Eden om de aarde waaruit hij was genomen te gaan bewerken. | God dacht: Nu zijn de mensen net zoals ik. Ze weten nu wat goed is en wat kwaad is. Maar ik wil niet dat ze ook eten van de boom van het leven. Als ze vruchten van die boom eten, blijven ze altijd leven. Daarom stuurde God de mensen weg uit de tuin van Eden. Hij had de mens gemaakt van aarde. Nu moesten de mensen voortaan op die aarde gaan werken. |
Wees niet op uzelf gericht, maar op de ander. | Jullie moeten niet alleen aan jezelf denken, maar ook aan anderen. |
Overdag bewijst de HEER mij zijn liefde, ’s nachts klinkt een lied in mij op, een gebed tot de God van mijn leven. | Eens zal de Heer mij weer zijn liefde geven! Dan zal ik dag en nacht voor hem zingen, ik zal bidden tot de God die mij leven geeft. |
De wet van de HEER is volmaakt: levenskracht voor de mens. De richtlijn van de HEER is betrouwbaar: wijsheid voor de eenvoudige. | De wet van de Heer is volmaakt, zijn wet geeft mensen weer kracht. De woorden van de Heer zijn betrouwbaar, het zijn wijze lessen voor jonge mensen. |
Want er staat: ‘Ieder die de naam van de Heer aanroept, zal worden gered.’ | Want in de heilige boeken staat: «Iedereen die hem Heer noemt, zal gered worden.» |
Ach HEER, red ons toch, HEER, geef ons voorspoed. Gezegend wie komt in de naam van de HEER. Wij zegenen u vanuit het huis van de HEER. | Heer, help ons en red ons. Heer, maak ons gelukkig! Wij bidden om vrede en geluk voor alle mensen die naar de tempel komen omdat ze vertrouwen op de Heer. |
Want het oog van de Heer rust op de rechtvaardigen en zijn oor luistert naar hun hulpgeroep, maar Hij keert zich tegen wie kwaad doen. | De Heer helpt mensen die trouw zijn aan hem, hij hoort hen als ze om hulp roepen. Maar hij vernietigt mensen die kwaad doen. |
Oprecht is het woord van de HEER, alles wat Hij doet is betrouwbaar. | Want wat de Heer zegt, is waar. Alles wat hij doet, is goed. |
Van de HEER is de aarde en alles wat daar leeft, de wereld en wie haar bewonen. | Van de Heer is de aarde en alles wat er leeft, van hem is de wereld en ieder die er woont. |
Onze hulp is in de naam van de HEER, die hemel en aarde gemaakt heeft. | De Heer is machtig, hij helpt ons altijd. Hij heeft de hemel en de aarde gemaakt. |
Alleen de zegen van de HEER maakt rijk, zwoegen voegt daar niets aan toe. | Van hard werken alleen word je niet rijk, je hebt de zegen van de Heer nodig. |
Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor de mensen die Hij liefheeft. | Alle eer aan God in de hemel. En vrede op aarde voor de mensen van wie God houdt. |
Wie zich bekommert om een vriend in nood toont zijn eerbied voor de Ontzagwekkende. | Iemand die zijn vriend in de steek laat, heeft ook geen eerbied voor de machtige God. |
Welnu, met de Heer wordt de Geest bedoeld, en waar de Geest van de Heer is, daar is vrijheid. | En de heilige Geest maakt mensen vrij, zodat ze alles kunnen begrijpen. |