En Jezus zeide tot hem: Ga heen, uw geloof heeft u behouden. En terstond werd hij ziende en volgde Hem op de weg. | Jezus zei tegen hem: "Ga naar huis, je geloof heeft je gered." Onmiddellijk kon hij zien en hij volgde Hem op de weg. |
En hij was daar bij de Here veertig dagen en veertig nachten, brood at hij niet en water dronk hij niet, en Hij schreef op de tafelen de woorden van het verbond, de Tien Woorden. | En Mozes was daar 40 dagen en 40 nachten bij de Heer. Brood at hij niet en water dronk hij niet. En hij schreef op de platte stenen de regels van het verbond, de Tien Leefregels. |
Want zo zegt de Hoge en Verhevene, die in eeuwigheid troont en wiens naam de Heilige is: In den hoge en in het heilige woon Ik en bij de verbrijzelde en nederige van geest, om de geest der nederigen en het hart der verbrijzelden te doen opleven. | Dit zegt de Hoogverheven God, die voor eeuwig op de troon zit. Ik ben de Heilige God. Ik woon in de hoge, heilige hemel. Ik woon óók bij de mensen die nederig begrijpen dat ze Mij nodig hebben. Bij de mensen die bij Mij terugkomen en Mij voortaan van harte willen gehoorzamen. Hun zal Ik nieuw leven geven. |
Van U, o Here, is de grootheid en de kracht, de heerlijkheid, de roem en de majesteit, ja, alles wat in de hemel en op de aarde is; van U is de heerschappij, o Here, en Gij zijt als hoofd boven alles verheven. | Want U bent groot en machtig. U bent een machtig Koning. Alles in de hemel en op de aarde is van U. U bent de allerhoogste Koning. |
Tot de ouderdom ben Ik dezelfde en tot de grijsheid toe zal Ik u torsen; Ik heb het gedaan en Ik zal dragen, Ik zal torsen en redden. | En Ik blijf jullie dragen totdat jullie oud en grijs geworden zijn. Want Ik ben altijd Dezelfde en Ik verander niet. Ik heb jullie gedragen en Ik zal jullie blijven dragen. Ik zal jullie optillen, dragen en redden. |
De Here zegene u en behoede u; de Here doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig; de Here verheffe zijn aangezicht over u en geve u vrede. | Ik wens jullie toe dat de Heer met jullie zal zijn en jullie zal beschermen. Dat Hij goed voor jullie zal zijn en voor jullie zal zorgen. Dat Hij over jullie zal waken en jullie vrede zal geven. |
Wat u geleerd en overgeleverd is, wat gij van mij gehoord en gezien hebt, breng dat in toepassing en de God des vredes zal met u zijn. | Doe alles wat jullie van mij geleerd, gezien en gehoord hebben. Dan zal de God van de vrede bij jullie zijn. |
Ik ben de deur; als iemand door Mij binnenkomt, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden. | IK BEN de deur. Als iemand door Mij binnenkomt, zal hij worden gered. Hij zal naar binnen gaan en naar buiten gaan en hij zal het goed hebben. |
En zonder ophouden, iedere dag, leerden zij in de tempel en aan huis, en verkondigden het evangelie, dat de Christus Jezus is. | En ze bleven elke dag in de tempel en bij de mensen thuis over Jezus Christus vertellen. |
En Ik heb hun uw naam bekend gemaakt en Ik zal hem bekend maken, opdat de liefde, waarmede Gij Mij liefgehad hebt, in hen zij en Ik in hen. | Ik heb hun laten zien wie U bent. En Ik zal U nog verder bekend maken. Zo zal dezelfde grote liefde die U voor Mij heeft, ook in hen zijn. En Ik zal één met hen zijn. |
En oordeelt niet en gij zult niet geoordeeld worden. En veroordeelt niet en gij zult niet veroordeeld worden; laat los en gij zult losgelaten worden. | Oordeel niemand. Dan zul jij ook niet geoordeeld worden. Veroordeel niemand. Dan zul jij ook niet veroordeeld worden. Laat los, dan zul jij ook losgelaten worden. |
En het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet gegrepen. | Het Licht schijnt in het donker en het donker heeft het niet uitgedoofd. |
En zij bleven volharden bij het onderwijs der apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden. | Ze hielden zich aan wat de apostelen hun leerden. Ze waren één met elkaar, aten met elkaar en baden samen. |
En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want Uwer is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen. | En stel ons niet op de proef, maar red ons van het kwaad. Want van U is het Koninkrijk en alle kracht en alle macht en alle hemelse majesteit, tot in eeuwigheid. Amen. Zo is het! |
Maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde. | Maar jullie zullen de Heilige Geest krijgen. Hij zal jullie kracht geven. Dan zullen jullie aan de mensen gaan vertellen wat jullie van Mij hebben gezien en gehoord. Eerst in Jeruzalem, dan in heel Judea en Samaria en daarna in de hele wereld. |
En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon, en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het (boek) des levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken. En de zee gaf de doden, die in haar waren, en de dood en het dodenrijk gaven de doden, die in hen waren, en zij werden geoordeeld, een ieder naar zijn werken. | En ik zag de doden, belangrijke en gewone mensen, klein en groot, voor God staan. En er werden boeken opengedaan. En er werd nog een ander boek opengedaan: het Boek van het Leven. En de doden werden geoordeeld naar wat er in de boeken over hen stond opgeschreven. Alles wat ze hadden gedaan, stond er in. Alle doden kwamen tevoorschijn: uit de zee, uit de dood en uit het dodenrijk. Ze werden allemaal geoordeeld, iedereen naar wat hij had gedaan. |
God is geest en wie Hem aanbidden, moeten aanbidden in geest en in waarheid. | God is een geest. Als je Hem wil aanbidden, moet je Hem aanbidden met je geest en vol van waarheid. |
De Here is mijn kracht en mijn schild; op Hem vertrouwde mijn hart en ik werd geholpen. Daarom juicht mijn hart en loof ik Hem met mijn lied. | De Heer geeft mij kracht. Hij beschermt mij als een schild. Ik vertrouwde op Hem en Hij heeft mij geholpen. Daarom juich ik van blijdschap en prijs ik Hem met mijn lied. |
De dief komt niet dan om te stelen en te slachten en te verdelgen; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed. | Maar een dief komt alleen maar om te stelen en te doden en te vernietigen. Ik ben gekomen om leven te geven en overvloed. |
Wijk van het kwade en doe het goede, zoek de vrede en jaag die na. | Blijf bij het kwaad vandaan en doe het goede. Doe je best om altijd de vrede te bewaren. |
En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus en riep, zeggende: Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke! | Op de laatste dag van het feest, de belangrijkste dag, stond Jezus op en riep: "Als je dorst hebt, moet je naar Mij toe komen en drinken!" |
Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld. | Ga nu op pad en maak alle volken tot leerlingen van Mij. Doop hen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. En leer hen om alles te doen wat Ik ook aan jullie heb geleerd. En IK BEN alle dagen met jullie, totdat de tijd van de wereld om is. |
Ook ieder mens, aan wie God rijkdom en schatten geeft, en die Hij in staat stelt daarvan te eten en zijn deel te krijgen en zich bij zijn zwoegen te verheugen – dat is een gave Gods. | Als God je rijk maakt, geeft Hij je de mogelijkheid om te eten en alles te hebben wat je nodig hebt. En om te genieten van alles waarvoor je zo hard hebt gewerkt. Dat is dan een geschenk van God. |
Toen Jezus dan de zure wijn genomen had, zeide Hij: Het is volbracht! En Hij boog het hoofd en gaf de geest. | Toen Jezus van de zure wijn had gedronken, zei Hij: "Alles is gedaan!" En Hij boog zijn hoofd en stierf. |
Zie, wij gaan op naar Jeruzalem en de Zoon des mensen zal overgeleverd worden aan de overpriesters en schriftgeleerden en zij zullen Hem ter dood veroordelen. En zij zullen Hem overleveren aan de heidenen om Hem te bespotten en te geselen en te kruisigen, en ten derden dage zal Hij opgewekt worden. | Hij vertelde hun: "We zijn nu op weg naar Jeruzalem. Daar zal de Mensenzoon gevangen genomen worden door de leiders van de priesters en de wetgeleerden. Ze zullen Hem laten doden. En ze zullen Hem aan de Romeinen uitleveren. Die zullen Hem belachelijk maken, zweepslagen geven en kruisigen. Maar op de derde dag zal Hij opstaan uit de dood en weer levend worden." |
Gerelateerde onderwerpen
Jezus
Jezus zag hen aan...
Redding
En de behoudenis is...
Aanbidding
O HERE, Gij zijt...
Kracht
Vrees niet, want Ik...
Vrede
De HERE zegene u...
Leren
Ik leer en onderwijs...
Bijbeltekst van de dag
Waarlijk, Hij is mijn rots en mijn heil,mijn burcht, ik zal niet wankelen.