Vrienden, bedenk dit goed: Je moet altijd bereid zijn om naar een ander te luisteren. Maar denk eerst goed na voordat je iets terugzegt. En word vooral niet meteen kwaad.
Gedraag je verstandig tegenover ongelovigen. En gebruik de tijd die God je met hen geeft, goed. Zorg dat alles wat je tegen hen zegt, vriendelijk en interessant is. En geef duidelijk antwoord aan iedereen die je iets vraagt.
Als je God toch iets belooft, dan moet je het ook doen. En je moet het snel doen. God houdt niet van mensen die iets beloven en het niet doen. Houd je dus aan je belofte.
Maar zo mag het bij jullie niet gaan. Als je de belangrijkste wilt zijn, moet je de anderen dienen. Als je de voornaamste wilt zijn, moet je de anderen dienen zoals een slaaf doet.
Jezus zei tegen alle mensen: ‘Als je mijn volgeling wilt zijn, dan mag je niet meer aan jezelf denken. Je moet juist bereid zijn om je leven op te geven, elke dag opnieuw. En je moet met mij meegaan.’
Jezus ging zitten en riep de twaalf leerlingen bij zich. Hij zei: ‘Wie de belangrijkste wil zijn, moet zichzelf op de laatste plaats zetten. En hij moet alle anderen dienen.’
Petrus kwam bij Jezus en zei: ‘Heer, als een andere gelovige mij slecht behandelt, dan moet ik hem vergeven. Maar hoe vaak? Wel zeven keer?’ Jezus zei: ‘Nee, niet zeven keer, maar zeventig maal zeven keer.’
Als ze jullie gevangennemen en wegbrengen, maak je dan geen zorgen over wat je moet zeggen. Maar zeg wat God je op dat moment laat zeggen. Want je spreekt dan niet zelf, maar jullie woorden komen van de heilige Geest.
Als je God om wijsheid vraagt, geloof dan ook dat je die krijgt. Twijfel daar niet aan. Iemand die soms wel en soms niet gelooft, is net als de golven op zee. Die worden door de wind soms de ene kant op geblazen, en dan weer de andere kant.
Jezus zei: ‘Ik ben het die de doden laat opstaan. Ik ben het die leven geeft. Iedereen die in mij gelooft, zal leven, ook als hij sterft. En iedereen die leeft en in mij gelooft, die zal niet voor eeuwig sterven. Geloof je dat?’
Jezus zei: ‘Ik ben het die de doden laat opstaan. Ik ben het die leven geeft. Iedereen die in mij gelooft, zal leven, ook als hij sterft. En iedereen die leeft en in mij gelooft, die zal niet voor eeuwig sterven. Geloof je dat?’