Bijbelteksten over 'Heren'
Je kan nooit twee heren dienen. Want je zal altijd meer van de één dan van de ander houden. Je kan niet God dienen, én Mammon. | Niemand kan twee heren dienen, want hij zal òf de ene haten en de andere liefhebben, òf zich aan de ene hechten en de andere minachten; gij kunt niet God dienen èn Mammon. |
De bevelen van de Heer zijn goed en maken de mensen blij. De wetten van de Heer zijn zuiver en geven de mensen raad. | De bevelen des Heren zijn waarachtig, zij verheugen het hart; het gebod des Heren is louter, het verlicht de ogen. |
De wet van de Heer is volmaakt en richt de mensen op God. De woorden van de Heer zijn te vertrouwen en geven de mensen wijsheid. | De wet des Heren is volmaakt, zij verkwikt de ziel; de getuigenis des Heren is betrouwbaar, zij schenkt wijsheid aan de onverstandige. |
Want er staat in de Boeken: "Iedereen die de Heer aanbidt, zal worden gered." | Want: al wie de naam des Heren aanroept, zal behouden worden. |
Heer, red ons alstublieft! Heer, zorg er alstublieft voor dat het goed met ons gaat! Gezegend is de man die namens de Heer komt. In het heiligdom van de Heer bidden we dat God goed voor jullie zal zijn. | Och Here, geef toch heil, och Here, geef toch voorspoed! Gezegend hij, die komt in de naam des Heren; wij zegenen u uit het huis des Heren. |
Want de Heer zorgt voor de mensen die leven zoals Hij het wil. Hij beantwoordt hun gebeden. Maar de Heer wil niets te maken hebben met mensen die slechte dingen doen. | Want de ogen des Heren zijn op de rechtvaardigen, en zijn oren tot hun smeking, maar het aangezicht des Heren is tegen hen, die het kwade doen. |
Want wat de Heer zegt, is te vertrouwen. Aan alles wat Hij doet, is te zien dat Hij trouw is. | Want des Heren woord is waarachtig, al zijn werk geschiedt in trouw. |
De aarde is van de Heer, met alles wat daarop is. De hele wereld is van Hem, met alle mensen die er wonen. | Des Heren is de aarde en haar volheid, de wereld en die daarop wonen. |
De Heer helpt ons altijd, de Heer die de hemel en de aarde heeft gemaakt. | Onze hulp is in de naam des Heren, die hemel en aarde gemaakt heeft. |
Mensen die bescheiden zijn en diep ontzag voor de Heer hebben, krijgen als beloning rijkdom, eer en leven. | Het loon van ootmoed – vreze des Heren – is rijkdom, eer en leven. |
De zegen van de Heer maakt rijk. Hij voegt er geen verdriet aan toe. | De zegen des Heren, die maakt rijk, zwoegen voegt er niets aan toe. |
De Heer is de Geest. En waar de Geest van de Heer is, is vrijheid. | De Here nu is de Geest; en waar de Geest des Heren is, is vrijheid. |
De Heer zorgt voor de mensen die leven zoals Hij het wil. Hij luistert naar hen als ze Hem om hulp roepen. | De ogen des Heren zijn op de rechtvaardigen, en zijn oren tot hun hulpgeroep. |
Het is heerlijk voor je als je leeft zoals de Heer het wil, als je leeft volgens de wet van God. | Welzalig zij, die onberispelijk van wandel zijn, die in de wet des Heren gaan. |
Zou iemand zich zó ver van Mij kunnen verbergen dat Ik hem niet zou zien? zegt de Heer. Ik ben toch overal in de hemel en overal op de aarde? zegt de Heer. | Zou zich iemand in schuilhoeken kunnen verschuilen, dat Ik hem niet zou zien? luidt het woord des Heren. Vervul Ik niet de hemel en de aarde? luidt het woord des Heren. |
Van diep ontzag voor de Heer word je wijs. Als je bescheiden bent, zul je worden geprezen. | De vreze des Heren voedt op tot wijsheid, en ootmoed gaat vooraf aan de eer. |
Het is de Heer die de overwinning geeft. Hij is het die zorgt voor de mensen die diep ontzag voor Hem hebben en die op Hem vertrouwen. | Zie, des Heren oog is op hen die Hem vrezen, die op zijn goedertierenheid hopen. |
Kom terug bij Mij, weggelopen Israël! De Heer zegt: Ik zal niet meer boos op je zijn. Ik houd van je. Ik zal niet voor altijd boos op je blijven. | Keer weder, Afkerigheid, Israël, luidt het woord des Heren, Ik zal u niet donker aanzien, want Ik ben genadig, luidt het woord des Heren, Ik zal niet altoos blijven toornen. |
Maar iedereen die de Heer aanbidt, zal worden gered. | En het zal zijn, dat al wie de naam des Heren aanroept, behouden zal worden. |
Maar alle wijsheid begint bij een diep ontzag voor de Heer. Wie geen ontzag heeft voor God, wil niets van wijsheid weten. | De vreze des Heren is het begin der kennis; de dwazen verachten wijsheid en tucht. |
Het is beter niet veel te bezitten maar wel diep ontzag voor de Heer te hebben, dan rijk te zijn zonder vrede in je hart. | Beter is een weinig in de vreze des Heren, dan een grote schat en onrust daarbij. |
De Heer zegt: "Sta op, Jeruzalem, kom in het licht. Het stralende licht van de Heer zal op je schijnen. Zijn zon gaat over je op." | Sta op, word verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid des Heren gaat over u op. |
Wat had ik moeten doen als ik niet zeker had geweten dat de Heer goed is en mij zal redden? | O, als ik niet had geloofd des Heren goedheid te zullen zien in het land der levenden! |
Hij houdt van rechtvaardigheid. Aan alles op aarde is te zien dat de Heer goed en vol liefde is. | Hij heeft gerechtigheid en recht lief, de aarde is vol van de goedertierenheid des Heren. |
De hemel is gemaakt door het woord van de Heer. De zon, de maan en de sterren ontstonden door één woord van Hem. | Door het woord des Heren zijn de hemelen gemaakt, door de adem van zijn mond al hun heer. |
Gerelateerde onderwerpen
God
Je Heer God woont...
Ontzag
Diep ontzag voor de...
Rechtvaardigheid
Als je probeert om...
Geld
Wees niet hebzuchtig, maar...
Wet
Bewaar in je hart...
Wijsheid
Want de Heer geeft...