Op de dag dat ik vrees, vertrouw ík op U. | Maar als ik bang ben, vertrouw ik op U. |
Wacht op de HEERE, wees sterk en Hij zal uw hart sterk maken; ja, wacht op de HEERE. | Vertrouw op de Heer. Houd moed en Hij zal je weer hoop geven. Ja, verwacht hulp van de Heer. |
Dezen vertrouwen op strijdwagens en die op paarden, maar wíj zullen de Naam van de HEERE, onze God in herinnering roepen. | Sommige mensen vertrouwen op strijdwagens, andere mensen op paarden. Maar wíj vertrouwen op onze Heer God. |
Sta op, HEERE God, hef Uw hand op, vergeet de ellendigen niet. | Kom Heer! God, doe er iets aan! Denk alstublieft aan de arme mensen! |
Zie, het oog van de HEERE is over wie Hem vrezen, op hen die op Zijn goedertierenheid hopen. | Het is de Heer die de overwinning geeft. Hij is het die zorgt voor de mensen die diep ontzag voor Hem hebben en die op Hem vertrouwen. |
Sta op, word verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid van de HEERE gaat over u op. | De Heer zegt: "Sta op, Jeruzalem, kom in het licht. Het stralende licht van de Heer zal op je schijnen. Zijn zon gaat over je op." |
En toen ik begon te spreken, viel de Heilige Geest op hen, evenals op ons in het begin. | En toen ik begon te spreken, werd de Heilige Geest op hen uitgestort. Net zoals Hij in het begin ook op ons werd uitgestort. |
Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn. | Geef de hemelse dingen de eerste plaats in je leven, en niet de aardse dingen. |
Ik verwacht de HEERE, mijn ziel verwacht Hem en ik hoop op Zijn woord. | Ik verwacht dat de Heer me zal helpen. Ik vertrouw op Hem en op zijn woord. |
Laat Uw goedertierenheid over ons zijn, HEERE, zoals wij op U hopen. | Heer, wees alstublieft goed voor ons, want we vertrouwen op U. |
Wie overwint, zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon, zoals ook Ik overwonnen heb, en Mij met Mijn Vader op Zijn troon gezet heb. | Als je overwint, zul je met Mij op mijn troon zitten. Net zoals ook Ik heb overwonnen en met mijn Vader op zijn troon zit. |
Lieve kinderen, wees op uw hoede voor de afgoden. Amen. | Kinderen, let op dat jullie geen afgoden aanbidden. |
Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u. | Gooi alles waar je je zorgen over maakt maar in Gods handen, want Hij zorgt voor je. |
Vertrouw op de HEERE met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet. Ken Hem in al je wegen, dan zal Híj je paden rechtmaken. | Vertrouw met je hele hart op de Heer, en vertrouw niet op je eigen wijsheid. Overleg al je plannen met Hem. Dan zal Hij je leven leiden. |
Wees sterk en Hij zal uw hart sterk maken, u allen die op de HEERE hoopt! | Als je op de Heer vertrouwt, hoef je nooit wanhopig te zijn. |
In God prijs ik Zijn woord, op God vertrouw ik, ik vrees niet; wat zou een schepsel mij kunnen doen? | Ik vertrouw op U, mijn God, en ik prijs uw woord. Omdat ik op U vertrouw, hoef ik voor niemand bang te zijn. Wat zou een mens mij kunnen doen? |
Wie heb ik behalve U in de hemel? Naast U vind ik nergens vreugde in op de aarde. | Wie heb ik in de hemel behalve U? Ook op aarde verlang ik niets anders dan U. |
Het is beter tot de HEERE de toevlucht te nemen dan op de mensen te vertrouwen. | Het is beter om bij de Heer te schuilen, dan op mensen te vertrouwen. |
Wees dan waakzaam, want u weet niet op welk moment uw Heere komen zal. | Let daarom goed op. Want jullie weten niet op welke dag jullie Heer komt. |
De ogen van de HEERE rusten op de rechtvaardigen, Zijn oren zijn gericht op hun hulpgeroep. | De Heer zorgt voor de mensen die leven zoals Hij het wil. Hij luistert naar hen als ze Hem om hulp roepen. |
Geef het op en weet dat Ik God ben; Ik zal geroemd worden onder de heidenvolken, Ik zal geroemd worden op de aarde. | Hij zegt: "Houd op! Want Ik ben God. Ik heers over de volken, Ik heers over de hele aarde." |
Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad. | Uw woord leidt mij. Het is als een lamp voor mijn voeten, een licht op mijn pad. |
Vertrouw op de HEERE en doe het goede; bewoon de aarde en voed u met trouw. | Vertrouw op de Heer en doe wat goed is. Wees trouw aan de Heer, dan zul je altijd veilig in het land wonen. |
Het is Uw vaste voornemen: U zult volkomen vrede bewaren, want men heeft op U vertrouwd. | U heeft het beloofd: U zal vrede geven aan de mensen die helemaal op U vertrouwen. |
En elk schepsel dat in de hemel, op de aarde, onder de aarde en op de zee is, en alles wat daarin is, hoorde ik zeggen: Aan Hem Die op de troon zit, en aan het Lam zij de dankzegging, de eer, de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. | En alle levende wezens in de hemel en op de aarde en onder de aarde en op de zee en in de zee hoorde ik zeggen: "Alle dank en eer en macht en majesteit en kracht zijn voor eeuwig voor Hem die op de troon zit en voor het Lam." |