En dit is het getuigenis, namelijk dat God ons het eeuwige leven gegeven heeft; en dit leven is in Zijn Zoon. | Wat heeft God dan gezegd? Dit: God heeft ons eeuwig leven gegeven door ons zijn Zoon te geven. Gods Zoon heeft het eeuwige leven. |
Want dit is de boodschap die u vanaf het begin gehoord hebt, dat wij elkaar moeten liefhebben. | Want dit is de boodschap die jullie vanaf het begin hebben gehoord: dat we van elkaar moeten houden. |
En dit gebod hebben wij van Hem, dat wie God liefheeft, ook zijn broeder moet liefhebben. | Daarom heeft Jezus ons bevolen: als je van Hem houdt, moet je ook van je broeders en zusters houden. |
De slotsom van al wat door u gehoord is, is dit: Vrees God, en houd u aan Zijn geboden, want dit geldt voor alle mensen. | Van alles wat ik hier gezegd heb, is de conclusie: Heb diep ontzag voor God en houd je aan zijn wet. Want dat is het belangrijkste voor elk mens. |
Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad. | Maar in alle moeilijkheden zijn we meer dan overwinnaars, dankzij Hem die van ons houdt. |
Dit is Mijn gebod: dat u elkaar liefhebt, zoals Ik u liefgehad heb. | Ik geef jullie de opdracht om net zoveel van elkaar te houden als dat Ik van jullie houd. |
En dit zeg ik: Wie karig zaait, zal ook karig oogsten; en wie zegenrijk zaait, zal ook zegenrijk oogsten. | Bedenk dit als je iets wil geven: iemand die zuinig zaait, zal ook weinig oogsten. En iemand die veel zaait, zal ook veel oogsten. |
Dit is de dag die de HEERE gemaakt heeft, laten wij op deze dag ons verheugen en verblijd zijn. | Deze dag is door de Heer gemaakt. Laten we daar blij over zijn! |
En zie, een stem uit de hemelen zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb! | En een stem uit de hemel zei: "Dit is mijn Zoon. Ik houd heel veel van Hem. Ik geniet van Hem." |
En Hij nam brood en nadat Hij gedankt had, brak Hij het en gaf het aan hen met de woorden: Dit is Mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt. Doe dat tot Mijn gedachtenis. | En Hij nam een brood en dankte God ervoor. Toen brak Hij het in stukken, gaf die aan hen en zei: "Dit is mijn lichaam dat voor jullie wordt gebroken. Eet hiervan en denk aan Mij." |
En zij brachten boven Zijn hoofd een opschrift aan met de beschuldiging tegen Hem: DIT IS JEZUS, DE KONING VAN DE JODEN. | Boven zijn hoofd hingen ze een bord waarop stond waarom Hij de doodstraf had gekregen. Er stond op: 'Jezus, de koning van de Joden.' |
En dit is de boodschap die wij van Hem gehoord hebben en aan u verkondigen, dat God licht is en dat in Hem in het geheel geen duisternis is. | Dit is de boodschap die we van Hem hebben gehoord en die we aan jullie bekend maken: God is licht. Er is in Hem helemaal geen duisternis. |
Jezus antwoordde en zei tegen hen: Dit is het werk van God: dat u gelooft in Hem Die Hij gezonden heeft. | Jezus antwoordde: "God wil dat jullie geloven in de Man die Hij heeft gestuurd." |
Zing psalmen voor de HEERE, want Hij heeft zeer grote dingen gedaan. Laat dit bekend worden over heel de aarde! | Zing voor de Heer, want Hij heeft geweldige dingen gedaan! De hele wereld moet het weten. |
Dit is een betrouwbaar woord. Want als wij met Hem gestorven zijn, zullen wij ook met Hem leven. | Dit is de waarheid: als we met de Heer zijn gestorven, zullen we ook met Hem leven. |
Ook dit gaat uit van de HEERE van de legermachten. Hij is wonderbaar van raad, Hij is groot in wijsheid. | Al deze kennis komt van de Heer van de hemelse legers. Gods wijsheid is groot. Zijn plannen zijn wijs. Met alles wat God doet heeft Hij een plan. |
Dit is het woord van de HEERE tot Zerubbabel: Niet door kracht en niet door geweld, maar door Mijn Geest, zegt de HEERE van de legermachten. | Dit is een boodschap van de Heer voor Zerubbabel. Het betekent: niet door kracht of geweld zal het werk worden gedaan, maar door mijn Geest, zegt de Heer van de hemelse legers. |
En terwijl zij aten, nam Jezus het brood en toen Hij het gezegend had, brak Hij het en gaf het aan de discipelen en Hij zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam. | Toen ze aan het eten waren, nam Jezus een brood. Hij zegende het, brak het in stukken en gaf het aan zijn leerlingen. Hij zei: "Neem dit en eet het. Het is mijn lichaam." |
En het tweede, hieraan gelijk, is dit: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Er is geen ander gebod groter dan deze. | De tweede wet, die net zo belangrijk is, is deze: 'Houd net zoveel van je broeders als van jezelf.' Geen enkele wet is belangrijker dan deze twee. |
Immers, elk huis wordt door iemand gebouwd, maar Hij Die dit alles gebouwd heeft, is God. | Elk huis wordt door iemand gebouwd, maar degene die dít alles gebouwd heeft, is God. |
En nadat Hij dit gezegd had, werd Hij opgenomen terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen. | Hierna zagen ze hoe Hij opsteeg naar de hemel. Toen kwam er een wolk en ze zagen Hem niet meer. |
Niet dat ik dit zeg vanwege gebrek, want ik heb geleerd tevreden te zijn in de omstandigheden waarin ik verkeer. | Dat zeg ik niet omdat ik ergens tekort aan zou hebben. Want ik heb geleerd om altijd genoeg te hebben, wát er ook gebeurde. |
Uit dezelfde mond komen zegen en vervloeking voort. Dit behoort niet zo te zijn, mijn broeders. | We prijzen en vervloeken met dezelfde mond! Dat is niet goed, broeders en zusters! |
Want ik weet dat dit mij tot zaligheid strekken zal, door uw gebed en de ondersteuning van de Geest van Jezus Christus. | Want ik weet dat die blijdschap mij goed zal doen. Ook jullie gebeden en de hulp van de Geest van Jezus Christus helpen mij. |
Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is. | Alle dingen zijn door het Woord gemaakt. Werkelijk alles wat er is, bestaat doordat het Woord het heeft gemaakt. |