Wie zal een deugdelijke vrouw vinden? Haar waarde gaat die van robijnen ver te boven. | Een sterke vrouw, wie zal haar vinden? Zij is meer waard dan edelstenen. |
En de HEERE gebood ons al deze verordeningen te houden, om de HEERE, onze God, te vrezen, ons ten goede, alle dagen, om ons in leven te houden, zoals het op deze dag is. | Daarom gebood de HEER, onze God, ons al deze wetten na te komen en ontzag voor Hem te tonen. Dan zou het ons goed gaan en zou Hij ons leven sparen, zoals Hij tot nu toe heeft gedaan. |
En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen. | Pas als het goede nieuws van het koninkrijk in de hele wereld wordt verkondigd als getuigenis voor alle volken, zal het einde komen. |
Want ik schaam mij niet voor het Evangelie van Christus, want het is een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek. | Voor dit evangelie schaam ik mij niet, want het is Gods reddende kracht voor allen die geloven, voor Joden in de eerste plaats, maar ook voor andere volken. |
De hele dag is hij belust op begerenswaardige zaken, maar een rechtvaardige geeft en houdt niets achter. | Velen willen almaar meer bezit, maar de rechtvaardige geeft met gulle hand. |
De verwachting van de rechtvaardigen is blijdschap, maar de hoop van de goddelozen zal vergaan. | Een rechtvaardige heeft vreugde te verwachten, een goddeloze hoeft op niets te hopen. |
En toen zij Hem zagen lopen op de zee, dachten zij dat het een spook was en schreeuwden luid, want allen zagen Hem en raakten in verwarring; en meteen sprak Hij met hen en zei tegen hen: Heb goede moed, Ik ben het; wees niet bevreesd. | Toen ze Hem over het water zagen lopen, dachten ze dat Hij een geestverschijning was en ze schreeuwden het uit. Ze hadden Hem allemaal gezien en raakten in paniek. Maar Hij sprak hen meteen aan en zei: ‘Houd moed! Ik ben het, wees niet bang.’ |
Zegeningen rusten er op het hoofd van de rechtvaardige, maar geweld overdekt de mond van de goddelozen. | Een rechtvaardige wordt rijk gezegend, de woorden van een goddeloze verhullen geweld. |
En Jezus trok rond in heel Galilea, gaf onderwijs in hun synagogen en predikte het Evangelie van het Koninkrijk, en Hij genas elke ziekte en elke kwaal onder het volk. | Hij trok rond in heel Galilea; Hij gaf de mensen onderricht in hun synagogen, verkondigde het goede nieuws over het koninkrijk en genas iedere ziekte en elke kwaal onder het volk. |
De herinnering aan de rechtvaardige is tot zegen, maar de naam van goddelozen zal wegteren. | De herinnering aan een rechtvaardige strekt tot zegen, de naam van goddelozen vergaat. |
Plannen falen, als er geen overleg is, maar door een veelheid van raadgevers komt het nodige tot stand. | Bij gebrek aan overleg mislukken plannen, ze slagen pas na rijp beraad. |
De huichelaar richt zijn naaste met zijn mond te gronde, maar door kennis worden de rechtvaardigen gered. | Een huichelaar richt met zijn woorden anderen te gronde, een rechtvaardige wordt door inzicht gered. |
En laten wij niet moe worden goed te doen, want te zijner tijd zullen wij oogsten, als wij het niet opgeven. | Laten we daarom het goede doen, zonder op te geven, want als we niet verzwakken zullen we oogsten wanneer de tijd daarvoor gekomen is. |
De vader van een rechtvaardige zal zich buitengewoon verheugen, wie een wijze zoon verwekt heeft, zal zich over hem verblijden. | De vader van een rechtvaardige verheugt zich, wie een wijze heeft verwekt, verblijdt zich over hem. |
Baan het spoor voor je voet, en laten al je wegen vaststaan. | Weet welke weg je wilt inslaan, dan loop je met vaste tred. |
Nu dan, Israël, wat vraagt de HEERE, uw God, van u dan de HEERE, uw God, te vrezen, in al Zijn wegen te gaan, Hem lief te hebben en de HEERE, uw God, te dienen, met heel uw hart en met heel uw ziel, en de geboden van de HEERE en Zijn verordeningen, die ik u heden gebied, in acht te nemen, u ten goede? | Israël, bedenk dus dat de HEER, uw God, niets anders van u vraagt dan dat u ontzag voor Hem toont, dat u de weg volgt die Hij u wijst, dat u Hem liefhebt, Hem met hart en ziel dient en zijn geboden en wetten, die ik u vandaag voorhoud, naleeft; dan zal het u goed gaan. |
Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot bekering te roepen, maar zondaars. | Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot inkeer op te roepen, maar zondaars. |
De goddeloze leent en betaalt niet terug, maar de rechtvaardige ontfermt zich en geeft. | De zondaar vraagt te leen en brengt niet terug, de rechtvaardige geeft, uit mededogen. |
Het pad ten leven is voor hem die vermaning in acht neemt, maar wie bestraffing achter zich laat, doet dwalen. | Wie zich laat terechtwijzen, is op weg naar een gelukkig leven, wie zich niet berispen laat, bevindt zich op een dwaalspoor. |
Mijn zoon, neem het gebod van je vader in acht en veronachtzaam het onderricht van je moeder niet. | Mijn zoon, houd je vaders richtlijnen vast, verwerp de lessen van je moeder niet. |
Laat mijn voetstappen vaststaan in Uw woord, laat geen enkel onrecht over mij heersen. | Stuur mijn gangen zoals U hebt beloofd, lever mij niet uit aan de macht van het kwaad. |
Breng dan vruchten voort in overeenstemming met de bekering. | Breng liever vruchten voort die tonen dat jullie tot inkeer gekomen zijn. |
Waak en bid, opdat u niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak. | Blijf wakker en bid dat jullie niet in beproeving komen; de geest is wel gewillig, maar het lichaam is zwak. |
Een blij hart bevordert de genezing, maar een neerslachtige geest doet de beenderen verdorren. | Een vrolijk hart bevordert een goede gezondheid, een sombere geest verzwakt het lichaam. |
En zij hielden niet op iedere dag in de tempel en bij de huizen onderwijs te geven en Jezus Christus te verkondigen. | Ze bleven dagelijks onderricht geven in de tempel of bij iemand thuis en gingen door met het verkondigen van het goede nieuws dat Jezus de messias is. |