Jullie weten wat de doop betekent. De doop laat zien dat we bij Jezus Christus horen. Door onze doop zijn we eigenlijk samen met hem gestorven en begraven. En door onze doop leven wij nu als nieuwe mensen. Want Christus leeft! Onze machtige Vader heeft hem laten opstaan uit de dood.
Jullie zijn allemaal kinderen van God, omdat jullie geloven in Jezus Christus. Jullie zijn gedoopt in zijn naam. Door jullie doop zijn jullie helemaal bij hem gaan horen.
Het hele volk liet zich dopen. Ook Jezus werd gedoopt. Toen hij na de doop aan het bidden was, ging de hemel open. Uit de hemel kwam de heilige Geest naar Jezus toe, in de vorm van een duif. En Gods stem klonk uit de hemel: ‘Jij alleen bent mijn Zoon. Mijn liefde voor jou is groot.’
We zijn allemaal gedoopt. We hebben allemaal die ene heilige Geest gekregen. Dat geldt voor Joden en voor niet-Joden, voor slaven en voor vrije mensen. Wij vormen samen één geheel.
Jezus zei tegen hem: ‘Luister heel goed naar mijn woorden: Je kunt Gods nieuwe wereld alleen binnengaan als je op een nieuwe manier geboren wordt. En dat gebeurt als je gedoopt wordt met de heilige Geest.’
Mannen, jullie moeten van je vrouw houden. Net zo veel als Christus van de kerk houdt. Hij heeft zelfs zijn leven gegeven voor de kerk. Door zijn liefde horen de gelovigen nu bij God. Want ze zijn gedoopt en ze geloven het goede nieuws.
Vrienden, wees toch volwassen in je geloof in Christus! Dan hoef ik niet weer bij de eerste lessen te beginnen. Jullie weten al dat je in God moet geloven. En dat je je leven helemaal moet veranderen. En jullie weten ook hoe iemand bij de kerk kan gaan horen: Hij moet gedoopt worden. En als jullie daarbij je handen op zijn hoofd leggen, krijgt hij de heilige Geest. Ook weten jullie wat er aan het einde van de tijd gaat gebeuren: de doden zullen weer levend worden, en God zal rechtspreken over de wereld.
Petrus zei: ‘Jullie moeten allemaal je leven veranderen, en je laten dopen in de naam van Jezus Christus. Dan zal de Heer, onze God, jullie zonden vergeven. En hij zal de heilige Geest aan jullie geven.’
Toen de gelovigen dat hoorden, lieten ze zich dopen in de naam van de Heer Jezus. Daarna legde Paulus zijn handen op hun hoofd, en zo kregen ze de heilige Geest. Die zorgde ervoor dat ze in verschillende talen gingen spreken. In al die talen vertelden ze over de plannen van God.
Jezus antwoordde: ‘Als je van mij houdt, dan luister je naar mijn woorden. Dan zal mijn Vader van je houden. En de Vader en ik zullen bij je komen en voor altijd in jou aanwezig zijn.’