Bijbelteksten over 'Naar'
God, ik verlang naar u, zoals een hert verlangt naar helder water. | Gelijk een hinde die naar waterbeken smacht, zo smacht mijn ziel naar U, o God. |
Ik wil bij u zijn, ik verlang naar u, zoals droog land verlangt naar regen. | Ik strek mijn handen tot U uit, mijn ziel smacht naar U als een dorstig land. sela |
Ik wil niet zoeken naar rijkdom, maar bezig zijn met uw wetten. | Neig mijn hart tot uw getuigenissen en niet tot winstbejag. |
Maar Jezus zei tegen haar: ‘Houd me niet vast, want ik moet omhooggaan naar de Vader. En jij moet aan mijn vrienden gaan vertellen dat ik gezegd heb: ‘Ik ga omhoog naar mijn Vader, die ook jullie Vader is. Ik ga naar mijn God, die ook jullie God is.’’ | Jezus zeide tot haar: Houd Mij niet vast, want Ik ben nog niet opgevaren naar de Vader; maar ga naar mijn broeders en zeg hun: Ik vaar op naar mijn Vader en uw Vader, naar mijn God en uw God. |
God, u bent mijn God! Ik zoek u, met heel mijn hart verlang ik naar u, mijn hele lichaam verlangt naar u. Om mij heen is het dor en droog, nergens vind ik water. | O God, Gij zijt mijn God, U zoek ik, mijn ziel dorst naar U, mijn vlees smacht naar U, in een dor en dorstig land, zonder water. |
Met heel mijn hart verlang ik naar u, u bent de God die leven geeft. Wanneer zal ik weer bij u zijn? | Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God; wanneer zal ik komen en voor Gods aangezicht verschijnen? |
In die tijd zullen jullie weer tot mij bidden, en zal ik naar jullie luisteren. | Dan zult gij Mij aanroepen en heengaan en tot Mij bidden, en Ik zal naar u horen. |
Ik ben wanhopig, Heer! Daarom roep ik naar u. Heer, hoor mijn stem, luister naar mij, hoor hoe ik smeek! | Uit de diepten roep ik tot U, o Here. Here, hoor naar mijn stem; laten uw oren opmerkende zijn op mijn luide smekingen. |
Ik kom bij de Vader vandaan en ik ben naar de wereld gekomen. En nu verlaat ik de wereld weer, en ga ik terug naar mijn Vader. | Ik ben van de Vader uitgegaan en in de wereld gekomen; Ik verlaat de wereld weder en ga tot de Vader. |
Heer, hoor mijn gebed, hoor hoe ik om hulp smeek. U bent trouw, u bent goed, geef mij antwoord! | O Here, hoor mijn gebed, neem mijn smekingen ter ore; antwoord mij naar uw trouw, naar uw gerechtigheid. |
Wij verlangen naar u, dag en nacht verlangen we naar uw komst. Als u de aarde komt straffen, leren de mensen hoe ze moeten leven. | Van ganser harte verlang ik naar U in de nacht, ja, uit het diepst van mijn gemoed zoek ik U; want wanneer uw gerichten op de aarde zijn, leren de inwoners der wereld gerechtigheid. |
Vraag altijd hulp aan de Heer, hij is machtig. Blijf steeds dicht bij hem. | Vraagt naar de Here en zijn sterkte, zoekt zijn aangezicht bestendig. |
God zal alle mensen geven wat ze verdienen. | Die een ieder vergelden zal naar zijn werken. |
Ik verlang naar de Heer, ik wacht op hem, ik vertrouw op zijn woorden. | Ik verwacht de Here, mijn ziel verwacht en ik hoop op zijn woord. |
Vraag altijd hulp aan de Heer, hij is machtig. Blijf steeds dicht bij hem. | Vraagt naar de Here en zijn sterkte, zoekt zijn aangezicht bestendig. |
Wij vertrouwen op u, Heer, en we houden ons aan uw wet. Wij verlangen naar u, steeds noemen we uw naam. | Ook in de weg uwer gerichten hebben wij U verwacht, o Here; naar uw naam en naar uw gedachtenis ging ons zielsverlangen uit. |
Als hij dan nog niet luistert, vertel het dan aan de hele groep gelovigen. Als hij ook niet naar de groep luistert, dan hoort hij er niet meer bij. Dan moet je hem behandelen als een ongelovige of een tollenaar. | Indien hij naar hen niet luistert, zeg het dan aan de gemeente. Indien hij naar de gemeente niet luistert, dan zij hij u als de heiden en de tollenaar. |
Terwijl de apostelen nog omhoog stonden te kijken, waren er opeens twee engelen bij hen. Ze hadden witte kleren aan. Ze zeiden: ‘Mannen uit Galilea, jullie moeten niet naar de lucht blijven kijken. Jezus is naar de hemel gegaan, maar hij zal terugkomen op de wolken.’ | En toen zij naar de hemel staarden, terwijl Hij henenvoer, zie, twee mannen in witte klederen stonden bij hen, die ook zeiden: Galileese mannen, wat staat gij daar en ziet op naar de hemel? Deze Jezus, die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze wederkomen, als gij Hem ten hemel hebt zien varen. |
Ik heb nooit naar jonge vrouwen gekeken, dat had ik mezelf plechtig beloofd. | Ik had met mijn ogen een verbond gesloten, hoe zou ik dan een maagd hebben aangezien? |
Als je je niet houdt aan de wet, luistert de Heer niet naar je gebed. | Wie zijn oor afwendt van het horen der wet, diens gebed zelfs is een gruwel. |
Blijf uit de buurt van het kwaad, en zorg dat je goed en eerlijk leeft. | Wijk noch ter rechter-, noch ter linkerhand af, houd uw voet verwijderd van het kwade. |
Pasgeboren baby’s verlangen naar melk. Net zo moeten jullie ernaar verlangen om de woorden van God te horen. Dan kan jullie geloof groeien, en dan worden jullie gered. | En verlangt als pasgeboren kinderen naar de redelijke, onvervalste melk, opdat gij daardoor moogt opwassen tot zaligheid. |
Ga naar binnen door de smalle poort. Want door die smalle poort kom je bij het eeuwige leven. Het is een moeilijke weg, en het lukt maar weinig mensen om die weg te vinden. De meeste mensen kiezen de makkelijke weg, de weg met de brede poort. Dat is de weg naar de dood. | Gaat in door de enge poort, want wijd is de poort en breed de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die daardoor ingaan; want eng is de poort, en smal de weg, die ten leven leidt, en weinigen zijn er, die hem vinden. |
Timoteüs, verlang niet naar de dingen waar andere jonge mensen naar verlangen. Doe je best om goed en eerlijk te zijn, en op de Heer te vertrouwen. Doe je best om van andere mensen te houden, en in vrede met hen te leven. Zo moet je leven, samen met alle christenen die tot God bidden met een zuiver hart. | Schuw de begeerten der jeugd en jaag naar gerechtigheid, naar trouw, naar liefde en vrede met hen, die de Here aanroepen uit een rein hart. |
Als je luistert naar kritiek, zul je een gelukkig leven hebben, maar als je daar niet naar luistert, loopt het verkeerd met je af. | Een pad ten leven is hij, die de vermaning in acht neemt, maar wie de terechtwijzing veracht, doet dwalen. |
Gerelateerde onderwerpen
Rechtvaardigheid
Als je eerlijk en...
Luisteren
Vrienden, bedenk dit goed...
Begeerte
Laat je leiden door...
Zoeken
Jullie zullen mij zoeken...
Aanbidding
Heer, u bent mijn...
Wet
Vandaag zal ik jullie...