Petrus kwam naar Jezus toe en vroeg: "Heer, hoe vaak moet ik iemand vergeven als hij iets verkeerds tegen mij doet? Zeven keer?" Jezus zei tegen hem: "Ik zeg je: niet zeven keer, maar 70 keer zeven keer."
En als de mensen jullie gevangen nemen, maak je dan niet van tevoren zorgen over wat je moet zeggen. Want op het juiste moment zullen jullie weten wat jullie moeten zeggen. En dát zullen jullie zeggen. Want het zullen niet jullie eigen woorden zijn, maar woorden die de Heilige Geest jullie geeft.
Maar als hij ook naar hen niet wil luisteren, moet je het aan de gemeente vertellen. Als hij ook niet naar de gemeente wil luisteren, moet je hem behandelen als een ongelovig of slecht mens.
Christus heeft dus als mens voor ons geleden. Daarom moeten jullie zelf ook bereid zijn om net als Hij te lijden. Want als je in dit leven hebt geleden, doe je niet meer mee met het kwaad.
Luister goed! Ik zeg jullie: als je dan tegen deze berg zou zeggen: 'Kom van de grond en gooi jezelf in de zee!' dan zal dat ook gebeuren. Maar dan moet je in je hart niet twijfelen. Je moet geloven dat wat je zegt ook gebeurt.
Gebruik toch je gezonde verstand! Stop met ongehoorzaam te zijn aan God! Sommigen van jullie hebben er geen idee van wie God is. Jullie moesten je schamen!
De engel zei tegen haar: "Je hoeft niet bang te zijn, Maria. Want God wil goed voor jou zijn. Je zal in verwachting raken en een zoon krijgen. Je moet Hem Jezus (= 'God redt') noemen."
Iedereen moet zelf besluiten hoeveel hij wil geven. En laat hij dat dan van harte geven, zonder tegenzin of dwang. God houdt van mensen die met een blij hart geven.
Maria zal een zoon krijgen. Je moet Hem Jezus (= 'God redt') noemen. Want Hij zal zijn volk bevrijden van hun ongehoorzaamheid aan God en daarmee van Gods straf.
Want we hebben niets op de wereld meegebracht toen we geboren werden, en het is duidelijk dat we ook niets uit de wereld kunnen meenemen als we sterven. Als we onderdak, eten, drinken en kleren hebben, moeten we tevreden zijn.
Maar jullie moeten vooral niet zweren, broeders en zusters. Niet bij de hemel, niet bij de aarde, en niet bij iets anders. Jullie moeten helemaal niet zweren. Als jullie 'Ja' zeggen, moet dat gewoon 'ja' blijven. En als jullie 'Nee' zeggen, moet het gewoon 'nee' blijven. Zo zullen jullie niet worden veroordeeld.
Wat jullie betreft: wat jullie vanaf het begin hebben gehoord, moeten jullie goed in je hart bewaren. Als jullie dat doen, zullen jullie één zijn met de Zoon en met de Vader.
Ik heb jullie dit allemaal gezegd, zodat mijn vrede in jullie zou kunnen zijn. Jullie zullen in de wereld veel moeilijkheden hebben. Maar houd moed: Ik heb de wereld overwonnen.