Bijbelteksten over 'Geef'
Geef ons vandaag het eten dat we nodig hebben. | Geef ons heden ons dagelijks brood. |
Ik geef jullie vrede. Ik geef jullie míjn vrede. De vrede die Ik jullie geef, is een ander soort vrede dan de vrede van de wereld. Wees niet bang of verdrietig. | Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u; niet gelijk de wereld die geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd of versaagd. |
Als iemand iets van je wil lenen of van je afpakt, geef het hem dan en vraag het niet terug. | Vraagt iemand iets van u, geef het hem; neemt iemand het uwe, vraag het niet terug. |
De Heer zegt: "Ik leer je hoe je moet leven. Ik geef je raad en Ik ben altijd bij je." | Ik leer en onderwijs u aangaande de weg die gij gaan moet; Ik raad u; mijn oog is op u. |
Ik geef jullie een nieuwe wet: houd net zoveel van elkaar, als Ik van jullie. | Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat gij ook elkander liefhebt. |
Geef de Heer van wat je bezit. Geef Hem het eerste deel van je oogst. | Vereer de Here met uw rijkdom en met de eerstelingen van al uw inkomsten. |
Geef daarom aan iedereen waar hij recht op heeft. Betaal belasting aan de mensen aan wie je belasting moet betalen. Betaal tol aan de mensen aan wie je tol moet betalen. Geef respect aan de mensen die je moet respecteren en geef eer aan de mensen die je moet eren. | Betaalt aan allen het verschuldigde, belasting aan wie belasting, tol aan wie tol, ontzag aan wie ontzag, eerbetoon aan wie eer toekomt. |
Omdat Ik je kostbaar vond, heb Ik jou uitgekozen. Ik houd heel veel van je. Daarom geef Ik mensen als losgeld voor jou. Ik geef volken in ruil voor jouw leven. | Omdat gij kostbaar zijt in mijn ogen en hooggeschat en Ik u liefheb, geef Ik mensen voor u in de plaats en natiën in ruil voor uw leven. |
Niet wij, Heer, moeten worden geprezen, maar U alleen, want U bent goed en trouw. | Niet ons, o Here, niet ons, maar uw naam geef eer, om uw goedertierenheid, om uw trouw. |
Maar mensen die hebben gedronken van het water dat Ik hun geef, zullen voor eeuwig geen dorst meer krijgen. Want het water dat Ik hun geef, zal in hen een bron worden waar water uit opborrelt dat eeuwig leven geeft. | Maar wie gedronken heeft van het water, dat Ik hem zal geven, zal geen dorst krijgen in eeuwigheid, maar het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden tot een fontein van water, dat springt ten eeuwigen leven. |
Help me om nooit oneerlijk te zijn en nooit te liegen. Maak mij niet arm en ook niet rijk. Geef me gewoon alle dagen genoeg te eten. | Houd valsheid en leugentaal verre van mij, geef mij armoede noch rijkdom, voed mij met het brood, mij toebedeeld. |
Geef me een zuiver hart, God! Maak mijn geest nieuw en sterk. | Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een vaste geest. |
Geef iedereen waar hij recht op heeft, voor zo ver je dat kan. | Onthoud het goed niet aan wie het toekomt, terwijl het in uw macht is het te doen. |
Jezus zei: "Als je volmaakt wil zijn, ga dan naar huis, verkoop alles wat je hebt en geef het geld aan de arme mensen. Dan zul je een schat in de hemel hebben. Kom dan hier en volg Mij." | Jezus zeide tot hem: Indien gij volmaakt wilt zijn, ga heen, verkoop uw bezit en geef het aan de armen, en gij zult een schat in de hemelen hebben, en kom hier, volg Mij. |
Heer, red ons alstublieft! Heer, zorg er alstublieft voor dat het goed met ons gaat! Gezegend is de man die namens de Heer komt. In het heiligdom van de Heer bidden we dat God goed voor jullie zal zijn. | Och Here, geef toch heil, och Here, geef toch voorspoed! Gezegend hij, die komt in de naam des Heren; wij zegenen u uit het huis des Heren. |
Want de mensen die moe zijn, vul Ik met nieuwe kracht. De mensen die bedroefd waren, geef Ik nieuwe blijdschap. | Want Ik verkwik de vermoeide ziel, elke versmachtende ziel verzadig Ik. |
Als je boos op iemand wordt, houd je boosheid dan niet vast, want dat is verkeerd. Zorg ervoor dat je vóór het eind van de dag je boosheid weer kwijt bent. Zo geef je de duivel geen kans. | Geraakt gij in toorn, zondigt dan niet: de zon mag niet over een opwelling van uw toorn ondergaan; en geeft de duivel geen voet. |
Ik geef jullie de opdracht om net zoveel van elkaar te houden als dat Ik van jullie houd. | Dit is mijn gebod, dat gij elkander liefhebt, gelijk Ik u heb liefgehad. |
Geef, dan zal er ook aan jou gegeven worden: een goed gevulde, aangedrukte, geschudde, overlopende maatbeker zullen de mensen je geven. Want de maat waarmee jij andere mensen meet, daarmee zul jij ook gemeten worden. | Geeft en u zal gegeven worden: een goede, gedrukte, geschudde, overlopende maat zal men in uw schoot geven. Want met de maat, waarmede gij meet, zal u wedergemeten worden. |
Verander niets aan de wetten van de Heer God die ik jullie geef. Je mag er niets aan toevoegen en je mag er niets vanaf halen. Houd je er heel precies aan. | Gij zult aan wat ik u gebied, niet toedoen en daarvan niet afdoen, opdat gij de geboden van de Here, uw God, onderhoudt, die ik u opleg. |
Jullie mogen eten van alle planten, bomen en vruchten. | En God zeide: Zie, Ik geef u al het zaaddragend gewas op de gehele aarde en al het geboomte, waaraan zaaddragende vruchten zijn; het zal u tot spijze dienen. |
En Ik geef hun het eeuwige leven. Ze zullen tot in eeuwigheid niet verloren gaan. Ze zijn van Mij en niemand zal ze uit mijn handen kunnen roven. Mijn Vader heeft hen aan Mij gegeven. Hij is machtiger dan wie dan ook. Niemand kan iets uit de handen van mijn Vader roven. Ik en de Vader zijn helemaal één. | En Ik geef hun eeuwig leven en zij zullen voorzeker niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit mijn hand roven. Wat mijn Vader Mij gegeven heeft, gaat alles te boven en niemand kan iets roven uit de hand mijns Vaders. Ik en de Vader zijn één. |
Geef de hemelse dingen de eerste plaats in je leven, en niet de aardse dingen. | Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. |
Spreek, en oordeel rechtvaardig. Zorg dat de arme mensen een eerlijke rechtspraak krijgen. | Open uw mond, oordeel rechtvaardig, verschaf de verdrukte en nooddruftige recht. |
Leer me om te doen wat U wil, want U bent mijn God. Geef me door uw goede Geest weer rust en vrede. | Leer mij uw wil te doen, want Gij zijt mijn God, uw goede Geest geleide mij in een effen land. |
Gerelateerde onderwerpen
Geven
Iedereen moet zelf besluiten...
Liefde
De liefde is geduldig...
Bemoediging
Bemoedig elkaar hiermee en...
Schulden
Slechte mensen vragen wel...
Wet
Bewaar in je hart...
Geld
Wees niet hebzuchtig, maar...