En de God van de volharding en van de vertroosting moge u geven onderling eensgezind te zijn in overeenstemming met Christus Jezus. | De God nu der volharding en der vertroosting geve u eensgezind van hetzelfde gevoelen te zijn naar (het voorbeeld van) Christus Jezus. |
Ook hebt U mij het schild van Uw heil gegeven, Uw rechterhand heeft mij ondersteund, Uw zachtmoedigheid heeft mij groot gemaakt. U hebt mijn voetstappen onder mij ruimte gegeven, mijn enkels hebben niet gewankeld. | Ook gaaft Gij mij het schild uws heils, en uw rechterhand ondersteunde mij, uw nederbuigende goedheid maakte mij groot. Gij hebt mij ruimte gegeven voor mijn schreden, en mijn enkels wankelden niet. |
Broeders, ook als iemand onverhoeds tot enige overtreding komt, moet u die geestelijk bent, zo iemand weer terechtbrengen, in een geest van zachtmoedigheid. Houd intussen uzelf in het oog, opdat ook u niet in verzoeking komt. | Broeders, zelfs indien iemand op een overtreding betrapt wordt, helpt gij, die geestelijk zijt, hem terecht in een geest van zachtmoedigheid, ziende op uzelf; gij mocht ook eens in verzoeking komen. |
Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel; want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht. | Neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen; want mijn juk is zacht en mijn last is licht. |
Geliefden! Als ons hart ons niet veroordeelt, hebben wij vrijmoedigheid om tot God te gaan; en wat wij ook maar bidden, ontvangen wij van Hem, omdat wij Zijn geboden in acht nemen en doen wat Hem welgevallig is. | Geliefden, als ons hart ons niet veroordeelt, hebben wij vrijmoedigheid tegenover God, en ontvangen wij van Hem al wat wij bidden, daar wij zijn geboden bewaren en doen wat welgevallig is voor zijn aangezicht. |
Hij heeft u, mens, bekendgemaakt wat goed is. En wat vraagt de HEERE van u anders dan recht te doen, goedertierenheid lief te hebben en ootmoedig te wandelen met uw God. | Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de Here van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God. |
Hij verootmoedigde u, Hij liet u hongerlijden en Hij liet u het manna eten, dat u niet kende en ook uw vaderen niet gekend hadden, om u te laten weten dat de mens niet alleen van brood leeft, maar dat de mens leeft van alles wat uit de mond van de HEERE komt. | Ja, Hij verootmoedigde u, deed u honger lijden en gaf u het manna te eten, dat gij niet kendet en dat ook uw vaderen niet gekend hadden, om u te doen weten, dat de mens niet alleen van brood leeft, maar dat de mens leeft van alles wat uit de mond des Heren uitgaat. |
De Geest van de Heere HEERE is op Mij, omdat de HEERE Mij gezalfd heeft om een blijde boodschap te brengen aan de zachtmoedigen. Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van hart, om voor de gevangenen vrijlating uit te roepen en voor wie gebonden zaten, opening van de gevangenis. | De Geest des Heren Heren is op mij, omdat de Here mij gezalfd heeft; Hij heeft mij gezonden om een blijde boodschap te brengen aan ootmoedigen, om te verbinden gebrokenen van hart, om voor gevangenen vrijlating uit te roepen en voor gebondenen opening der gevangenis. |
Beveel de rijken in deze tegenwoordige wereld dat zij niet hoogmoedig zijn, en hun hoop niet gevestigd houden op de onzekerheid van de rijkdom, maar op de levende God, Die ons alle dingen in rijke mate verschaft om ervan te genieten. | Hun, die rijk zijn in de tegenwoordige wereld, moet gij bevelen niet hooghartig te zijn, en hun hoop gevestigd te houden niet op onzekere rijkdom, doch op God, die ons alles rijkelijk ten gebruike geeft. |
Uw sieraad moet niet bestaan in iets uiterlijks: het vlechten van het haar, het dragen van gouden sieraden of het aantrekken van mooie kleren; maar uw sieraad moet zijn de verborgen mens van het hart, met het onvergankelijke sieraad van een zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is voor God. | Uw sieraad zij niet uitwendig: het vlechten van haar, het omhangen van goud of het dragen van gewaden, maar de verborgen mens uws harten, met de onvergankelijke (tooi) van een zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is in het oog van God. |
Opdat hun harten bemoedigd mogen worden, samengevoegd in de liefde, en zij tot heel de rijkdom van de volle zekerheid van het inzicht mogen komen, om het geheimenis te leren kennen van God, en van de Vader en van Christus. | Opdat hun harten getroost en zij in de liefde verenigd worden tot alle rijkdom van een volledig inzicht, en zij het geheimenis Gods mogen kennen, Christus. |
Want ik verlang er vurig naar u te zien, om u in enige geestelijke genadegave te laten delen, waardoor u versterkt zou worden, dat is te zeggen, om in uw midden samen bemoedigd te worden door het onderlinge geloof, zowel dat van u als dat van mij. | Want ik verlang u te zien om u enige geestelijke gave mede te delen tot uw versterking, dat is te zeggen: onder u mede bemoedigd te worden door elkanders geloof, van u zowel als van mij. |
Gerelateerde onderwerpen
Bemoediging
De HEERE nu is...
Nederigheid
In alle nederigheid en...
Woord van God
Want het Woord van...
Wet
Deze woorden, die ik...
Gemeenschap
En laten wij op...
Geduld
Wie geduldig is, heeft...