Bijbelteksten over 'Helpen'
Maar U zal me helpen. U maakt mij sterk. | Zie, God is mijn Helper, de Heere is onder hen die mijn ziel ondersteunen. |
Als iemand Hem werkelijk om hulp roept, komt de Heer hem helpen. | De HEERE is allen nabij die Hem aanroepen, allen die Hem in waarheid aanroepen. |
Ik verwacht dat de Heer me zal helpen. Ik vertrouw op Hem en op zijn woord. | Ik verwacht de HEERE, mijn ziel verwacht Hem en ik hoop op Zijn woord. |
Daarom kunnen we vol vertrouwen zeggen: "De Heer zal mij altijd helpen. Daarom hoef ik nooit bang te zijn voor wat mensen mij kunnen aandoen." | Daarom zeggen wij met goede moed: De Heere is voor mij een Helper en ik zal niet vrezen. Wat zal een mens mij doen? |
Laat je door de Heer helpen om van Hem te houden en om net zo vast te houden aan het geloof als Christus. | En de Heere moge uw harten richten op de liefde van God en op de volharding van Christus. |
En de Heer God zei: "Het is niet goed dat de mens alleen is. Ik zal iemand maken die bij hem past en die hem kan helpen." | Ook zei de HEERE God: Het is niet goed dat de mens alleen is; Ik zal een hulp voor hem maken als iemand tegenover hem. |
Als je het goed hebt in deze wereld, maar je wil een arme broeder of zuster niet helpen, hoe kan Gods liefde dan in je wonen? | Wie dan de goederen van de wereld heeft, en zijn broeder gebrek ziet lijden, maar zijn hart voor hem toesluit, hoe kan de liefde van God in hem blijven? |
Want ik weet dat die blijdschap mij goed zal doen. Ook jullie gebeden en de hulp van de Geest van Jezus Christus helpen mij. | Want ik weet dat dit mij tot zaligheid strekken zal, door uw gebed en de ondersteuning van de Geest van Jezus Christus. |
Of denken jullie dat Ik mijn Vader niet om hulp kan vragen? Dan zou Hij Mij onmiddellijk wel twaalf legers engelen sturen om Mij te helpen. | Of denkt u dat Ik Mijn Vader nu niet kan bidden, en Hij zal Mij meer dan twaalf legioenen engelen ter beschikking stellen? |
Een mens wil graag hulpvaardig zijn. Toch kun je beter toegeven dat je te arm bent om te helpen, dan dingen beloven die je niet waar kan maken. | Het verlangen van de mens is zijn goedertierenheid, maar een arme is beter dan een leugenachtige man. |
Ik bid ook dat de Heer jullie zal helpen om steeds meer van elkaar en van de andere mensen te houden. Net zoals ik steeds meer van jullie ga houden. | En ú moge de Heere doen toenemen en overvloedig maken in de liefde tot elkaar en tot allen, zoals ook wij dat zijn tot u. |
De kwasten zullen jullie helpen onthouden dat jullie je aan al mijn wetten moeten houden. Dan zullen jullie Mij niet ongehoorzaam zijn en niet meer jullie eigen zin doen. | Die zal voor u aan de kwastjes zitten, opdat u, wanneer u hem ziet, aan al de geboden van de HEERE denkt en die doet, zodat u niet uw eigen hart en uw eigen ogen zult onderzoeken, waar u als in hoererij achteraan gaat. |
Want Ik, je Heer God, grijp jou bij je hand. Ik zeg tegen je: Wees niet bang. Ik help je. | Want Ik ben de HEERE, uw God, Die uw rechterhand vastgrijpt en tegen u zegt: Wees niet bevreesd, Ik help u. |
Ik bid dat de Heer Jezus Christus in alles goed voor jullie zal zijn. Ook dat jullie vol zullen zijn van de liefde van God en dat de Heilige Geest jullie in alles zal helpen. | De genade van de Heere Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen. Amen. |
Omdat jullie bij Mij horen, zal de Vader jullie straks de Helper sturen. Hij is de Heilige Geest. Hij zal jullie alles leren en alles helpen herinneren wat Ik tegen jullie heb gezegd. | Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb. |
Zorg dat jullie vol zijn van het woord van Christus. Dan kunnen jullie elkaar met wijsheid leren en helpen. Dan zullen jullie met je hele hart de Heer danken met psalmen, lofliederen en liederen in talen van de Geest. | Laat het woord van Christus in rijke mate in u wonen, in alle wijsheid; onderwijs elkaar en wijs elkaar terecht, met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen. Zing voor de Heere met dank in uw hart. |
Want als ze vallen, helpt de één de ander weer overeind. Maar als iemand alleen is en valt, wie helpt hem dan weer overeind? | Want als zij vallen, helpt de één zijn metgezel overeind. Maar wee die ene die valt, terwijl er geen tweede is om hem overeind te helpen. |
Ik wil dat jullie opkomen voor de arme mensen en de weeskinderen! Wees rechtvaardig voor hen! | Doe recht aan de geringe en de wees, bewijs de ellendige en de arme gerechtigheid. |
Bemoedig elkaar hiermee en bouw elkaars geloof op. Maar dat doen jullie ook. | Bemoedig elkaar daarom, en bouw de één de ander op, zoals u trouwens al doet. |
Wie denk je dat je bent, dat je een broeder beoordeelt? Je beoordeelt toch ook niet de knecht van iemand anders? Hij dient jóu toch niet? Of hij zijn werk goed of slecht doet, gaat toch alleen zijn heer aan? Maar je broeder zal het goed doen, want God zal hem helpen. | Wie bent u, dat u de huisslaaf van een ander oordeelt? Of hij staat of valt, gaat alleen zijn eigen heer aan. Hij zal echter staande gehouden worden, want God is bij machte hem staande te houden. |
Israël, wees niet bang, want Ik ben met je. Kijk niet angstig rond, want Ik ben je God. Ik maak je sterk. Ik help je. Ik houd je stevig vast en Ik kom voor je op. | Wees niet bevreesd, want Ik ben met u, wees niet verschrikt, want Ik ben uw God. Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met Mijn rechterhand, die gerechtigheid werkt. |
Het is belangrijk dat we Hem steeds beter leren kennen. Want dan kan Hij ons door zijn goddelijke kracht ook steeds meer helpen. Hij zal ons dan alles kunnen geven wat we nodig hebben om te leven zoals Hij het wil en om Hem te dienen. Hij heeft ons geroepen om zijn hemelse macht en eer met ons te delen. | Immers, Zijn Goddelijke kracht heeft ons alles geschonken wat tot het leven en de godsvrucht behoort, door de kennis van Hem Die ons geroepen heeft door Zijn heerlijkheid en Zijn deugd. |
Een vriend blijft altijd een vriend, in goede en in slechte tijden. Een broer staat voor je klaar in tijd van nood. | Een vriend heeft te allen tijde lief, en een broeder wordt in benauwdheid geboren. |
Geef iedereen waar hij recht op heeft, voor zo ver je dat kan. | Onthoud het goede niet aan wie er recht op hebben als het binnen je macht ligt dat te doen. |
Micha zegt namens Israël: Maar ik zal blijven vertrouwen op de Heer. Ik zal wachten op de God die mij redt. Mijn God zal mij horen roepen. | Zelf zal ik echter uitzien naar de HEERE, ik zal wachten op de God van mijn heil. Mijn God zal mij horen. |
Gerelateerde onderwerpen
Naaste
De tweede wet, die...
Liefde
De liefde is geduldig...
Relaties
En als iemand alleen...
Toerusting
En we moeten ook...
Angst
Israël, wees niet bang...
Jezus
Jezus keek hen aan...