Bijbelteksten over 'Mee'
Blijf bidden. Houd daar nooit mee op. Dank God. | Tegen jullie allemaal zeg ik: Blijf steeds bidden, en sta altijd klaar om God te danken. |
Ik heb uw wetten voor altijd van U gekregen. Ik ben er heel erg blij mee. | Ik heb alleen maar uw woorden, en daar ben ik heel blij mee. Dat is mijn enige bezit, voor altijd. |
Leef mee met andere mensen, of ze nu blij of verdrietig zijn. | Jullie moeten altijd met elkaar meeleven, in vreugde en in verdriet. |
Het eert een mens als hij ruzies vermijdt. Maar een dwaas doet met elke ruzie mee. | Als je rustig blijft bij een ruzie, krijg je waardering, maar als je gaat schreeuwen, ben je een dwaas. |
Hij nam hen mee naar buiten tot bij Betanië. Hij hief zijn handen op en zegende hen. En terwijl Hij hen zegende, ging Hij bij hen vandaan, naar de hemel. | Toen nam Jezus de leerlingen mee de stad uit, tot bij het dorp Betanië. Hij stak zijn armen uit en zegende hen. En terwijl hij dat deed, ging hij weg. God haalde hem naar de hemel. |
Iemand die leeft zoals Hij het wil, maakt heel veel moeilijkheden mee. Maar de Heer redt hem elke keer. | Goede mensen hebben het vaak moeilijk. Maar de Heer redt hen steeds weer. |
Een dwaas luistert niet naar de goede raad van zijn vader. Maar een verstandig mens doet er iets mee. | Dwaze kinderen luisteren niet naar de lessen van hun ouders. Kinderen die wel luisteren, zijn verstandig. |
Ze prezen God en zeiden: "Prijs God in de hoogste hemel! Vrede op aarde voor de mensen waar God blij mee is!" | Alle eer aan God in de hemel. En vrede op aarde voor de mensen van wie God houdt. |
Kom mee naar de Heer, laten we ons diep voor Hem buigen. Laten we knielen voor de Heer die ons heeft gemaakt. | Laten we knielen voor de Heer, laten we diep voor hem buigen, want hij heeft ons gemaakt. |
En als hij rijk sterft, kan hij toch niets meenemen van wat hij bezit. Toen hij geboren werd, bezat hij niets. En als hij sterft, neemt hij niets mee. | Zo iemand is naakt geboren, zonder bezit. En als hij doodgaat, kan hij niets meenemen. Alles waarvoor hij hard gewerkt heeft, moet hij achterlaten. |
Als iemand pas getrouwd is, hoeft hij niet met het leger mee te gaan. Hij hoeft op geen enkele manier mee te doen aan de strijd. Eén jaar lang hoeft hij niet in het leger. Dan kan hij voor zijn huis zorgen en kunnen hij en zijn vrouw van elkaar genieten. | Stel dat een man nog maar kort met een vrouw getrouwd is. Dan hoeft hij niet het leger in om oorlog te voeren. Hij hoeft ook geen ander werk voor het leger te doen. Een jaar lang mag hij thuisblijven om zijn vrouw gelukkig te maken. |
Lúister niet alleen naar het woord, maar dóe het ook. Als je alleen luistert en er niets mee doet, houd je jezelf voor de gek. | Je moet niet alleen luisteren naar Gods woorden, maar ook doen wat God van je vraagt. Anders ben je verkeerd bezig. |
We kunnen zonder vrees naar Hem toe gaan, vol vertrouwen dat Hij ons antwoordt als we Hem om iets bidden waar Hij het mee eens is. | Als we bidden, mogen we vol vertrouwen zijn. Want God luistert naar ons als wij hem iets vragen dat past bij zijn wil. |
Doe niet mee met de slechte dingen van de duisternis. Breng ze liever aan het licht. Want de dingen van de duisternis worden stiekem gedaan – en ze zijn bijna te erg om hardop te noemen. | Het gedrag van slechte mensen leidt tot niets. Wat zij in het geheim allemaal doen, is te erg voor woorden. Doe er niet aan mee, maar zeg er juist iets van. |
Jullie zijn wel slecht voor mij geweest, maar God heeft dat gebruikt voor iets goeds. Want Hij had daar een plan mee. Hij wilde zo een groot volk redden van de dood. | Jullie hebben mij heel slecht behandeld, maar God heeft het goedgemaakt. Hij heeft ervoor gezorgd dat een heel volk kon blijven leven. |
Christus heeft dus als mens voor ons geleden. Daarom moeten jullie zelf ook bereid zijn om net als Hij te lijden. Want als je in dit leven hebt geleden, doe je niet meer mee met het kwaad. | Christus heeft tijdens zijn leven op aarde veel geleden. Wees bereid om ook te lijden. Want als je lijdt, laat je je zonden achter je. |
Zijn heer zei tegen hem: 'Goed gedaan! Je bent een goede en trouwe dienaar. Ik heb je eerst weinig gegeven. Daar ben je goed mee omgegaan. Daarom zal ik je nu véél geven. En je bent welkom op mijn feest.' | Dan zegt de heer tegen hem: ‘Uitstekend! Jij bent een goede en trouwe dienaar. Je hebt trouw gezorgd voor een klein bedrag. Daarom krijg je de leiding over grote en belangrijke zaken. Kom nu naar mijn feest.’ |
God is liefdevol en goed. Daarom moedig ik jullie aan, broeders en zusters, om jezelf aan God te geven. Geef jezelf als een levend en heilig offer waar God blij mee is. Het is goed om God op die manier te dienen. | Vrienden, jullie weten hoe goed God voor ons is. Daarom vraag ik jullie: Geef jezelf als een geschenk aan God. Laat je leven een offer zijn dat God graag wil aannemen. Dat betekent: leef als mensen die bij God horen. Want dat is de juiste manier om God te vereren. |
Tenslotte: wees één met elkaar en wees zorgzaam voor elkaar. Houd van de broeders en zusters en wees vriendelijk en bescheiden. | Ten slotte zeg ik tegen jullie allemaal: Maak geen ruzie met elkaar. Leef met elkaar mee, en houd van elkaar als broers en zussen. Wees vriendelijk en bescheiden. |
Overmoedige mensen staan uiteindelijk voor schut. Daarom is het wijs om bescheiden te zijn. | Wijze mensen scheppen niet op over zichzelf, want opscheppers worden belachelijk gemaakt. |
Want we hebben niets op de wereld meegebracht toen we geboren werden, en het is duidelijk dat we ook niets uit de wereld kunnen meenemen als we sterven. Als we onderdak, eten, drinken en kleren hebben, moeten we tevreden zijn. | Toen we op de wereld kwamen, hadden we niets bij ons. En als we de wereld verlaten, kunnen we ook niets meenemen. We hebben eten en kleren. Laten we daar tevreden mee zijn. |
Want U bent mijn rots en mijn burcht. U zal mij leiden omdat U bent wie U bent. | U bent sterk en machtig, u beschermt mensen tegen gevaar. Ga met mij mee en leid mij. |
Zeg tegen de mensen die rijk zijn in deze wereld, dat ze niet trots moeten zijn. Ook dat ze niet moeten vertrouwen op hun rijkdom. Die rijkdom kunnen ze ook zomaar weer kwijtraken. Maar ze moeten in alles vertrouwen op de levende God. Hij geeft hun alles overvloedig, om van te genieten en om goede dingen mee te doen. | Vertel de rijke mensen van deze wereld dat ze niet trots moeten zijn. Ze moeten niet vertrouwen op rijkdom, want die kun je makkelijk verliezen. Ze moeten vertrouwen op God. Hij geeft ons meer dan genoeg om van te genieten. |
Toen Hij aan het kruis werd gespijkerd, droeg Hij ónze ongehoorzaamheid in Zich mee aan het kruis. Onze ongehoorzaamheid werd daar gekruisigd. Daardoor zijn we nu dood voor het kwaad. Nu kunnen we leven zoals God het wil. En door de wonden die de zweepslagen in zijn lichaam hebben gemaakt, hebben jullie genezing gekregen. | Dankzij Jezus Christus zijn onze zonden vergeven. Hij heeft onze zonden gedragen toen hij stierf aan het kruis. Nu kunnen wij leven zoals God het wil. Want door het lijden van Christus zijn wij bevrijd. |
Geef iedereen waar hij recht op heeft, voor zo ver je dat kan. | Als je iemand ergens mee kunt helpen, doe dat dan ook. En geef hem waar hij recht op heeft. |
Gerelateerde onderwerpen
Vreugde
Wees altijd blij. Bid...
Hemel
Op een bepaald moment...
Aanbidding
Jesaja zegt: Heer, U...
Nederigheid
Wees bescheiden en vriendelijk...
Materialisme
Want we hebben niets...
Zonde
Weten jullie dan niet...
Bijbeltekst van de dag
Wie is die geweldige Koning toch?Het is de Aanvoerder van de hemelse legers.
Hij is de machtige Koning.