Hoor, Israël: de Here is onze God; de Here is één! Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht. | Mozes zei verder: ‘Volk van Israël, luister goed. De Heer, onze God, is de enige God! Houd van hem met je hele hart, met je hele ziel, en met al je kracht.’ |
Want Ik heb geen welgevallen aan de dood van wie sterven moet, luidt het woord van de Here Here; daarom bekeert u, opdat gij leeft. | Want de dood van een mens maakt mij niet blij. Ga dus op een goede manier leven, zodat jullie in leven blijven! |
Here, maak mij uw wegen bekend, leer mij uw paden. | Heer, laat mij zien hoe ik moet leven, wijs mij de goede weg. |
Vernedert u voor de Here, en Hij zal u verhogen. | Laat aan God zien dat je jezelf onbelangrijk vindt. Dan zal hij je later belangrijk maken. |
Voorzeker, de Here Here doet geen ding, of Hij openbaart zijn raad aan zijn knechten, de profeten. | Zo is het met alles wat God, de Heer, doet: hij doet niets zomaar, zonder een plan. Dat plan heeft hij bekendgemaakt aan zijn profeten. |
En de Here zal koning worden over de gehele aarde; te dien dage zal de Here de enige zijn, en zijn naam de enige. | Op die dag zal de Heer koning worden van de hele aarde. Alle mensen zullen hem als God vereren, hem alleen. |
De Here zal voor u strijden, en gij zult stil zijn. | En jullie hoeven zelf niets te doen, want de Heer zal voor jullie vechten. |
En het geschiedde, dat Hij op de sabbat door de korenvelden ging en zijn discipelen begonnen onder het gaan aren te plukken. En de Farizeeën zeiden tot Hem: Zie, waarom doen zij op de sabbat wat niet mag? En Hij zeide tot hen: Hebt gij nooit gelezen wat David gedaan heeft, toen de nood drong en hij en die met hem waren, honger kregen? Hoe hij onder het hogepriesterschap van Abjatar het huis Gods binnengegaan is en de toonbroden gegeten heeft, waarvan niemand mag eten dan de priesters, en hij ze ook aan degenen, die met hem waren, gegeven heeft? En Hij zeide tot hen: De sabbat is gemaakt om de mens, en niet de mens om de sabbat. Alzo is de Zoon des mensen heer ook over de sabbat. | Op een keer liepen Jezus en zijn leerlingen door de korenvelden. Het was die dag sabbat. De leerlingen van Jezus plukten koren om iets te eten. De farizeeën zeiden tegen Jezus: ‘Kijk nou! Waarom doen uw leerlingen iets dat op sabbat verboden is?’ Maar Jezus zei tegen hen: ‘Jullie weten toch wel wat David ooit gedaan heeft, toen hij en zijn mannen erge honger hadden? Dat was in de tijd dat Abjatar priester was. David ging de tempel in en hij at van het offerbrood. Alleen priesters mogen dat eten. Maar David at dat brood toch, en zijn mannen deden dat ook.’ Jezus zei verder: ‘De sabbat is gemaakt voor de mens. De mens is niet gemaakt voor de sabbat. Ik ben de Mensenzoon. Ik bepaal wat je op sabbat mag doen.’ |
En Hij, de Here des vredes, geve u de vrede, voortdurend, in elk opzicht. De Here zij met u allen. | Ik bid dat de Heer van de vrede jullie zijn vrede geeft, altijd en op alle mogelijke manieren. En dat hij goed zorgt voor jullie allemaal. |
De bevelen des Heren zijn waarachtig, zij verheugen het hart; het gebod des Heren is louter, het verlicht de ogen. | De opdrachten van de Heer zijn goed, ze geven mensen vreugde. De regels van de Heer zijn duidelijk, ze geven mensen nieuwe kracht. |
Alles wat adem heeft, love de Here. Halleluja. | Alles wat leeft, zing voor de Heer! Halleluja! |
De Here Here is mijn kracht: Hij maakt mijn voeten als die der hinden, Hij doet mij treden op mijn hoogten. | De Heer is God, hij geeft mij kracht. Hij redt me als er gevaar dreigt, hij helpt me als ik in nood ben. |
De Here is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen? De Here is mijns levens veste, voor wie zou ik vervaard zijn? | De Heer helpt mij altijd, hij is als een licht in het donker. Ik ben voor niemand bang. Bij de Heer ben ik veilig, daarom heb ik geen angst. |
De verlossing is van de Here, uw zegen zij over uw volk. sela | Heer, alleen u bent mijn redder. U geeft geluk en vrede aan mensen die u trouw zijn. |
Uit de diepten roep ik tot U, o Here. Here, hoor naar mijn stem; laten uw oren opmerkende zijn op mijn luide smekingen. | Ik ben wanhopig, Heer! Daarom roep ik naar u. Heer, hoor mijn stem, luister naar mij, hoor hoe ik smeek! |
De Here zal het voor mij voleindigen. O Here, uw goedertierenheid is tot in eeuwigheid. Laat niet varen de werken uwer handen. | Heer, u zult me altijd beschermen. Uw trouw duurt eeuwig, Heer. Laat uw wereld niet in de steek! |
De wet des Heren is volmaakt, zij verkwikt de ziel; de getuigenis des Heren is betrouwbaar, zij schenkt wijsheid aan de onverstandige. | De wet van de Heer is volmaakt, zijn wet geeft mensen weer kracht. De woorden van de Heer zijn betrouwbaar, het zijn wijze lessen voor jonge mensen. |
Sta op, Here! o God, hef uw hand op, vergeet de ellendigen niet. | Kom, Heer, en help! Vergeet zwakke en arme mensen niet. |
Eén ding heb ik van de Here gevraagd, dit zoek ik: te verblijven in het huis des Heren al de dagen van mijn leven, om de liefelijkheid des Heren te aanschouwen, en om te onderzoeken in zijn tempel. | Ik vraag aan de Heer maar één ding, meer heb ik niet nodig. Ik wil bij hem wonen, elke dag, heel mijn leven. Ik wil bij hem zijn in de tempel. Dan zal ik zien hoe goed hij is. |
Als de Here het huis niet bouwt, tevergeefs zwoegen de bouwlieden daaraan; als de Here de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter. | Als de Heer niet helpt bij het bouwen van een huis, dan heeft het geen zin, ook al doen de bouwers hun best. Als de Heer niet helpt bij het verdedigen van een stad, dan heeft het geen zin, ook al letten de bewakers goed op. |
Loof de Here, mijn ziel, en al wat in mij is, zijn heilige naam. | Ik dank de Heer, ik dank de heilige Heer vanuit het diepst van mijn hart. |
Want zo zegt de Here tot het huis Israëls: Zoekt Mij en leeft. | Dit zegt God, de Heer, tegen het volk van Israël: ‘Als jullie mij zoeken, zullen jullie leven.’ |
Ach, Here Here, zie, Gij hebt de hemel en de aarde gemaakt door uw grote kracht en uw uitgestrekte arm; niets zou te wonderlijk zijn voor U. | Heer, mijn God, u hebt met uw grote kracht de hemel en de aarde gemaakt. Voor u is alles mogelijk! |
De genade van de Here Jezus Christus zij met ulieder geest. | Ik wens jou en alle anderen toe dat onze Heer Jezus Christus goed voor jullie zal zijn. |
Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend. De Here is nabij. | Laat iedereen merken dat jullie vriendelijk zijn. En bedenk goed: de Heer is dicht bij ons. |
Gerelateerde onderwerpen
God
De HERE, uw God...
Afhankelijkheid
Want Ik, de HERE...
Wet
Wat ik u heden...
Nabijheid
De HERE is met...
Zegen
De HERE zegene u...
Liefde
De liefde is lankmoedig...
Bijbeltekst van de dag
Here, al mijn verlangen ligt voor U open,mijn zuchten is voor U niet verborgen.
Willekeurige Bijbeltekst
God is ons een toevlucht en sterkte,ten zeerste bevonden een hulp in benauwdheden.Volgende tekst!Met afbeelding