Bijbelteksten over 'Dwaas'

Wie haat verbergt, is een leugenlip; wie laster verbreidt, is een dwaas. Spreuken 10:18

Wie haat verbergt, is een leugenlip; wie laster verbreidt, is een dwaas. Spreuken 10:18	Als je roddelt over anderen, ben je schijnheilig. Als je iemand beledigt, ben je een dwaas. spreken roddelen liegen
Het is een eer voor een man zich verre te houden van twist, maar elke dwaas barst los. Spreuken 20:3	Als je rustig blijft bij een ruzie, krijg je waardering, maar als je gaat schreeuwen, ben je een dwaas. spreken vrede boosheid
Een dwaas maakt zijn ergernis aanstonds bekend, maar een schrandere bedekt de smaad. Spreuken 12:16	Als dwaze mensen boos zijn, laten ze dat meteen merken, maar als wijze mensen beledigd worden, zwijgen ze. boosheid zelfbeheersing wijsheid
Woorden uit de mond van een wijze zijn innemend, maar de lippen van een dwaas verslinden hemzelf. Prediker 10:12	Als een wijs mens iets zegt, dan krijgt hij waardering. Maar als een dwaas iets gaat zeggen, dan brengt hij zichzelf in de problemen. spreken wijsheid
De lippen van de dwaas brengen twist voort, en zijn mond roept om slagen. Spreuken 18:6	Dwaze mensen zorgen met hun woorden voor ruzie. Alles wat ze zeggen, geeft problemen. spreken wijsheid
Zelfs een dwaas die zwijgt, gaat door voor wijs; als hij zijn lippen gesloten houdt, voor verstandig. Spreuken 17:28	Zelfs dwaze mensen lijken verstandig als ze zwijgen, en domme mensen lijken wijs als ze hun mond houden. spreken wijsheid verstand
De dwaas versmaadt de tucht van zijn vader, maar wie de terechtwijzing ter harte neemt, is verstandig. Spreuken 15:5	Dwaze kinderen luisteren niet naar de lessen van hun ouders. Kinderen die wel luisteren, zijn verstandig. Vader wijsheid kinderen
Een dwaas schept geen behagen in inzicht, maar hierin, dat zijn hart zich bloot geeft. Spreuken 18:2	Dwaze mensen willen niet wijs worden. Ze willen alleen hun eigen mening geven. spreken wijsheid egoisme
De dwaas laat zijn ganse toorn de vrije loop, maar de wijze houdt die in en doet hem bedaren. Spreuken 29:11	Dwaze mensen worden meteen woedend, maar wijze mensen blijven altijd rustig. boosheid wijsheid zelfbeheersing
Wie wijs van hart is, neemt geboden aan, maar wie dwaas van lippen is, komt ten val. Spreuken 10:8	Als je wijs bent, houd je je aan de wetten van de Heer. Als je domme dingen zegt, loopt het slecht met je af. wet wijsheid hart
Een groot woord past niet aan een dwaas, hoeveel te minder leugentaal aan een edele. Spreuken 17:7	Het is vreemd als dwaze mensen mooie woorden spreken, maar het is nog vreemder als goede mensen liegen. wijsheid liegen spreken
Laat niemand zichzelf misleiden! Indien iemand onder u meent wijs te zijn in deze tijd, hij worde dwaas, om wijs te worden. 1 Korintiërs 3:18	Vinden sommigen van jullie dat ze heel wijs zijn? Dan zeg ik: Houd jezelf niet voor de gek! Je zult eerst dom moeten worden, pas dan kun je echt wijs worden. wijsheid wereld egoisme
De lankmoedige is groot van verstand, maar wie kortaangebonden is, hoopt dwaasheid op. Spreuken 14:29	Als je geduldig bent, ben je wijs, maar als je snel boos wordt, ben je dom. wijsheid geduld begrijpen
Een wijs zoon verheugt zijn vader, maar een dwaas zoon is een bekommering voor zijn moeder. Spreuken 10:1	Wijze kinderen geven hun ouders vreugde, maar dwaze kinderen doen hun ouders verdriet. vreugde familie wijsheid
Want het woord des kruises is wel voor hen, die verloren gaan, een dwaasheid, maar voor ons, die behouden worden, is het een kracht Gods. 1 Korintiërs 1:18	Dit is de boodschap die ik breng: Jezus Christus is voor ons aan het kruis gestorven. Die boodschap heeft niets te maken met menselijke wijsheid. Mensen die niet in Jezus geloven, vinden die boodschap onzin. Maar voor de mensen die gered worden, is die boodschap het bewijs van Gods macht. redding kracht kruisiging
De vreze des Heren is het begin der kennis; de dwazen verachten wijsheid en tucht. Spreuken 1:7	Je kunt alleen wijs worden als je eerbied hebt voor de Heer. Mensen die geen eerbied hebben voor de Heer, willen geen dingen leren. Zij willen niet wijs worden. ontzag wijsheid leren
Als gij God een gelofte gedaan hebt, talm er dan niet mee die in te lossen, want Hij heeft geen welgevallen aan de dwazen; wat gij beloofd hebt, moet gij inlossen. Prediker 5:3	Als je God toch iets belooft, dan moet je het ook doen. En je moet het snel doen. God houdt niet van mensen die iets beloven en het niet doen. Houd je dus aan je belofte. beloften betrouwbaarheid gehoorzaamheid
En Hij zeide: Hetgeen uit de mens naar buiten komt, dat maakt de mens onrein. Want van binnenuit, uit het hart der mensen, komen de kwade overleggingen, hoererij, diefstal, moord, echtbreuk, hebzucht, boosheid, list, onmatigheid, een boos oog, godslastering, overmoed, onverstand. Al die slechte dingen komen van binnen uit naar buiten en maken de mens onrein. Marcus 7:20-23	Jezus zei verder: ‘Een mens wordt onrein van de dingen die uit hem naar buiten komen. Want alle slechte dingen die een mens doet, komen uit zijn eigen hart: slechte gedachten, verboden seks, moord, belediging, trots en domheid. En ook vreemdgaan, stelen, graaien, liegen, gemeen zijn, jaloers zijn op anderen, en je nergens voor schamen. Al die slechtheid maakt een mens onrein.’ zonde reiniging verleiding